hoofdstuk 7

57 10 8
                                    

Ik open mijn ogen. Ik kijk tegen een felle zon aan. Mijn handen glijden door zacht wit zand. Opeens steekt iemand zijn hand uit. Ik pak hem aan en zie dat het Jules is met een grote glimlach op zijn gezicht. Hij trekt me overeind en samen lopen we naar het water. Hand in hand. De zon gaat langzaam onder. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder. 'Marley....', zegt Jules op zijn zwoele lage stem. Ik draai me naar hem en kijk in zijn mooie groene ogen. Mijn hoofd komt dichter bij. Opeens veranderen zijn ogen in een andere kleur. Ik stap naar achter, zodat ik kan zien wie het is. Mijn ogen stellen scherp en ik zie daar mijn vader staan. 'Papa?', vraag ik. Hij blijft staan en zegt niks. Hij glimlacht alleen maar.  Ik loop naar hem toe om hem te knuffelen. Als ik mijn armen om hem heen wil slaan is hij verdwenen. Ik kijk achter me en zie dat Jules daar weer staat. 'Zag je dat? Dat was mijn  vader!', zeg ik. Jules komt naar me toe. Als we op het punt staan om te zoenen hoor ik opeens keiharde rockmuziek. Ik kijk geïrriteerd naar links en rechts maar ik kan er niet uit opmaken waar de muziek van daar komt. Ik kijk weer terug naar Jules. Hij glimlacht naar me. Zijn gezicht vervormd zich langzaam. Weer zie ik mijn vader. Dit keer met allemaal wonden over zijn hele lichaam. Ik laat hem los en probeer weg te rennen wat niet lukt. Ik zie een golf op me afkomen. Het wordt zwart voor mijn ogen. Ik val en val steeds verder. Ik zie mijn vaders hoofd zweven, die van Jules,  die van mijn broer, mijn moeder en mijn beste vriendin. Allemaal glimlachen ze naar me. Ik glimlach terug. Opeens kijken ze allemaal heel bang en spatte  ze als zeepbellen uit elkaar. Ik voel dat ik weer op de grond ben. Ik probeer het zand te pakken, maar het is geen zand. Het is mijn slaapzak. Weer hoor ik de rockmuziek. De muziek komt steeds dichterbij. Ik ga rechtop zitten  en zie in de verte een motor aankomen met twee mensen erop. Een meisje van 16 ongeveer en een man van midden 40. Ze komen op me af. Ik wil weg lopen, maar ik sta aan de grond genageld. Ze komen steeds sneller op me af. De man ziet me en probeert te remmen. Hij drukt de remmen te hard in en ze slaan over de kop. De rockmuziek is terug. Ik gil. Ik zie mijn broer voor me staan met een radio op zijn schouder. 'WAKKER WORDEN, MARLEY!', roept mijn broer. Ik open mijn ogen en zie mijn broer boven me hangen. 'Marley gaat het wel? Je gilde de hele camping bij elkaar!', zegt mijn broer. Ik ga zitten en kijk mijn broer aan. 'Ik droomde alleen. Het was.. zo eng...', zeg ik stamelend en kijkend naar mijn handen. 'Gaat het wel?', vraagt mijn broer. 'Ja het gaat', zeg ik. Ik ga mijn droom niet vertellen aan Lars. Straks vertelt ie het aan mama en dan moet ik weer naar zo'n gestoorde psychiater. 'Hoelaat is het?', vraag ik aan Lars. 'Half negen', zegt Lars. 'Oké dankje waar is mama?', vraag ik. 'Uh geen idee ze is al de hele dag weg', zegt Lars. 'Oh nouja laat maar dan', zeg ik tegen hem.
Ik loop naar mijn koffer en haal er een kort broekje en een topje uit. Als ik het aan heb smeer ik wat make-up op mijn kop. 'Marley? Ben je klaar?', hoor ik Jules. 'Oh ja sorry ik kom er aan!', zeg ik en check mijn make up in m'n kleine make up spiegeltje.

Dit is alweer hoofdstuk 7! Hopelijk vinden jullie mijn verhaal leuk. Veel plezier met lezen!❤

Fucked UpWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu