De groene spikkeltjes in haar bruine ogen leken Ivy uit te lachen. Af en toe, dicht bij de pupil, was er spottend een klein vlekje geplaatst. Ivy stelde zich voor hoe de schilder van haar wereld plotseling zin kreeg om haar te verdoemen en haar ogen bruin te schilderen. Verfstreek voor verfstreek, ondertussen wijd glimlachend. In de groene vlekjes leek Ivy een fragment van een bos te herkennen, en ze wou dat ze die vlekjes kon uitzoomen, zodat ze het bos verder kon bekijken. Maar haar ogen waren onverbiddelijk: er was helemaal geen bos in te herkennen. En ze waren niet blauw, zoals ze hoorden te zijn. Niet meer.
Ivy hapte geschrokken naar adem en liet de spiegel vallen, waardoor het glas brak en er een robijn of twee af brak. Ze blikte even naar de menigte, waarvan sommigen als een bende bloedhonden stonden toe te kijken, wachtend op het moment dat de hoofdOculus Ivy mee zou nemen naar de Cellen, waardoor ze ongestoord met z'n allen op die twee robijnen met een 'kubieke centimeter'-formaat konden afstormen.
'Hmm... Zoals ik al dacht. Een magisch medaillon.' De hoofdOculus keek onderzoekend naar Ivy's medaillon. Ze liet het gescheurde touwtje door haar vingers heen glijden en liet het medaillon van haar ene hand in haar andere vallen, steeds opnieuw.
'Het is inderdaad wel beter dan lenzen.' zei ze, meer tegen zichzelf dan tegen Ivy.
'Maar je wist zelf niet eens dat je bruine ogen had, hé? Of wel?' Nu keek ze Ivy recht aan, met een staalharde, ijskoude blik. Ivy schudde langzaam haar hoofd, nog steeds niet helemaal bewust van wat er net gebeurd was. Ze zat op haar knieën, met haar hoofd naar voren gebogen. Ze bestudeerde de groeven in de stenen onder haar. Elke vorm van afleiding was beter op dit moment.
De hoofdOculus hurkte zich recht tegenover haar, met het medaillon voor haar uitzwaaiend.
'Dit medaillon zorgde ervoor dat je blauwe ogen en dus bescherming kreeg. Maar dat had je vast al opgemerkt, als je tenminste niet dom bent.' Met dat als haar laatste woorden stond ze op. Ivy zag haar niet, want ze had besloten dat de stukjes mos tussen de groeven interessanter waren dan het gezicht van de hoodOculus.
'Marktplein,' was alles wat Ivy haar nog hoorde zeggen. Ze was de Oculi aan het verwittigen. Ze gingen Ivy naar de Cellen brengen. Nee. Nee, nee, nee, nee, nee. Ivy zocht in de diepste krochten van haar gedachten een oplossing, een laatste poging om hieraan te ontsnappen. Ze zou nu makkelijk kunnen wegrennen, maar dan zou ze zich voor de rest van haar leven moeten verstoppen, en uiteindelijk zou ze ooit wel eens gevonden worden. Haar toekomst zag er in elk opzicht gewoon hopeloos uit. Alhoewel, als ze vermoord ging worden, had ze al helemaal geen toekomst meer.
Een sterke greep klemde zich om Ivy's pols. Eerst probeerde ze zich los te wrikken, haar ietwat trage reflex, maar ze gaf het op toen de greep om haar arm zich verstevigde. Ze hoorde niet eens verrast te zijn. Ze wist toch al dat ze door een aantal Oculi letterlijk meegesleurd zou worden. In het slechtste geval zou het vel van haar benen helemaal openscheuren door over de grond te schrapen. Tot haar verbazing kwamen er geen tientallen andere handen zich rond haar arm vestigen. Ze had verwacht dat de Oculi toch alles zouden doen zodat de gedetineerden niet zouden kunnen ontsnappen. Niet dat Ivy al zou kunnen ontsnappen met deze levende handboei aan haar zij.
Na wat een eeuwigheid stappen leek, voelde Ivy zich tot haar schrik opgeheven worden. Ze had al de hele tijd haar ogen dicht gehad om de geschokte gezichten onderweg te vermijden. Door de ruwe stemmen die ze had gehoord, die aan de Oculus die haar meenam hadden gevraagd waar hij haar zou 'dumpen', vermoedde Ivy dat ze zich in de Cellen bevond. Haar vermoeden werd bevestigd toen ze plots even gewichtloos tussen de armen van de Oculus en de grond zweefde. En toen gleden haar knieën als schuurpapier over de grond. Ze werden eraan opengehaald en ze voelde hoe er vuil in haar nieuwe wonde kwam. Haar ogen schoten open.
'Welkom in je tijdelijke onderkomen.' zei de Oculus, terwijl hij de tralies van haar cel sloot. Hij grijnsde nog even verontschuldigend naar haar voordat hij in een lange, donkere gang verdween. En toen was er alleen maar stilte om haar te vergezellen. Ivy snikte zachtjes en wreef over haar pijnlijke wonden. Ze trok samen toen die nog meer prikten. Haar tranen hielpen ook niet. Ze kreunde en sloeg haar armen om haar knieën en bleef daar als een getraumatiseerd kind zitten. Ze wiegde even naar voren, dan weer naar achteren.
Ze wist niet hoelang ze al zo bezig was, ze had nog niet eens de tijd genomen om haar cel te observeren of zelfs maar te kijken of de Oculi wat eten hadden achtergelaten. Tot plots...
...een geluid. Het geluid van iemand die lichtjes verkouden is en zijn of haar neus optrekt. Ivy drukte met haar handpalmen tegen de grond om zichzelf recht te krijgen. Ze draaide zich tergend langzaam om, bang voor wat ze zou kunnen zien. In de hoek van de cel zat een bruinharig meisje ineen gekrompen. Ivy schatte haar in als ongeveer 15. Ze wendde snel haar hoofd af toen ze zag dat Ivy naar haar keek. Ze wurmde haar magere gestalte nog verder in het hoekje en frommelde haar hoofd daar nog ergens tussenin. Ivy schoof nieuwsgierig dichterbij. Ze zag dat het meisje van top tot teen rilde. Ze was bang voor haar.
'Eh, hallo.' Ivy's eerste poging om het meisje te doen opkijken. Mislukt. Ivy likte haar lippen af en zocht naar woorden waardoor ze haar gerust kon stellen.
'Je hoeft niet bang van me te zijn. Ik ben niet gestoord of zo.' Bij dat laatste leek het meisje zich te ontspannen. Nu durfde ze Ivy recht aan te kijken. Meteen werd Ivy overspoeld door een heftige déjà vû. Ze kende dit meisje. Een beeld kwam in haar hoofd te boven drijven. Een hologram. Daar had ze het meisje gezien. Ze had haar ondertiteling gelezen.
Het was Prone Omnett.

JE LEEST
Ytherna
Science-FictionHoe zou het zijn om in een wereld te leven waar het verboden is geen blauwe ogen te hebben? Een hel, volgens de 15-jarige Ivy. Met haar vader die ze door dat verbod verloren is, heeft ze geen enkele reden om van haar versplinterde maatschappij te ho...