Part #16

89 8 0
                                    

Prone had sinds ze Ivy vonden zowat een eeuwigheid op dit moment gewacht; June sliep. Met haar lichaam klein en ineengekrompen zag ze er heel even vredig uit, bijna lieflijk. Er was zelfs een zachtaardige glimlach om haar lippen geslopen. Prone vroeg zich af waar ze nu van droomde, wat er zich nu in haar zieke hoofd afspeelde.

Ivy kwam stilletjes naast haar zitten en had blijkbaar ook door dat, nu June hen niet kon horen, ze eindelijk een rustig gesprek konden voeren. Ivy was dan ook weer  de eerste om het gesprek te starten, tegenover de eerder stille Prone.

'Waar heeft June in godsnaam dat pistool vandaan gehaald?' vroeg ze. De vraag zat al even in haar hoofd en worstelde zich er nu zonder moeite uit.

'Voordat we jou vonden', begon Prone 'is June met haar voet op iets gestuit in de sneeuw.  Ik wou haar vragen wat het was, maar ze bleef er alleen maar vloekend tegen schoppen, en werd alleen maar verschrikkelijk boos als ik nog maar bij haar in de buurt kwam.'

'Klinkt alleszins als iets voor June', onderbrak Ivy haar, gevolgd door een klein, voor haarzelf bedoeld knikje.

'Inderdaad', bevestigde Prone. 'Je wilt niet weten wat June nog zoal doet.'

'Dat wil ik inderdaad niet', beaamde Ivy. Het gesprek viel even stil, maar toen wist Prone weer opnieuw de draad van haar verhaal op te pakken.

'Dus, nadat June gekalmeerd was, gingen we samen kijken wat het was. Daar vonden we vreemd genoeg een ijzerplaatje, en toen ik mijn best deed de inscriptie te lezen, ontdekte ik dat het een soort van geïmproviseerde grafplaat was, waarschijnlijk afkomstig uit de periode van de verwoestingen, te zien aan de staat ervan. Daarachter vonden we een klein veldje met kiezelsteentjes, die al lang verspreid waren geraakt door de eeuwen heen - en natuurlijk ook door de sneeuw -, met in het midden daarvan een pistool. Ik denk dat het ode was aan de dode; misschien hield hij wel van jagen of iets dergelijks. June griste het natuurlijk meteen mee, weer eens verschrikkelijk gefascineerd door een moordwapen.' Prone rolde met haar ogen, zoals ze dat wel vaker deed.

'Ik vraag me af hoe ze heeft uitgevonden dat dat ding nog kogels had. Waarschijnlijk heeft ze er eerst bijna haar eigen voeten mee afgeknald, als ik me niet vergis?' gokte Ivy. Prone lachte zacht, zich inhoudend om het niet uit te beginnen  schateren om June niet wakker te maken. Op dat moment - toevallig - bewoog June zich even, nog steeds diep verstrikt in haar slaap, en maakte een kort, kreunend geluidje. Ze draaide haar hoofd daarbij, nog steeds slapend, even naar hen toe, en Ivy bemerkte, als ze zich niet vergiste, een vreemde, gepijnigde uitdrukking in haar blik.

Ivy zag ook dat Prone de behoefte had haar wakker te maken, dus ze trok haar snel terug aan haar schouder en fluisterde: 'Ik ben niet harteloos, maar dit is geen tijd voor medelijden. Ik wed dat June alleen maar aan het dromen is dat ze de kans om mij te vermoorden gemist heeft.' Ivy grijnsde ingetogen.

Prone keek even bedenkelijk voor zich uit en plofte dan weer naast Ivy in de sneeuw, waarbij er een beetje sneeuw opsprong en die dan op Ivy's broek belandde. Ivy zette voor de grap haar semi-onthutste uitdrukking op en zei met zo'n gevormd, hoffelijk accent dat het al bijna op dat van de Britten, een volk dat honderden jaren geleden samen met alle steden ter wereld is weggevaagd, leek: 'Het is al net zo verboden sneeuw op mijn broek te morsen als het niet hebben van blauwe ogen. Wij, de Oculi, zullen je hiervoor laten boeten. Je mag met een dobbelsteen gooien om te beslissen op welke manier je sterft. We hebben de elektrische stoel, krachtige stroomstootwapens en nog véél meer. Persoonlijk verkies ik het vierendelen, dat biedt het meeste vermaak om naar te kijken.' Ze deed daarbij nog eens alsof ze haar denkbeeldige jurk goed trok en keek alsof haar haar wel goed zat.

'Leuke imitatie van de hoofdOculus', zei Prone met haar zeldzame glimlach.

'Maar zeg nu eerlijk, ze is echt zo'n feeks. Door mensen als haar is deze hele maatschappij afgebrokkeld tot wat er nu van over blijft: een maatschappij waar je verplicht wordt een bepaalde oogkleur te hebben omwille van wat stom bijgeloof.' Prone antwoordde niet, staarde Ivy alleen wezenloos aan.

'Er is ook iets wat ik me afvraag', ging Ivy verder.

'En dat is?' vroeg Prone, plotseling geïnteresseerd.

'Waarom de hoofdOculus eigenlijk "hoofdOculus" genoemd wordt.' Ze zweeg even, maar ze kon het niet laten toch snel antwoord te geven op Prones vragende blik en zei: 'Oculus is Latijns voor "oog", dat weet je toch?' Prone knikte vertwijfeld.

'Wel, ik studeer dus Latijn, alhoewel die taal verschrikkelijk oud is - ik vind het gewoon best interessant. Maar de uitgang "-us" wijst op mannelijkheid, en voor zover ik weet kun je adjectieven in het Latijn vrouwelijk maken door de uitgang te vervangen door "a". Maar met een beetje fantasie zou je die regel ook kunnen gebruiken bij substantieven.'

'Dus?' vroeg Prone niet-begrijpend.

'"HoofdOculus" wijst op een man, terwijl de hoofdOculi tot nu toe alleen nog maar vrouwen zijn geweest. De correcte  term zou eigenlijk "hoofdOcula"  moeten zijn.

'Tja, eigenlijk zit er inderdaad geen enkele logica in', gaf Prone toe. 'Ik vraag me nu ook wel af waarom ze haar niet "hoofOcula" noemen.' Ivy leek even na te denken, en een beetje later lichtte haar gezicht op en leek ze een binnenpretje te hebben, want ze begon daarna in haar vuist te lachen.

'Misschien is de hoofdOculus wel een transgender', concludeerde Ivy dan, gevolgd door een schaterlach van beide meisjes. Ze vergaten wel alleen nog de slapende June, die het volgende moment rechtop zat en nijdig om zich heen keek. Ze had al meteen haar pistool in de aanslag, wat volgens Ivy een echte reflex was voor een moordenaar, of tenminste een gewelddadig iemand.

'Wat doen jullie?!' snauwde ze, en Prone kromp in elkaar en probeerde June tevergeefs te laten kalmeren.

'Jullie hebben je tijd om te slapen verspild!' Nu is er geen tijd meer, want ik ga eten zoeken, en jullie gaan niet tegenstribbelen.' Daarmee brak ze Ivy's en Prones woorden voor de rest van de dag af; ze zouden amper nog durven praten met de gestoorde June die hen steeds op de hielen liep.

'Kom op, jullie gaan voor!' Ze porde Ivy met haar pistool in haar rug, en Ivy liet haar rustig begaan, hield zelfs haar eigen adem in.

Ze kon dan wel nog zo onvoorzichtig zijn, maar Ivy wou nog niet dood. Nog niet.

YthernaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu