Part #18

90 5 1
                                    

Ivy nam een grote beet uit het konijn, en nog een. Al die tijd had ze niet kunnen beseffen dat ze zoveel honger had. Ook had ze niet kunnen beseffen dat June, misdadig gestoorde June, zojuist haar leven verlengd had, al was het maar een klein beetje.

June zat er zelf bij te kijken alsof haar konijn haar gehypnotiseerd had; zelfs Ivy's observerende blik negeerde ze. Misschien was er een dan toch nog hoop. Niet per se voor June, maar voor Ivy. En Prone. Ze konden dit samen wel overleven.

Die hoop gloeide als een kachelvuurtje in Ivy's borstkas op. Ja, ze konden dit overleven.

Ivy begon te glimlachen bij de gedachte dat ze als een revolutionaire leider haar stukje konijn door de lucht zwaaide en 'Wij zullen dit overleven!' schreeuwde. Ze kon zich eigenlijk wel voorstellen dat ze dit deed, als je June even negeerde. Prone, opmerkzaam als altijd, zag haar glimlach en beantwoordde die met een andere glimlach. Ze kon helemaal niet weten waar Ivy aan dacht, maar ze deed alsof ze dat wel wist. Ze dacht waarschijnlijk dat Ivy gewoon blij was dat haar maag tenminste een beetje gevuld was.

En daar had ze ook wel gedeeltelijk gelijk in.

~~~~~~~~~~

Beryl struikelde vloekend over een boomwortel die voor haar net iets te veel uitstak. Het eerste waar ze aan dacht terwijl ze daar op de grond lag? Haar haar weer in orde krijgen. Haar vingers gebruikte ze daarbij als kam en ze wenste vurig dat ze een spiegel bij zich had om te kijken hoe erg de schade was. Met schade bedoelde ze zowel haar haar als de vegen eyeliner en mascara die nu waarschijnlijk door de val tot ver rond haar ogen doorliepen. Ze moest er waarschijnlijk uitzien als een panda.

'Draven', zei ze, en haar uitgestoken hand zei de rest. Ze leek niet echt op iemand die in nood was en een hand nodig had, eerder op een verwende prinses die een onderdaan beval haar uit bed te trekken.

Draven zei er niets op, gaf noch een reactie.

'Draven,' zei ze nogmaals, nu nog dringender, 'trek me recht.' Dat ze er niet eens de moeite voor deed om er een "alsjeblieft" aan toe te voegen zei voor Draven genoeg. Hij sloeg onverbiddelijk zijn armen over elkaar en bleef spottend op haar neerkijken. Hij had er genoeg van en vond het nodig dat Beryl eindelijk eens in de gaten kreeg dat hij niet haar persoonlijke slaaf was.

 'Draven!' riep ze nu met een gefrustreerde, scherpe stem. Draven zou haar toon nu zelfs tuttig willen noemen. Sinds het voorval met de Oculi was hij fanatiek begonnen vriendschappelijke gesprekken en de dingen die hij en Beryl samen deden, die dingen die meer dan vriendschappelijk waren, te vermijden.

'Beryl', zei hij dan alleen maar waarschuwend. Hij had Beryls volgende reactie al kunnen voorspellen. Voor de hand liggend. Cliché. En ook zo, zo dom. Beryl was dat soort meisje dat dacht alles te kunnen krijgen wat ze wou, dat ook nooit de waarheid wou aanvaarden of zelfs maar geloven, en dat nooit doorhad hoe erg ze op andermans zenuwen werkte. Ze ging alleen maar door met haar probleemloze leventje. Deze dingen had Draven in de Cellen en vanaf de Slachting allemaal zelf uitgevogeld, en misschien zou hij straks nog wel zeggen wat hij écht over haar dacht. En dan? Gedaan met dat vervelend gegiechel van haar als ze eens niet klaagde over het feit dat sinds de verwoestingen alleen maar de technologie er op vooruitgegaan was en de huidige mode haar niet aanstond.

'Draven, waarom help je me niet? Alle vriendjes doen zulke dingen voor hun vriendinnen.' Ze slaakte daarbij een overdreven zucht. Het zinde Draven niet dat hij als een vervangbaar iets in de categorie "alle vriendjes" geclassificeerd werd. Het begon hem ook al te irriteren dat ze nu al voor de vierde keer op rij aan het begin van een zin zijn naam kweelde.

'Waarom ik je niet help?' Draven haalde even diep adem. 'Omdat je een ongelofelijke trut bent die denkt me te kunnen gebruiken wanneer ze er zin in heeft.' Beryl hapte ongelovig, maar niet echt geschokt naar adem. Draven had zich ondertussen al bijna met zijn rug naar haar toe gedraaid. Ze kon slechts een door de zon verlicht deel van de zijkant van zijn gezicht zien. Het stak fel af tegen zijn donkerblond haar, ook nog eens beschaduwd door een boom - wat verwachtte je hier anders te zien?

'Wat bedoel je? Komaan, Draven, ga je nu niet als een mislukte misdadiger gedragen.'

'Daar geef je me al meteen mijn reden. Je geeft alleen om mijn reputatie, omdat je denkt dat ik zo'n populaire gast ben door de personen met wie ik om ga. Dat ben ik misschien ook wel volgens sommigen; ik hoor sommige meisjes wel eens opgewonden over me fluisteren hoe graag ze in mijn nek zouden springen.' Er trok even een zelfgenoegzame glimlach om zijn lippen, maar die verdween toen hij Beryl opnieuw aankeek.

'Dat is het n...'

'Dat is het wel, Beryl! Accepteer het maar eens! Oké, ik ben ook nooit een geweldige goedzak geweest tegenover iedereen, misschien was ik zelf egoïstisch, maar dat gaat in het niets op tegenover jouw persoonlijkheid.' Stilte. Een lange, pijnlijke stilte. Draven vond toch dat hij weer het woord moest nemen, voordat Beryl zich weer als dat onschuldige en gekwetste meisje ging gedragen dat ze niet was.

'Maar jij bent altijd iemand geweest die al de mensen rondom zich gebruikt. En de mensen die je niet om je vinger kunt winden probeer je spijt te laten krijgen, desnoods neem je zelfs wraak of negeer je ze alsof ze niet meer zijn dan een fruitvliegje dat zomaar voorbij zoeft.'

Beryl probeerde nog steeds te doen alsof het haar werkelijk iets deed, en dat deed Dravens woede alleen meer oplaaien.

'En als je het nog niet door had, het is uit.'

'Wat?' Beryls komedie begon langzaam af te zwakken en er kwam weer iets snerpends in haar stem. Door Dravens lichaam stroomde een golf van een overwinning die nog moest komen. Hij had nog slechts een aantal woorden nodig om haar te breken.

 'Ja, Beryl. Het is gedaan. Fini!' Hij gooide zo achteloos zijn handen in de lucht dat niemand zou denken dat hij zojuist zijn relatie beëindigd had.

 'Ik dacht dat talen nooit je sterkste punt was', wierp ze hem scherp tegen. Haar eigen komedie had haar al verveeld, dus nu besloot om toch maar weer het laatste woord te hebben. Toen duwde ze  zichzelf recht en liep ze recht op Draven af, die geen vin verroerde. Op het moment dat ze net voor hem stond probeerde ze met beide handen Draven aan zijn schouders naar achteren te duwen. Maar het was slechts een zwakke poging.

'Is dat alles wat je hebt? Is dat alles wat je kan als het op kracht aankomt?' riep Draven haar spottend toe. Beryl zuchtte verslagen, maar stiekem had ze wel nog eens een poging willen wagen.

'Is dat alles?!' Zijn stem klonk alsof hij zo kon overslaan. Beryl deinsde plotseling achteruit, bang voor deze nieuwe Draven. De gevaarlijke Draven. De Draven die de oude Draven niet meer was en niet meer zomaar al het commentaar lachend van zich afsloeg. Deze Draven leek in staat te zijn om te vechten om toch maar niet klein gekregen te worden.

'Het ergste van alles aan jou, Beryl, is de fout die je hebt gemaakt de dag dat je je door de Oculi liet pakken.  Niemand kan echt aan hen ontkomen, dat begrijp ik. Maar waarom moest je mij nu daarin betrekken? Waarom moest je zo nodig mij verraden door te zeggen dat ik bruine ogen heb?' Zijn woorden kwamen eruit onder een gesis van woede. 'Omdat jij een egoïste bent. Je wist dat we zouden sterven. Zowat iedereen weet dat! En jij kon sterven en mij verder nog een gelukkig leven laten leiden - dat ging ook zonder jou -, maar jij moest mij natuurlijk ook weer die kans op sterven met jou "gunnen" omdat jij je de dagen voor je dood niet eenzaam wou voelen!'

Beryls gezicht. En het volgende moment een vuist in haar gezicht. Verschrikt schreeuwde ze het uit, zo luid dat je even verwachtte dat er net als in een animatiefilm enkele vogels zouden opvliegen. Dat deden ze niet - wie weet genoten de vogels hier al even veel van als Draven.

Toen Draven zijn vuist terug naar zich toe trok keek hij er even naar, niet beseffend wat hij zojuist had gedaan. Dan glimlachte hij zacht.

Hij had er geen schuldgevoel aan over gehouden. En die gedachte liet alleen nog maar meer dat gevoel van euforie en leedvermaak door zijn lichaam stromen. Hij was niet meer wie hij was geweest.

En dat zou hij hopelijk ook nooit meer zijn.

YthernaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu