De rest van hun tocht was woordeloos. Zelfs Beryl was slim genoeg om Draven met rust te laten, anders zou ze hoogstwaarschijnlijk in het ziekenhuis belanden, als er in de verlaten bossen buiten überhaupt Ytherna ziekenhuizen waren. Mocht ze toch door hem in elkaar geslagen worden, zou ze doodbloeden in de sneeuw of bezwijken aan haar verwondingen. Of net niet sterk genoeg zijn om de hele terugweg naar Ytherna aan te vatten.
Het maakte haar eigenlijk niet uit, want als ze weer in Ytherna belandde, werd ze gegarandeerd doodgemarteld. Dit keer zonder het schijnheilige medelijden van de hoofdOculus.
En nu verwierp haar vriend haar. Waarom? Omdat ze hem met haar deze situatie in had gesleurd? Kende hij dan geen eindeloze liefdesbeloftes of uitdrukkingen als "Als jij sterft, dan sterf ik met jou"? Ze had het juiste gedaan - dat vond zij tenminste - en Draven dacht natuurlijk weer beter te weten. Hij was veranderd, op een manier die ze niet kon bevatten. Hij had geen greintje respect voor haar meer, zelfs geen zelfrespect als je bedacht dat hij het over zijn hart kon krijgen een meisje te slaan.
Beryl zou hem terug pakken. Als ze kon, zou ze zich wreken. Dat had ze na dit alles wel verdiend, vond ze.
Ze schrok op uit haar gedachtegang toen Draven zonder enige waarschuwing begon te rennen. Beryl keek hem even verbijsterd na en probeerde hem bij te houden. Een scherpe tak sloeg tegen haar gezicht aan en haalde haar wang open, zo voelde het althans. Draven rende gespannen door en verdween wat verder aan haar zicht om even daarna weer te verschijnen.
'Draven!' Ze spuugde een hele reeks aan scheldwoorden zijn richting uit. 'Blijf toch staan!' Draven blikte even achterom - het leek hem niet kunnen schelen of hij tegen een boom aanliep - en glimlachte vals.
'Oh, komaan, zeg me nu niet dat je nu al moe bent. Ik zie je trouwens graag lopen, het kan zeker niet slecht zijn voor je conditie. Zo zie je dat föhnen nog niet zo'n goede sport is als je denkt.' Hij lachte, en Beryl beet gefrustreerd op haar lip. Ze wou hem een heleboel niet zo vriendelijke woorden toeschreeuwen, maar ze wist maar al te best dat ze de confrontatie met Draven niet aankon.
Ze rende hem nog steeds buiten adem achterna, haar gedachten briesten een hatelijk 'Genoeg!' dat ze niet durfde uit te spreken. Draven stormde, schijnbaar moeiteloos, door een dicht net van boomstammen en leek weeral gereduceerd te worden tot enkele flitsen van het donkerblauwe van zijn nepleren vest. Een beetje later was hij verdwenen.
Beryl gaf alles wat ze kon - of misschien toch niet helemaal - in een eindsprint door planten die Draven niet leken te hinderen. Niets leek hem te hinderen, alsof hij op net een halve meter van de werkelijke grond een verhoging had waar alleen hij op kon stappen. Beryl herinnerde zich oude verhalen over een man wiens naam ze vergeten was die op water kon lopen. Ze had erover geleerd in de geschiedenislessen, iets waar ze zich sowieso al niet druk over maakte. Waarom zou ze ook? Alle religie was samen met miljoenen, miljarden mensen tijdens de verwoestingen ten onder gegaan.
Hijgend liet ze zich neerzakken in de sneeuw. Ze kon niet meer, vond dat Draven het toch niet waard was. Hij was gek als hij dacht dat ze een hele marathon voor hém zou lopen, degene die haar 5 minuten geleden nog geslagen en vernederd had. Tot haar lichaam leek te verkleumen was er alleen maar stilte, iets waar ze nooit een behoefte aan heeft gehad, tegenover zo veel andere meisjes. Stilte was saai, vriendeloos. En vriendeloos betekende niemand om mee te praten hebben, sociaal ten onder gaan. En geen vriendinnen hebben om je eyeliner te doen, bedacht Beryl zich.
Net toen ze de gedachte dat ze zou doodvriezen aanvaard had, hoorde ze het zachte geluid van een krakende tak. Onmiddellijk hief ze haar hoofd, dat de hele tijd moedeloos tegen haar knieën aan had gelegen. Draven kwam vanuit het doolhof van bomen opnieuw naar haar toe, een vage schim die misschien wel een hallucinatie was. Hij had duidelijk gemaakt dat hij niets meer om haar gaf. Helemaal niets.
Toch kwam hij langzaam dichterbij zonder dat zijn gestalte oploste in het niets. Beryl kroop naar hem toe en raakte hem aarzelend aan, niet helemaal wetend of hij echt voor haar stond. Hij was haar enige kans op overleven geweest; Beryl had geen idee hoe ze moest jagen, waar ze moest schuilen of welke dingen in de natuur eetbaar waren en welke niet. Ze haatte hem, hij haatte haar, maar toch was ze zo afhankelijk van hem. En juist daarom haatte ze hem nog meer.
'Jij gaf toch niets om me?' Beryl stond op. Ze besefte hoe afhankelijk en kwetsbaar ze zich de voorbije minuten had gedragen en haatte zichzelf ervoor. 'Ben je teruggekomen omdat je me zo miste?' sneerde ze.
'Ik ben teruggekomen omdat jij, als ik dat niet deed, al half bewusteloos zou zijn. Leer eens voor jezelf zorgen.' Draven vermeed nauwkeurig haar blik.
Beryl dacht aan de honger die door haar lichaam stormde en haar buik monsterlijke geluiden liet maken, en besefte dat hij gelijk had. In zijn ene hand hield hij een bloederig stuk vlees vast. Ze had het eerder niet opgemerkt, maar zijn onderlip zag rood.
'Is dat...'
'Ja, vlees. Geen idee van welk dier, het zag er nogal misvormd uit. Waarschijnlijk zo'n soort die na de verwoestingen serieus geëvolueerd is. Tegenwoordig weet niemand nog wat er hier allemaal nog rondloopt.' Hij keek even geconcentreerd in de verte - een kant van de nieuwe Draven, vond Beryl. Hij had sinds ze in de Cellen beland waren meer woedeaanvallen, meer karakter gekregen. Tegelijkertijd had hij ook zijn stille, ondoordringbare kant gekregen. De Slachting leek iedereen die er middenin zat veranderd te hebben, maar Beryl voelde zich nog steeds dezelfde persoon als ze altijd al was geweest.
'Heb je serieus een of andere mysterieus dier achterna gezeten om dan uiteindelijk weer naar mij toe te komen en me ook een stuk te geven?' Onwillekeurig trok ze haar wenkbrauw op.
'Ja', was zijn korte antwoord.
Draven had zojuist haar leven gered.
Toch zou Beryl hem blijven haten.
JE LEEST
Ytherna
Ciencia FicciónHoe zou het zijn om in een wereld te leven waar het verboden is geen blauwe ogen te hebben? Een hel, volgens de 15-jarige Ivy. Met haar vader die ze door dat verbod verloren is, heeft ze geen enkele reden om van haar versplinterde maatschappij te ho...