Part #10

139 7 1
                                    

Een harde klap liet op haar wang een vurige handafdruk achter. Ivy schreeuwde venijnig naar de Oculus, de rozige plek aftastend. Toen het brandend gevoel opsteeg, trok ze die snel weer terug. Ze werd bruusk naar voren getrokken, waardoor ze wel moest kijken in de ogen van de Oculus. Haar pols werd verpletterd door de hand die eromheen geklemd zat.

'Ik zou maar niet met mij spotten, meisje.' Hij spuwde 'meisje' uit alsof het vergif in zijn mond was. Toen sloeg hij haar opnieuw, deze keer harder. Maar Ivy bleef haar hoofd omhoog houden. Zonder enige angst zei ze: 'Denk je dat je nu geweldig stoer bent omdat je een meisje slaat? Ik zou je eerder zielig noemen.'

De Oculus brieste. De haat stond in zijn ogen getekend. Hij hief even zijn hand op, alsof hij haar iets aan wou doen, maar leek zich te bedenken.

'Vermoord me maar. Geen probleem, een verschil van 5 minuutjes maakt toch niet zoveel uit. O, je bent bang dat ze jou gaan vermoorden als je het nu doet? Wat jammer toch.' Ivy kreeg het voor elkaar om de woorden met een mierzoete stem uit haar mond te krijgen. Ze grimaste, en genoot hier duidelijk van. De Oculus die Prone moest leiden gooide zijn collega een waarschuwende blik toe. En zo werden Ivy en Prone uiteindelijk naar buiten gesleurd, hun dood tegemoet.

Het begon met het zonlicht dat op wat gesmolten sneeuw schitterde, waardoor ze instinctief beiden hun ogen dichtknepen. De reusachtige, ijzeren poort van de Cellen stond open. De afzonderlijk vergrendelde deuren stonden allebei naar buiten gericht. Als Ivy niet beter wist, zou ze nu 'Vrijheid' gedacht hebben.

Na een tocht die niet minder lang duurde dan die waarbij Ivy naar de Cellen werd gebracht, kwamen ze aan op het met mensen bezaaide marktplein. Alle mensen die er op deze wereld nog leefden - wat overigens niet bijzonder veel meer was, hooguit een duizendtal - hadden zich allemaal naar dit plein geschaard. Ivy voelde zich ingesloten door iedereen die haar, of vol afgunst, of medelijdend aankeek. Op het kleine podium in het midden zaten een aantal jongeren van haar leeftijd, en ze vroeg zich af waarom. Was je als 15-jarige dan zó onvoorzichtig dat je gelijk door Oculi gepakt werd?

Ze herkende al de gezichten van de hologrammen. June Omnett, Beryl, Draven, Dagger en Fayn. Ze zaten allemaal hulpeloos op een rij, geknield en geboeid met armen en benen aan houten stokken. Ze stond even stil toen ze de geluidloze schreeuw zag die June naar Prone mimede. Het leek: 'Nee, niet jij ook al!' te willen zeggen. Maar dat was niet hetgene wat Ivy zo verbaasde.

Van dichtbij zag ze haar ogen. Ze hadden een kleur die net iets lichter was dan zilver, net geen wit. Als je iets verderaf stond, zou je bijna denken dat ze geen iris had en haar pupil maar ergens in de leegte rondzweefde. De kastanjebruine lokken - precies hetzelfde kleur als Prones haar - die uit haar onhandig opgestoken dot waren ontsnapt, dansten mee op het tempo van de wind. Op zich was ze wel een mooi meisje, dacht Ivy, maar er was iets krankzinnigs aan haar blik, zoals eerder op het hologram. Ivy had echter geen tijd meer om erover na te denken, want ze werd alweer hard in haar rug gepord door de Oculus. Terwijl ze het trapje naar het podium opstapte, zag ze de 2 andere paaltjes die naast dat van June waren geplaatst. Ze moest al bijna kokhalzen bij het idee dat ze daar straks ook aan vast ging zitten. Het zou de laatste plaats zijn waar Ivy nog zou leven.

Ze sloot haar ogen, knielde op het bevel van de Oculi en aanhoorde het gekling van de boeien die rond haar polsen en enkels werden bevestigd. Het geroezemoes onder het volk viel stil en de stilte werd meteen weer ingeruild door een vervelend geklik van hoge hakken die op het geïmproviseerd houten podium dichter naar haar toe kwamen. Ivy draaide zich om - of dat probeerde ze tenminste - en zag vanuit haar ooghoek een vrouw die leek te verdrinken in haar oversized zwarte jurk.

'De hoofdOculus', fluisterde Ivy vol walging naar Prone. Datzelfde moment draafde de hoofdOculus naar de staande micro die zich net achter Dagger bevond. Ze keek superieur op hen allen neer, terwijl zijzelf angstig werd aangestaard door de menigte die onderhand al elke vierkante centimeter rondom het podium had ingenomen. En vanaf dat moment luisterde iedereen naar haar, naar haar schrille stem die lichtjes vervormd werd door de micro.

'Beste Ythernesers,' begon ze. Ze liet even een onopvallend kuchje horen, het soort dat je op het begin van een lang verhaal liet horen, om voor de rest ononderbroken verder te kunnen vertellen. 'Wij weten allemaal, al sinds de verwoestingen, dat degenen die geen blauwe ogen hebben mogelijk over een duivelse kracht beschikken.' Ivy rolde met haar ogen. 'Slechts een handvol mensen overleefde de natuurrampen waar ze indertijd mee geteisterd werden. Uiteraard, en dit is geen toeval, zoals de meesten onder jullie denken, hadden ze allemaal blauwe ogen. Nadat zij zich echter hadden voortgeplant en een deel van het nageslacht een ander kleur ogen had gekregen, hoogstwaarschijnlijk door de genen van hun grootouders, verslechterde de situatie opnieuw. En toen ontstond de protestgroep, die tot deze tijd nog steeds bestaat omwille van hun effectiviteit : de Oculi. Nadat zij degenen met een andere oogkleur dan blauw hadden uitgeroeid, verbeterde het weer in verband met de natuurrampen. Sterker nog, tot de dag van vandaag zijn er helemaal geen rampen meer geweest! Daarom moeten wij nu deze wezens' - ze priemde met haar vinger in Ivy's richting -'uitroeien. Voor ons volk!' De stilte verging door het gejuich van de voorstanders van de Oculi, en door het geklaag van degenen die niet overtuigd waren door de uitleg die de hoofdOculus elke keer opnieuw gaf.

Prone tikte op Ivy's schouder. 'Is dat niet dezelfde speech als die die ze vorig jaar gegeven heeft?'

Ivy haalde haar schouders op.

'Dus,' zei de hoofdOculus om de aandacht opnieuw op haar te vestigen, 'omdat we geloven dat ze ons niet kunnen schaden zolang ze zich buiten Ytherna bevinden, - en omdat we enorm mild zijn dit jaar - laten we ze eerst injecteren met een verdovend middel, waarna we ze door een Oculus ver buiten Ytherna laten brengen en daar achterlaten. Daar kunnen ze verder overleven in de wildernis, zonder dat ze ons mogelijk kunnen schaden.'

'Overleven noemen ze dat', mompelde Ivy. 'Het is winter, en in de buitenwereld is alles verwoest. Ze laten ons uiteindelijk toch gewoon sterven.' Prone reageerde niet. Ze was duidelijk diep in gedachten verzonken.

Het volgende moment stormden de Oculi het podium op. Ivy voelde haar armen en benen bevrijd worden, en wou zich eerst door gewoonte uitstrekken. Ze zag dat ze allemaal naar afzonderlijke, beschutte plaatsen gebracht werden. Het gebeurde allemaal heel snel, en even later bungelde er voor haar een injectiespuit, met een bedreigend lange naald. De naald plantte zich in haar huid, en even dacht Ivy dat ze doodging. Misschien hield de hoofdOculus zich wel niet aan haar belofte. Misschien stierven ze nu al allemaal door het vergif in de injectie.

De kleuren op Ivy's netvlies vloeiden samen. Er beukte iets binnenin tegen haar hoofd aan. Haar gedachten vervaagden als een oude foto en Ivy's geest vloeide weg. En toen was er alleen maar duisternis.

YthernaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu