2

140 29 19
                                    

De frons die langzaam tussen haar wenkbrauwen ontstaat is diep en leidt hem af. Hij vindt haar mooi. Hij vindt alles aan haar mooi, maar hij vindt haar niet leuk. Eigenlijk weet hij helemaal niet wat liefde is. Ze kijkt op van zijn gemompel en hij schrikt ervan. Een glimlach bereikt haar lippen en de frons verdwijnt als sneeuw voor de zon. 'Ik had je nog helemaal niet gezien.' Hij knikt afwezig en gaat naast haar zitten op het bankje. Ze drukt een snelle kus op zijn wang en slaat haar boekje dicht. Hij kijkt naar de zwarte vlekken op haar vingers. 'Mijn pen lekte', verklaart ze snel. Ze ziet er onzeker uit, puur en alleen omdat ze niet weet waar hij aan denkt. Hij lacht nooit, omdat hij niet goed is met emoties. Hij had 'ja' gezegd op haar vraag of hij verkering wilde, omdat hij Adelyn een mooie naam vond. Niet omdat hij verliefd was. Maar dat hoeft zij niet te weten. Hij kijkt even naar zijn handen en dan weer naar haar. 'Wat is er?' vraagt ze voorzichtig. Weer die terughoudendheid. Altijd maar weer die terughoudendheid. Er komt geen eind aan, maar dat is niet haar schuld. Hij weet best dat dit gaat uitlopen op waar alles op uit loopt – niets.

'Ik kwam een meisje tegen in de metro.' Haar gezichtsuitdrukking verandert onmiddellijk en de frustratie die ze uit het niets begint te voelen doet haar zeer, omdat ze hem probeert te vertrouwen, maar het niet lukt. Haar mond vervormt zich tot een streep, eentje die erg lijkt op de vervaagde lichtblauwe verfvlek op haar wang. De kille toestand die haar ogen overneemt maakt dat hij zich schuldig begint te voelen om iets dat helemaal nooit is gebeurd. Het voelt alsof hij iets kapot gemaakt heeft wat veel voor haar betekende.

'Wat voor meisje?'

'Ze was leuk.' Ze schuift het boekje waar ze even terug in aan het tekenen was in haar tas en hijst deze vervolgens op haar schouder. Zonder verder nog iets tegen hem te zeggen, loopt ze bij hem vandaan, knarsetandend. Hoe durft hij, denkt ze. Een hardnekkig gevoel van eenzaamheid grijpt haar naar de keel. Het gebeurt vaker dat ze zich alleen voelt als hij er is, maar ze probeert er niet aan toe te geven omdat ze doodsbang is om hem kwijt te raken aan ondoordachte acties. Soms denkt ze dat hij autistisch is en hij daarom gewoon niet begrijpt wat het begrip 'relatie' in houdt. Ze had de kenmerken van autisme een keer opgezocht, maar omdat hij de meeste helemaal niet had, had ze de gedachte losgelaten. Haar vriend was apart, maar daar wilde ze niet de dupe van worden.

Hij kijkt het meisje met een ietwat onverschillige blik na. De indruk dat hij iets verkeerds gedaan had, heeft hij niet. Met een nog altijd bonkend hoofd haalt hij zijn telefoon uit zijn broekzak en kijkt hij naar de profielfoto van Franka. Franka vindt hij een leuke naam. Leuk, maar niet mooi, zoals die van Adelyn. En mooi is beter dan leuk.






.
.
.

Hé, nu je toch hier beneden bent, kun je hopelijk even stemmen... :) 

MetroWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu