4

133 28 16
                                    

Diezelfde avond streelt het slappe licht van wat zichzelf nog zon durft te noemen onzeker door de kleine spleet van zijn karige gordijnen. De lichtpuntjes kietelen op zijn gezicht en hij trekt het gordijn mopperend dicht. Terwijl de zon buiten nog schaamteloos door gloort, volgt hij het voorbeeld van haar vorm en verstopt zich als een klein, nutteloos bolletje onder de veilige omgeving die zijn wollige deken hem biedt. De muffe geur die hem omringt naarmate hij zich langer afgezonderd heeft, begint hem te deren en hij komt happend naar verse lucht onder zijn dekbed vandaan. Hij kijkt ongeboeid naar zijn handen. Hij kijkt naar een sproet, die zich net onder de overgang van wijsvinger naar ringvinger gehuisvest heeft. Al zijn hele leven had het vlekje er gezeten. Adelyn had hem verteld dat ze het schattig vond. Soms, als ze speelde met zijn vingers zonder duidelijk doeleinde, keek ze er ineens naar, en zei ze dat ze hem mooi vond. Hij wist dan niet precies of ze duidde op het vlekje, of op hemzelf. Hij vermoedde het eerste.

Op het moment dat de muffigheid zijn longen verlaat, kruipt hij terug in zichzelf onder de warme dekens. De warmte van de zon kriebelt nog steeds onder zijn voeten, die net buiten de deken uit steken, zwaaiend naar de verwarming die niet aan staat. Bij nader inzien, geeft hij toch een ruk aan het gordijn. Alsof ze op hem gewacht heeft, omarmt de warmte van de zon hem openlijk en hij begint uit het niets te lachen.

Hij lacht om de kriebels die uit het niets ontstaan over zijn volledige gezicht. Hij lacht om de gedachte aan het sproetje op zijn hand. Hij lacht om het aangezicht van zijn grote voeten die nog altijd net onder de dekens vandaan komen. Hij lacht om de ruige puurheid van de zon, en om haar felle aangezicht.

En hij lacht, omdat lachen een emotie is.





.
.
.

Hé, nu je toch hier beneden bent, kun je hopelijk even stemmen... :) 

MetroWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu