6

97 25 8
                                    

'Wedden dat die vrouw de tweede metro af wacht?' vraagt ze als ze verveeld op het hal ingestorte bankje zitten, wachtend op de derde metro. Schouder aan schouder wachtend op de metro. Hij kijkt onverschillig naar de dame met de rode tas over haar linkerschouder.
'Ik denk het niet, maar jij zegt het', murmelt hij, denkend aan zijn lekker warme bed thuis. Zou de mevrouw ook op weg zijn naar een bed, een huis, veiligheid? Ze hijst haar rode tas op haar linkerschouder, net alsof hij zestien kilo weegt. Zou ze een rug aandoening hebben? Ze loopt moeizaam en hij krijgt medelijden met haar. Zijn goedaardige ziel wil naar de vrouw toe lopen om haar tas te dragen, haar begeleiden tot waar haar huis is. Misschien zou ze thee voor hem zetten. Kersenthee. Hij is dol op kersenthee. Ze wacht geduldig de tweede metro af. De terugreis verloopt snel en voor hij het weet, nipt hij van een bakje verse kersenthee. De walm die ervan af komt voelt vochtig aan op zijn gezicht en hij zet de mok verder van zich vandaan, zodat hij het niet meer voelt. Voor zijn neus houdt hij de stoffen brillenkoker. Hijzelf had nooit een bril gehad en zag het nut van zo'n koker niet in. Je kunt je bril toch veel beter gewoon ergens neer gooien? Nog voor hij het beseft valt de koker met een harde klap op de vloer. Hij kijkt er naar en als hij hem op raapt voelt hij een nare pijn in zijn onderrug opdoen. Hij had de derde weddenschap gewonnen, want zijn opdracht was om de brillenkoker te stelen van de vrouw met de rode tas. Nu weet hij alleen niet wat hij met het ding moet doen. Hij zou hem kunnen bewaren, om over een tijdje zijn afgezwakte schuldgevoel op te roepen, zodat het hem op ieder willekeurig, gewenst moment weer kon pijnigen. Maar dat vindt hij geen goed idee. De zon zwaait naar hem door de gordijnen, maar deze keer deert het hem niet en geeft hij achteloos een ruk aan het gordijn. De zon raakt er ontroerd door, en gaat onder wanneer de hemel zachtjes begint te huilen.

Haastig stapt hij over het perron, op weg naar de open deuren die eigenlijk al aan het sluiten zijn. Hij is net een beangstigend monster dat zich naar een klein, ouderloos jochie dat in de regen zit toe snelt, wachtend op het moment dat hij zichzelf kan verzadigen met het verse, angstige vlees van het nietsvermoedende ventje. Een ventje dat de wereld zou moeten zien, maar sterft aan de gevolgen van verdrinking in zijn eigen bloed - of tranen. Dat was niet bekend.
'Je staat niet in de file, je bent de file', grapt de man naast hem in de metro. Hij snapt niet waarom de man deze grap maakt, want ze zitten in de metro en de metro staat nooit in de file. Terwijl hij een beetje knikt, kijkt hij naar de lege stoel tegenover hem. Zijn vingers vinden vrijwel automatisch de profielfoto van Franka. 'Is dat jouw file?' grinnikt de man naast hem, die onbeschaamd mee kijkt op zijn telefoon. Het wordt steeds makkelijker om de man te negeren. Hij ziet bovenaan zijn scherm een berichtje binnen komen. Adelyn vraagt hoe zijn dag was, hartje. Hij stuurt Franka dat hij wil dat ze weet dat hij haar mist.




.
.
.

Hé, nu je toch hier beneden bent, kun je hopelijk even stemmen... :) 

MetroWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu