-32

1.1K 51 9
                                    

Met een rood hoofd zit ik aan de keukentafel wanneer ik terugdenk aan gisteren, kreunend laat ik mijn hoofd op de tafel vallen. Aiden kan maar niet stoppen met praten over hoe schattig hij me gisteren vond toen ik onder de invloed van de morfine was. En hij blijft er maar over doorgaan! Geïrriteerd neem ik een hap van mijn boterham met pasta en staar naar de fruitschaal die voor me staat. Onderzoekend bekijk ik de banaan, die hier en daar wat bruine vlekjes had. Ik pak de banaan en probeer deze uit de schil te halen, nadat ik mijn brood op heb. Met mijn nagels maak ik een kleine snee onder de steel en trek deze dan naar beneden. Een iets zachtere banaan kwam tevoorschijn en staarde me aan, niet veel later was hij echter weg. Verontwaardigd keek ik om me heen en zag iets in een grijze trainingsbroek en een zwart shirt achter me staan, met een banaan in haar mond.

Haar paarse haren zitten in een warrige knot en aan de grijns rond haar lippen is te zien dat ze dit erg vermakend vind. Verbaasd stond ik van mijn stoel op en keek haar onderzoekende aan.

'Is dit een hologram' zeg ik terwijl ik met mijn hand door haar heen probeer te duwen, wat echter niet lukt. Ignia proest het uit van het lachen, waardoor de banaan in mijn gezicht vliegt.

'Oeps, sorry' grinnikt ze en werpt de banaan in de prullenbak naast de koelkast.

'Ik dacht dat jij mee aan het zoeken was naar Drake?' Vraag ik en veeg een stukje banaan van mijn wang. Ignia stopt met lachen en kijkt me serieus aan.

'Hebben ze je het nog niet vertelt' Ignia trekt haar wenkbrauw op, waardoor een lichte frons op haar voorhoofd wordt gevormd. Ik kijk haar vragend aan en vouw mijn armen over elkaar heen.

'Hij is gevonden, eergisteren' ze was even stil voordat ze verder ging, 'Hij was helemaal over zijn toeren. Ze hebben hem nu beneden opgesloten in de kerkers tot hij weer bij zinnen komt.'

Met grote passen stap ik langs haar af, op de kerkers af. Achter me hoor ik Ignia nog vaag dingen roepen maar deze negeer ik. Midden in de hal stop ik echter met lopen, ik heb namelijk geen idee waar de kerkers zijn.

'Shit' zucht ik geïrriteerd en kijk in het rond, hoe wil ik in dit enorme ding iets gaan vinden. In de verte staat een bewaker, waar ik dan ook vliegensvlug naar toe schiet. Als de man me aan ziet komen lopen rolt hij met zijn ogen.

'Pardon, maar weet u misschien waar de kerkers zijn' vraag ik ietwat beledigd. Hij negeert mijn zin en kijkt straal door me heen, ik ga nog iets dichterbij staan en kijk de man recht in zijn ogen aan.

'Luister, zuurpruim, je kunt ook gewoon antwoord geven op mijn vraag. Ik weet niet wat de Alpha er van zou vinden als ik het hem vertelde' vertel ik op een lage toon. De man slikt hoorbaar en kijkt me dan uiteindelijk ook even kort aan. Zenuwachtig seint de man dat ik hem moet volgen, wat ik ook braaf doe.

We lopen door een aantal smalle gangen en komen dan aan bij een deur, in de deur zit een opening met tralies erin. Het oogt griezelig, waardoor ik ook rillingen krijg over mijn rug. De man klopt twee keer op de deur, waarna deze open gaat. Nieuwsgierig ga ik op mijn tenen staan en kijk over de schouders van de bewaker heen. Het enigste wat ik zie is een klein trapje, een man die op een trol lijkt en een zwart gat.

'Vanaf hier kan ik niet meer mee' zegt de bewaker waardoor ik overeind schiet van de schrik, no way dat ik daar alleen in ga. Ik heb een hekel aan alles wat met donker te maken heeft. Slikkend kijk ik de bewaker aan, die opzij stapt zodat ik er langs kan. Oke Lynn, je kunt dit. Ik adem nog een keer diep in en stap dan naar binnen, waar ik bijna gelijk uitglij over de gladde tredes.

'Volg mij' zegt de trol en houdt een brandende olielamp omhoog, ik knik gehoorzaam naar hem en volg hem het donkere hol in.

De echo van onze voetstappen weergalmen door de smalle gang, als je te dik was zou je hier klem komen te zitten. Angstig kijk ik om me heen, wanneer er aan beiden kanten deuren tevoorschijn komen. Bij sommigen steken er hoofden of armen door de tralies, wanneer een arm mijn schouder aanraakt begin ik als een gek te gillen en rondjes te draaien.

'Ze doen je niks, gewoon doorlopen' zegt de trol terwijl hij van alle kanten betast wordt door de armen. Ik frons mijn wenkbrauwen en ren snel achter hem aan, de armen ontwijkend.

Na wat leek op een eeuwigheid komen we aan bij het eind van de gang, waar een extra beveiligde deur te zien is. De trol opent de deur en begeleid me naar binnen, waar stalen tralies de ruimte verdeelt in twee stukken. Met samengeknepen ogen bekijk ik of er iets achter de tralies te zien is.

'Mijn hemel' is het enige wat ik uit kan brengen.

~

Sorry dat het alweer zolang geduurd heeft maar ik ga nu proberen meer te schrijven, ik ben nu klaar met alles. Denk ik dan. Ik ben net terug van vakantie en was helemaal vergeten hier aan te werken hehe.

Maar ik hoop dat het een beetje een goed stukje was :)

Houdoe en tot de volgende keer x

BlackWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu