H18

100 8 2
                                    

"Meneer Burton?? Wat doet u hier??"

(Meneer Burton is mijn overbuurman en een vriend van de familie)

"Er is geen tijd om het allemaal uit te leggen Joanne. We moeten hier weg. Doe deze jas aan en probeer je gezocht te verbergen voor eventuele camera's."

"Wat is er net gebeurt?" vraag ik.

"Er is nu geen tijd om het allemaal uit te leggen. Ik ben hier om jullie in veiligheid te brengen. "

We lopen de straat door. Het is gelukkig vrij druk. Aan het einde van de straat lopen we langs een groepje mensen.

"Ik zoek deze 3 jongeren, mijn neefjes en een vriendin van hun. Ze zijn weggelopen." horen we ze zeggen.

"Kom op snel!" fluisterd Meneer Burton

"Als we hier links gaan komen we bij de rivier uit." fluister ik terug.

Met zijn allen lopen we halfrennend de hoek om. De rivier ligt nu voor ons.

"Snel. Als we opschieten kunnen we hun ontkomen." zegt Meneer Burton

"Als we door het water gaan wissen we onze sporen uit en kunnen ze ons dus niet meer volgen" horen we Jace zeggen.

En zo beginnen we dus aan onze tocht door de ijskoude rivier. Geloof me als ik zeg dat het zo koud is dat je bijna bevriest want we konden niet langer dan 5 minuten door het water lopen. Daarna waren we allemaal zo vreselijk koud dat we wel weer de kant op moesten.

"Dit is z- z- zo k-koud..."

Ik kan niet eens meer normaal praten zo vreselijk koud heb ik het. Als je in het water loopt voelt het alsof ze duizenden messen in je lichaam steken.

"Nog even volhouden. We zijn bijna bij de parkeerplaats waar de auto staat."

We lopen nog eens 800 meter voor we eindelijk de parkeerplaats in zicht krijgen. We rennen het laatste stukje naar de auto en Ramon en ik ploffen uitgeput op de achterbank. Jace en Meneer Burton zitten voorin. Meneer Burton start snel de auto en we rijden weg.

"Pfeew dat scheelde niet veel zeg. " zei meneer Burton.

"Eh James (dat is zijn voornaam) we zijn er nog niet vanaf volgens mij. We worden gevolgt..."

"Shit. Je hebt gelijk."

James geeft gas. We rijden wel minstens 3 keer zo hard als wat toegestaan is. Maar er is hier nu niemand in de auto die van plan is er wat van te zeggen. Als onze achtervolgers zelfs in staat zijn om een heel huis op te blazen dan laat ik ze liever niet in de buurt komen van onze auto. 

Als we een scherpe bocht naderen zegt James ineens weer iets.

"We naderen nu een scherpe bocht. Onze volgers kan ik niet afschudden dus we gaan het volgende doen. Ik rem vlak voor de bocht hard af zodat jullie uit de auto kunnen springen. Hier hebben jullie een kaart. Op de kaart staat met een kruis aangegeven waar ik jullie morgenmiddag om precies 13:00 kom ophalen. Zorg dat jullie er dan zijn. En probeer van de wegen af te blijven vanacht. Jullie zijn met zijn drieen dus ik vertrouw erop dat jullie elkaar hier doorheen slepen. Neem de dekens van de achterbank maar mee. "

Met die laatste woorden remt James hard af.

"NUU!!!" Roept James.

Met zijn drieen openen we de autodeuren en springen eruit.

We landen niet al te zacht in een struik. We zitten onder de schrammen enzo maar echt pijn voelen we op het moment door de adrenaline niet. De auto zien we verderop uit het zicht verdwijnen.

"Goed. Nu zijn we dus ergens gedropt. Wat nu? " 

"Ja das een goede vraag." zegt Ramon

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Hey allemaal.

Hier het nieuwe hoofdstuk. Ik heb ondanks mijn tentamenweek geprobeerd te schrijven en het is gelukt. :D

Hoop dat jullie het nog steeds wel leuk vinden.

Mochten jullie ideeen hebben voor de rest van het boek dan hoor ik het heel erg graag.

Ps. vergeet niet te voten en te commenten. ;)

Meant to beWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu