Ik schrik wakker, waarvan weet ik niet. Ik kijk om me heen en snap eerst niet wat ik zie. Bomen.... nog meer bomen... huuh. En dan weet ik het weer. We waren uit de auto gesprongen. Uit de auto gesprongen, wat een grap. Dat bedenk je toch niet... En waarom? We weten niet eens wat die mensen van ons willen. Straks komen ze gewoon om ons uit te leggen waarom het huis ontplofte. Jahoor, en ik ben de Paashaas. Heel slim bedacht Joanne. Echtwaar. Ze waren dan wel zwaar bewapend enzo maar hé, dat was gewoon stoer. Naja, okee. Ze probeerden waarschijnlijk om ons te vermoorden. Maar goed. Back to real life, waar zijn we en hoe komen we op de afgesproken plek? In ieder geval niet als we zo tegen deze bomen aan blijven hangen dus laat ik de rest maar wakker maken.
Ik kijk om me heen om iets te zoeken waarmee ik ze wakker kan maken. Mijn blik gaat naar het riviertje wat een paar meter verderop ligt. Ik krijg een enorme grijns op mijn gezicht en loop naar de rivier. Ik maak een kommetje van mijn handen en loop met het water naar Ramon toe. Als ik mijn handen boven zijn hoofd heb doe ik mijn handen uit elkaar. Ik barst in lachen uit als ik Ramons gezicht zie. Hij kijkt me vol ongeloof aan. Maar dat duurt niet lang. ZIjn blik gaat al snel over in een kwade blik die niet veel goeds voorspelt. Nog steeds lachend zoek ik een veilige plek, maar Ramon laat dit niet zomaar gebeuren en komt op mij af met een dreigende blik.
" Jij jij jij... jij stomme pannekoek! Hoe krijg je het in je hoofd om ijskoud water over mijn gezicht te gooien!" gromt Ramon terwijl hij nogsteeds dichterbij komt.
Achter Ramon komt Jace ook in beweging. Hij loopt onze kant op.
"Wat is hier aan het handje?"
"Dat monster van een zus van jou ging ijskoud water over mijn hoofd gieten." gromt Ramon nog eens.
Ineens stormt Ramon op me af. Helaas had ik het te laat door om te ontsnappen. Ramon grijpt me bij mijn middel. Ik worstel als een sumoworstelaar om vrij te komen maar Ramon is te sterk. Hij werpt me op de grond en geeft mij de kieteldood.
"Whaaaa neeeee wa-wacht, " lach ik, " h-h-heb ge-nade"
Jace staat er een beetje lachend bij. "Eigen schuld zusie. Maar misschien moeten we gaan. Het is al behoorlijk licht en als we optijd op de afgesproken plek willen zijn mogen we wel opschieten."
"Thanxxx hou van jou Jace!" roep ik opgelucht als Ramon mij eindelijk laat gaan. Ik heb buikpijn van het lachen.
We pakken onze spullen bij elkaar en beginnen te lopen.
"Zeg mensen... Ik wil niet vervelend gaan doen enzo.. Maar weten jullie welke kant we precies op moeten?" vraag ik.
Jace draait zich met open mond om om wat te zeggen maar doet zijn mond ook gelijk weer dicht. Ook Ramon blijft wijselijk stil.
"Misschien moeten we dan eens even overleggen wat we gaan doen en hoe we van plan zijn naar de aangewezen plek te komen.. ?"
Jace mompelt wat. Met zijn allen kijken we op de kaart. Op de kaart staat ook het riviertje. Door middel van het riviertje kunnen we een goede gok wagen over waar we zijn. Technisch gezien hoefden we alleen maar de rivier een paar kilometer stroom afwaarts te volgen en dan zouden we vanzelf bij het afgesproken punt komen.
Na anderhalf uur lopen horen we allemaal geschreeuw en gelach. Na nog een kleine 5 minuten lopen lopen we zo een kermisterrein op. Overal staan atracties en lopen mensen rond. Dit moet de afgesproken plek zijn volgens de kaart.
"Dit ga je niet menen wel... Als je een plek afspreekt moet je in ieder geval er voor zorgen dat je elkaar kunt vinden.."
"Tja, dit lijkt mij ook niet de meest logische plek om af te spreken. Maarja. We kennen meneer Burton langer dan vandaag. Hij is niet altijd logisch."
Met zijn drieen lopen we door de menigte heen. Nergens is Meneer Burton te vinden.
"Weten we wel zeker dat dit de goede plaats is?" vraag ik.
Als de anderen geen normaal antwoord geven maar gewoon wat beginnen te mompelen schiet me wat te binnen. Ik heb niet voor niks een gave. Ik kan hem ook gebruiken om te kijken of er ergens gedachtes zijn van Meneer Burton. Stom van me dat ik daar niet eerder aan had gedacht. Ik had zo ook kunnen weten wat die gasten van ons wouden. Maar ja, Ik vond het wel lekker rustig zonder al die vieze gedachtes van bepaalde mensen de hele dag, dat ik niet gedacht heb om mijn gave te gaan gebruiken voor een misschien wel levensreddende actie. Ach ja, gebeurt is gebeurt. Als ik nu gewoon probeer om meneer Burton te vinden maak ik al heelwat goed. Ik doe mijn ogen dicht en concentreer me op meneer Burton. Langzaam maar zeker verdwijnen er steeds meer gedachtes van andere mensen. Tot ik niks meer hoor. Meneer Burton is hier dus niet..
"Hé guys, Meneer Burton is hier niet. Ik kan zijn gedachten niet horen."
Net op het moment dat ik me om wil draaien hoor ik alsnog een stem onze naam roepen. Ik draai me snel om en zie daar Meneer Burton aan komen rennen. Hij probeert ons iets te vertellen maar we kunnen nog niet goed verstaan wat hij zegt. Het klinkt dringend.. Als hij dichterbij is horen we eindelijk wat hij zegt. Maar we kunnen inmiddels ook al zien wat hij zei. Achter meneer Burton rennen nog meer mannen. Ze lijken op de mannen die we gister zagen..
"RENNEN STELLETJE SLAKKEN! HET BOS IN OFZO. MAAKT MIJ NIET UIT WAARHEEN MAAR REN!
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Hey lezers, het spijt me voor de lange wachttijd. Had het best wel druk. Hoop dat jullie het mij kunnen vergeven.. :$
Vinden jullie het boek nogsteeds leuk? Of kan ik beter stoppen met schrijven?
Please vote, comment, follow
JE LEEST
Meant to be
FantasyJoanne is een meisje met een bijzondere gave. Ze kan gedachten lezen. Samen met haar broer zijn ze verhuist naar de Ardennen waar ze op de eerste schooldag gelijk een meisje ontmoeten die ook een bijzondere gave blijkt te hebben.