XII Starburcks

1K 44 42
                                    

'Ik begin gek te worden' jammerde Sirius tegen Remus. Sirius liet zijn hoofd op de tafel bonken en Remus keek raar op uit zijn boek. De verdere leerlingen in de leerlingenkamer schonk er geen aandacht aan. 'Volgens mij heb je deze ene keer gelijk' zei hij terwijl hij zijn vriend raar aan keek. 'Jij weet niet hoe het is om verliefd te zijn' zuchtte Sirius. 'Ah, nee hè! Hou eens op over Marlene Magister!' zei Remus geïrriteerd. 'Ik ben nooit op Marlene geweest!' zei Sirius en hij hief zijn hoofd op om Remus aan te kijken. 'Wat? Gister zei je nog-' begon Remus, maar Sirius kapte zijn vriend af. 'Ja, ik heb wel gezegd dat ik op d'r was om de echte persoon waar op ik verliefd ben niet te hoeven noemen' zuchtte Sirius. 'Waarom zou je wel durven zeggen dat je op Marlene bent, maar niet op een ander iemand? Wacht eens even...' zei Remus en hij keek Sirius aan. 'Heb je het eindelijk door?' zei Sirius. 'Ja, je bent op Lily Evers, dat durfde je niet te zeggen omdat je beste vriend op haar is!' zei Remus en hij was trots op zichzelf dat hij niet veel moeite nodig had om dat te ontdekken. 'Nee stomkop!' zei Sirius 'Ik ben op-' hij ging dichter naar Remus toe 'James' fluisterde hij zo zacht mogelijk. 'WAT?' riep Remus door de leerlingenkamer. 'Sst! Hou je kop tegen alles en iedereen!' snauwde Sirius. Remus staarde zijn vriend ongelovig aan. 'Dit is de slechtste grap die je ooit hebt gemaakt, James is nota bene je broer!' zei Remus een stuk zachter. 'Weet ik, maar kan ik het helpenn Re, jij weet dat je je gevoelens niet kan besturen, anders had je je als weerwolf wel onder controle gehad' zei Sirius. 'Dat is wat anders!' siste Remus 'Dit gaat om verliefdheid en ik weet heel goed dat je dat niet kunt sturen, maar na je vele grappen is het moeilijk te geloven'
Sirius bonkte weer met zijn hoofd op de tafel. 'Sto-hop!' zei Remus geërgerd. Sirius liet zich onderuit zakken in de stoel. Niet veel later voelde hij twee handen op zijn schouders. Hij herkende die handen uit duizenden want met die persoon deed hij zo'n beetje alles. Het voelde alsof er een warme vloeistof zich verspreidde in Sirius lichaam. 'Padfoot er is me iets geweldigs overkomen!' zei de enthousiaste stem van James Potter. 'O, ja?' vroeg Sirius nieuwsgierig. 'Ik heb Lily mee uitgevraagd en ze zei ja!' riep James blij. De warme vloeistof in Sirius lichaam veranderde abrupt in ijs. 'Geweldig...' zei hij. Hij zei het verdrietig, maar James dacht dat het een reactie was van iemand die zo iets moois hoorde of zag dat hij er niet iets over kon uitbrengen. 'Ja hè!' zei James opgewekt. Remus staarde over zijn boek naar Sirius en Remus wist precies wat hij voelde. Hij had sterke medelijden, maar kon niks doen. James had waarschijnlijk ook gezien wat Sirius voelde als hij niet blind was geweest door de verliefdheid. 'Maar, ze zei met tegenzin ja, toch?' vroeg Remus in de hoop dat het antwoord 'ja' zou zijn, want dan was er nog hoop voor Sirius. Echter had hij het beter niet moeten vragen. 'Nee, ze zei gelijk ja! Ze vond het heel aardig dat ik d'r hielp tegen Secretus toen hij haar een Modderbloedje noemde' James stem walgde heel erg bij: 'Secretus' en 'Modderbloedje'
'Hoofdpijn' zei Sirius alleen maar en hij liep gauw richting de slaapzaal. James maakte een aanstalten om mee te gaan, maar Remus zei gauw: 'Liefdes verdriet om Marlene' Sirius knikte dankbaar naar zijn vriend en James voegde zich weer bij Remus. 'Had ik dat geweten, dan had ik niet zo opgewekt gedaan...' zei James spijtig. 'Ik vond het al zo raar, de laatste tijd heb ik wat meer geluk met Lily en daar werd hij niet blij om, natuurlijk ondat hij afgewezen is door Marlene Magister...'
Remus zuchtte. 'Sirius wil eigelijk niet dat ik je dit vertel...' begon Remus ernstig. James ging rechtop zitten. 'Nee, laat maar...' zei Remus. 'Moony! Maak me niet zo nieuwsgierig dan!' zei James geïrriteerd. 'Ja, maar ik heb beloofd niks door te vertellen' zei Remus hulpeloos. 'Wacht eens even...' zei James scherp. 'Hij is op Lily, niet waar?'
'Natuurlijk niet stomkop! Hij is op jóú!' flapte Remus eruit. Een paar leerlingen keken om. 'Sta niet zo te loeren en hou je met je eigen zaken bezig!' snauwde Remus naar die leerlingen. James kon blijkbaar geen woord uitbrengen en leek verstijfd.

De vier Marauders zaten de volgende dag bij het meer. Remus had durfde Sirius niet te vertellen dat James wist dat hij verliefd op hem was. James zei ook niet dat hij het wist, maar worstelde wel vreselijk met zijn gevoelens. Éindelijk keek Lily Evers naar haar om, maar begon hij ook gevoelens voor Sirius te krijgen, want nu hij er over na dacht was hij best knap... en leuk... Sirius ging als hond grijnzend achter Peter de rat aan. Niemamd was buiten aangezien het winter was dus konden ze gemakkelijk in dieren veranderden. Peter was moeilijk te zien voor Sirius ook al waren zijn honden ogen goed, Peter begroef zich soms onder het sneeuw. Lachend veranderde Peter weer terug in een mens en datzelfde deed Sirius. 'Ik had je net wel bijna' zei Sirius grijnzend. 'Maar niet helemaal' Peter maakte grijnzend een sneeuwbal en mikte raak op Sirius. 'Maar ik heb je wel nu!' lachte Peter. 'Dat zet ik je betaald Wormtail!' zei Sirius grijnzend. Ze rende elkaar weer achteraan, maar nu als mensen met sneeuwballen in hun hand. 'Je moet Siri zeggen dat je het weet, en anders doe ik het' zei Remus. 'Hoezo?' vroeg James. 'Ik voel me schuldig dat ik het heb doorverteld' zei Remus. 'Maar ik weet nog niet wat ik wil, wacht even, oké?' zei James bijna smeekend. Remus zuchtte. Ze hoorde een dreun. Peter was in de sneeuw gevallen en Sirius peperde hem in. Ze schaterde het allebei uit. James stelde zichzelf voor dat hij Peter was en dat Sirius hem zoende. Dat moet geweldig voelen. Hij probeerde de aandrang erheen te rennen en hem een zoen te geven te onderdrukken. Maar waarom? Hij wist dat Sirius op hem was... James! Je doet je altijd stoer voor! Laat eens zien dat je het ook echt bent! zei een stemmetje in zijn hoofd. Dat gaf blijkbaar het zetje in zijn rug. Hij stond met een ruk op en rende naar de twee stoeiende vrienden. 'Wedden dat ik het win van Padfoot?' zei hij terwijl hij aan kwam rennen. Remus moest onwillekeurig grijnzend van over zijn boek. James sprong tegen Sirius aan die op zijn rug landde. Hij kuste Sirius vol op zijn mond. Remus grijns verdween abrupt en hij leek geschrokken. Peter keek Remus aan. Sirius schrok ook, maar ging er vrijwel meteen in mee. 'Wat doe je nou?' vroeg Remus ongelovig. 'Dat zie je toch?' grijnsde James. Remus kon zijn lach niet onderdrukken en Peter blijkbaar ook niet.

James en Sirius liepen de volgende dag hand in hand door de gangen. 'Hoi, James!' zei Lily die ze tegen het lijf liepen. 'Ik heb zin in morgen!' zei ze opgewekt. 'Ohw, ja...' zei James 'Zie je dit?' vroeg hij daarna en hij liet zijn hand zien die die van Sirius vast had. 'Eh, ja?' zei Lily. 'En dit?' zei James en hij gaf een kus op Sirius wang. 'Ja...' zei Lily weer. 'Dringt het nog niet tot je door?' vroeg James droog. 'James, je grappen worden met de dag slechter...' zei Lily. James begon geïrriteerd te worden. 'Ons kind gaat later Bambi heten' zei Sirius. 'Ja, da's wel een slechte grap' zei James. Lily keek hen nog steeds raar aan. Ze was wat gewend, maar toch... 'IK EN SIRIUS ZIJN EEN STEL!' riep James. 'Snap je het nu?' voegde hij er droog aan toe. Lily knikte maar. 'Maar eh, morgen afspreken als vrienden kan altijd, Lils' zei James. Hij zwaaide en hij en Sirius liepen overdreven huppelend weg.

Harry Potter Ship-verhalenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu