Het Roofdier

103 7 0
                                    

De volgende paar dagen zou ik verder reizen, om het eerste dorpje te bezoeken.

Ik keek op mijn kaart om de goede route te vinden. Ik wilde eerst naar het dichtstbijzijnde dorpje om over Ransbeek te vragen. Het lijkt mij geen toeval dat die man in De Raaf Ransbeek noemde. Ik bepaalde de route en steeg weer op. Ik had genoeg gedroogd eten meegenomen toen ik vertrok maar ik had nog niet mijn kans gehad om mijn waterzak bij te vullen. Ik was nog steeds het riviertje de Raaf aan het volgen, maar ik zag nog steeds as erin drijven. Ik besloot eerst de bron ervan te vinden, en dan pas naar beschaving te gaan. Ik had al een hele dag niet gedronken, ik heb water nodig, maar ook Galdur die de hele dag aan het lopen en rennen was. Hij zag er al erg vermoeid uit, aangezien hij ook erg weinig heeft gedronken.

Gelukkig begon het te sneeuwen aan het einde van de middag en ik vulde alle lege zakken die ik had met sneeuw, zodat dat later naar water kon smelten. Op een gegeven moment sneeuwde het zo hard dat we moesten schuilen, en we vonden een klein plekje onder een dennenboom, waar de sneeuw een soort afdakje had gemaakt.

We konden er net met z'n tweeën eronder zitten. Aan de lucht was niet te zien dat het de komende uren nog zou stoppen dus ik besloot dat het wel mooi was voor de dag. Het werd ook ondertussen donker en ik moest nog eten. Vandaag stond op het menu gedroogd vlees en oud brood, zoals de komende tijd wel. Ik gaf wat graan aan Galdur en gesmolten sneeuw. Hij hinnikte tevreden en ging comfortabel liggen. Ik was niet moe, dus ik zat in kleermakerszit bij de 'ingang' en keek de bossen in. Dit gebied zat vol met roofdieren en struikrovers dus op wacht zitten zou geen kwaad doen.

Het was vrij rustig die nacht, ik denk dat ik was weggedommeld want ik schrok wakker van een diep geluid. Het leek een beetje om gegrom. Ik pakte mijn pijl en boog en legde aan. Ik keek naar de struik waar het geluid vandaan kwam. Door het smeulende vuur voor onze schuilplaats kon ik net de schaduwen van de struik zien. Een paar takken bewogen, het gegrom klonk weer. Ik dacht dat het een soort klein roofdier was. Uiteindelijk werd ik ongeduldig en vuurde een pijl af vlak voor de struik. Het was duidelijk dat het beest schrok want hij maakte een soort piepend geluid en langzaam kwam hij de bosjes uit. Met zijn kop naar beneden liep hij voorzichtig naar mij toe. Ik had automatisch alweer een pijl gepakt en zag nu dat het een witte poolwolf was met ijsblauwe ogen. Hij liep mank, en zijn voorpoot zag er erg slecht uit. Ik hield mijn boog gespannen, maar dat maakte hem niet bang want hij liep langzaam naar mij toe met nog steeds zijn hoofd naar beneden. Ik dacht niet dat de wolf mij wilde aanvallen dus ik liet mijn boog langzaam zakken. Voorzichtig naderde ik hem en raakte zijn hoofd aan, hij bleef rustig zitten. Nu wist ik dat ik het beest kon vertrouwen. Misschien wilt de wolf wel hulp, deze dieren zouden normaal nooit zomaar naar mensen toe gaan. Ik knielde voor hem en keek naar zijn poot. Waarschijnlijk heeft er een pijl of mes ingezeten want er zat een groot gapend gat in. Gehurkt ging ik naar binnen en pakte wat verband, Galdur was ondertussen ook wakker geworden, en begon waarschuwend te hinniken. Hij keek naar de wolf en hinnikte weer. 'Rustig maar Galdur, deze wolf doet helemaal niks. Hij zoekt hulp, hij is gewond.' Galdur keek mij aan en wilde toen opstaan. Maar omdat onze schuilplaats zo laag was kwam er een hele hoop sneeuw naar beneden. Galdur schrok ervan en sprong net op tijd naar buiten, en ik kreeg de hele hoop op me. De wolf begon naar Galdur te grommen, en Galdur stond uitdagend naar de wolf te kijken. Ik kwam onder de sneeuwhoop vandaan zag dit. 'Hé! Kappen!' Beide keken mij aan alsof ik iets heel geks had gedaan, maar het werkte wel. De wolf ging weer zitten en Galdur stond weer normaal. Ik vond het best grappig. Een groot roofdier dat zich tegen liet houden door een mens. En waarschijnlijk was het ook een mens wie hem had verwond.

Toen alles weer rustig was viste ik mijn spullen onder het sneeuw vandaan en vond het verband. Ik bond het om zijn poot nadat ik was zalf erop had gedaan. Kort daarna werd het weer langzaam licht, ik besloot hier niet langer te blijven. Al het bloed dat de wolf verloren had trekt vast andere roofdieren aan. Ik pakte mijn spullen weer in en vertrok. De wolf volgde mij gehoorzaam. Galdur moest nog wel even wennen aan het idee van een nieuwe reisgenoot, hij kreeg altijd alle aandacht. Met mijn cape over mijn hoofd getrokken tegen de wind gingen we verder.

ChinoukWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu