De Herinnering

39 3 0
                                    

Dit leek me allemaal zo erg bekend, ik kon alleen niet mijn tong erop leggen. Nadat ik bijna wilde opgeven kwam er ineens iets in me op. Ik had een boekje waar ik alles in had opgeschreven wat ik was tegengekomen tijdens mijn reizen. Ik kon me nog vaag herinneren dat ik ooit wat had opgeschreven over mijn eerste missie met Luz. Ondanks dat ik enorm mijn best deed om erop te komen, lukte het gewoon niet. Het was te lang geleden.

'Chinouk? Je zit al 5 minuten naar de muur te staren, kunnen we beter niet gaan bedenken hoe we onszelf en al deze mensen hier weg kunnen krijgen zonder dat de elven het merken?' 'Die mensen die daar zitten,' Ik wees naar de cel tegenover ons, 'ik heb dat eerder gezien. Ik weet alleen niet waar en wanneer. Weten jullie nog dat boekje dat ik altijd meeneem?' Avery en Lucas knikten. 'Waarschijnlijk staat daar meer in, maar hij ligt nog in het kamp.' Het bleef een tijdje stil. 'Misschien kan ik je daarmee helpen. Kom tegenover me zitten, in kleermakerszit.' Ik begon het al te begrijpen. 'Ik zie waar je naartoe gaat.' Ik glimlachte en ging tegenover hem zitten in kleermakerszit, met mijn handen op mijn knieën. Ik sloot mijn ogen. Lucas praatte heel rustig. 'Probeer je hoofd leeg te maken en je te focussen op dat ene moment wanneer je het op had geschreven. Als dat niet lukt moet je terug proberen te gaan naar het moment dat je het meemaakte.' Ik haalde diep adem en maakte mijn hoofd leeg. 'Probeer erachter te komen wanneer je het hebt opgeschreven, en waar. Neem de tijd. Kijk of je jezelf kan verplaatsen naar het moment wanneer je het tegenkwam.' Avery snapte nog niet waar Lucas naartoe wilde werken. 'En hoe denken jullie dat mediteren ons gaat helpen? We moeten een plan maken om te ontsnappen, met of zonder het boekje!' Lucas gebaarde dat hij stil moest zijn. 'Dit niet zomaar mediteren, Chinouk probeert het moment te herinneren wanneer ze het opschreef in haar boekje. Soms is het erg lastig om een herinnering terug te halen als je er niet volledig op gefocust bent.' Ik grijnsde naar Avery. 'Daarnaast, als we vast zitten, hebben we dan niet meer dan genoeg tijd? Laat me nu eventjes concentreren alsjeblieft.' Avery gaf gelukkig toe. 'Ik maak jullie wel weer wakker over een half uurtje.' Zelf ging hij op het bankje achter Lucas liggen en ging naar het plafond staren. Mediteren was niet nieuw voor me, het duurde ook niet lang voordat ik weg was.

Mijn gedachten dwaalden rond in wat een enorme wolk leek. Het duurde even voordat alles wat duidelijker werd. Ik zat in mijn tent, in het kamp van de huurlingen, met mijn boekje in mijn handen. Ik was net terug van de eerste opdracht dat ik samen met Luz had uitgevoerd. Hij had het boekje aan mij gegeven zodat ik mijn ervaringen er in kon opschrijven. Ik probeerde te zien wat ik opschreef, maar het was net te vaag. Het leek me een goed idee om nog verder terug in de tijd te gaan. Het kostte te veel moeite om te bedenken wat ik nou had opgeschreven, maar als ik verder terug in mijn gedachten kon gaan kon ik zien wat er precies gebeurde. Het is makkelijker om iets te herinneren dat je echt hebt beleefd dan iets wat je lang geleden hebt opgeschreven. De missie was een opdracht van een rijke baron, voor wie we moesten uitzoeken of zijn land bezeten was. Het was een rare man. Maar ach, alle opdrachten waarvoor we betaald konden worden namen we aan, en aangezien het een rijke baron was zouden we aardig beloond worden. Het land van de baron bestond grotendeels uit een dichtbegroeid bos, en hij had ons de opdracht gegeven om bij een van de kerkers in het bos te kijken. Overal op zijn land waren er kerkers gebouwd. Die waren ooit gebruikt om criminelen op te sluiten toen de kerkers van het kasteel nog vol zaten van de oorlog. 

Toen we bij de aangewezen plek aankwamen leek er op het eerste gezicht niks te zijn. Er was een open plek, net als hier, met verder niks bijzonders. Na wat rondgekeken te hebben vond Luz de ingang. De grond zakte in het midden in en er ontstond een wenteltrap. Eenmaal beneden aangekomen was het eerst pikkedonker. We deden wat toortsen aan en liepen door de lange, mistige gang. Aan het einde van de gang stond een cel, waar iemand in zat. Hij zag er hetzelfde uit als de mensen in de kerker waar we nu zijn. Toen we net bij die cel aankwamen klonk er een diep gerommel, toen ik achterom keek was de wenteltrap al weg. We zagen het daglicht van buiten niet meer. Alles was afgesloten, onze uitgang was verdwenen. Onze missie was alleen om de baron te vertellen wat we zagen, dus we vonden het niet nodig om de gevangene mee te nemen. Dat had ik nu waarschijnlijk nooit goed gevonden, ik zou het niet aan kunnen om iemand in zo'n cel achter te laten.

Luz had mij verteld om bij de cel te blijven, terwijl hij naar de uitgang zou zoeken. Het duurde best lang, totdat ik hem eindelijk in de verte dingen hoorde zeggen, alsof hij met iemand anders aan het praten was. Hij sprak in het Latijn. Een spreuk. Toen wist ik dat alleen nog niet, ik was nog jong, en had geen flauw idee dat magie bestond in deze wereld. Luz riep me na een paar minuten, en hij wees naar een trap die een paar meter naast de wenteltrap stond. Er stond een symbool op de vloer voor de trap. Ik had dat symbool eerder gezien, maar waar? Het leek wel op een spriraal, met een soort bloem in het midden. Ik probeerde op de woorden van de spreuk te komen. Het duurde even, maar toen wist ik het.

Nu viel alles op z'n plek, als het goed was wist ik  hoe we hier weg konden komen. Ik kwam weer terug uit mijn gedachten en opende langzaam mijn ogen. 'Ik weet hoe we hieruit kunnen ontsnappen met de andere mensen.' 

ChinoukWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu