23. Rozengeur en maneschijn

1.4K 79 12
                                    

Gehaast stapt ze uit de auto en ze rent bijna naar de ingang van het ziekenhuis toe. "Juul, rustig maar, het gaat heus wel goed met je oma." Ik loop naar haar toe en ik pak haar trillende hand. Ik breng de hand naar mijn mond en druk er een kus op. Hand in hand wandelen we naar de ingang van het ziekenhuis en we komen in een grote hal binnen. Julie's gezicht verstrakt en je kan aan haar zien dat ze gespannen is. "Ik ben zo bang dat het niet goed met haar gaat." piept ze zachtjes. "Het zal vast wel meevallen, hoor lieverd." probeer ik haar gerust te stellen. "Julie!" roept een vrouwenstem. Julie draait zich om en rent naar de vrouw toe. Ze pakken elkaar stevig vast en ik loop langzaam naar ze toe. "Mam. Wat is er met oma aan de hand?" vraagt ze met paniek in de stem. De vrouw, die Julie's moeder blijkt te zijn, streelt Julie over haar rug en ze maakt sussende geluidjes. "Ze weten het niet precies, maar ze denken dat het komt omdat ze al oud is." Haar moeder heeft een zachte, vriendelijke stem. "Ze vraagt naar je Juuls." zegt haar moeder. Julie veegt de tranen uit haar ogen en ze knikt. "Mam, dit is trouwens Julian." Ik steek mijn hand naar haar moeder uit en haar koude hand pakt de mijne. "Marja. Leuk om je te ontmoeten Julian." zegt ze met een glimlach. "Hetzelfde." Ze geeft me een klopje op mijn schouder en richt haar aandacht dan weer op Julie. "Kom, lieverd, deze kant op." Ze heeft haar arm over Julie's schouder geslagen en neemt haar mee naar een lange witte gang. Ik volg de twee op de voet. Marja is ongeveer een halve kop kleiner dan Julie, maar ze heeft ongeveer hetzelfde slanke figuur. Ze hebben allebei een bruine haarkleur, alleen is dat van Julie een stuk langer. Tenslotte hebben ze dezelfde blauwgrijze ogen. Aan het einde van de lange witte gang zitten mensen. Ik herken de broer van Julie, Jesse en ik neem aan dat de andere man Julie's vader is. "Julie." begroet Jesse haar. "Ze wacht op je." zegt haar vader. Ze zijn allebei opgestaan en geven mij een hand. "Ik ben Tom." zegt haar vader. "Julian. Leuk om kennis met u te maken." begroet ik hem. Hij knikt en gaat weer zitten. "Juul, ik moet je waarschuwen. Oma ziet er niet goed uit." zegt haar moeder voordat Julie de kamer in gaat. Ze schenkt me nog een snelle, angstige glimlach en gaat dan de kamer in.

Samen met Tom ga ik naar buiten toe. Jesse was al eerder weggegaan, want de plicht riep. We gaan op een bankje zitten en praten wat over koetjes en kalfjes. "Ik had eigenlijk gehoopt dat we elkaar op een andere manier hadden kunnen ontmoeten." begint Tom. Ik knik bevestigend. Dat had ik ook gehoopt. "Maar nu heb ik toch eindelijk de man ontmoet die mijn dochter laat stralen." gaat hij verder. Ik glimlach. Tom heeft donker, stekelig haar en vriendelijke, bruine ogen. Verder heeft hij een vriendelijk gezicht met een stoppelbaard. Hij is een lange, stevige man en hij is gekleed in een spijkerbroek en een groen overhemd. Hij pakt een pakje sigaretten uit zijn zak en biedt me er een aan, maar ik bedank. Ik heb nog nooit gerookt en dat zou ik het liefst zo willen houden. "Normaal gesproken rook ik niet, alleen op de momenten dat het me teveel wordt. Vroeger rookte ik wel veel." verontschuldigt hij zichzelf en hij steekt er één op. Ik knik begrijpend en ik pak een steentje van het kiezelpad en gooi het in het slootje. Bij elke steen die ik gooi, schiet er een gedachte over Julie door mijn hoofd. Ik baal ervan dat ons leuke weekend in het water is gevallen doordat haar oma in het ziekenhuis terecht is gekomen. Ik baal ervan dat we ruzie hadden. Het was niet zo dat ik haar niet begreep, maar ik dacht dat een halve dag geen verschil zou maken. Alhoewel, als we in Griekenland gebleven waren, zou het er ook niet bepaald gezelliger op worden. Ze zou toch heel de tijd aan thuis denken en ik zou me uiteindelijk schuldig voelen. Het weekendje zou hoe dan ook verpest zijn. Het is ons gewoon niet gegund. Is dat nou zoveel gevraagd, één weekendje met elkaar? "Waar denk je aan? Ik hoor het bijna kraken." vraagt Tom en ik kijk op van de grond. "Aan het feit dat het leven niet alleen rozengeur en maneschijn is. Het is gewoon oneerlijk." zeg ik en ik gooi nog een steentje in het water. Tom begint te lachen. "Jongen, het leven is oneerlijk. Je moest eens weten. Je hebt nog maar zo weinig meegemaakt. Je bent nog jong, geniet ervan." Ik schud met mijn hoofd. Hij kent me niet eens en dan denkt hij dat hij nu al dingen over mij kan zeggen. Maak dat de kat wijs. "Julie daarentegen, die kan zeggen dat ze dingen meegemaakt heeft. Die heeft een rotvriend gehad, die haar heeft bedrogen op momenten dat ze hem nodig had. Ze heeft altijd pech gehad met zulks soort dingen, want ze is te lief daarvoor. Ze valt in feiten altijd op de verkeerde. Ze heeft hard moeten knokken voor de plek waar ze nu staat." vertelt Tom verder. Ik zucht. Hij moest eens weten wat ik allemaal heb meegemaakt. Ik heb zin om te schreeuwen en hem eens flink de waarheid te zeggen, maar ik houd me in. "Ik ga even een stukje lopen." mompel ik en ik sta op. Tom staat ook op en gooit zijn uitgedrukte sigaret in de prullenbak. "Ik loop wel even met je mee." Wat begrijpt hij niet aan het woordje 'ik'? "Ik zou graag even alleen willen zijn." zeg ik om het duidelijker te maken. "Niemand wilt graag alleen zijn." Wauw, spreek ik Chinees? Ik zucht en laat hem dan met me mee lopen.

In het ziekenhuiswinkeltje koop ik een bos rode gerbera's en ga dan samen met Tom weer terug naar de lange witte gang. Uit alle kamers klinken piepjes van apparaten en stemmen van ziekenbezoekers. Aan het einde van de gang is het stil. Te stil als je het mij vraagt. Tom gaat als eerste de kamer in en wordt meteen omhelsd door een huilende Marja. Mijn ogen zoeken de kamer af en ze vinden Julie aan de rand van haar oma's bed. Haar hoofd ligt op het bed en ze heeft haar oma's hand stevig vast. De monitor geeft een rode, rechte streep. "Is... ze..." begin ik. Julie draait haar hoofd naar mij toe en ik zie haar betraande gezicht. "Dood?" maakt ze mijn zin af. "Ja, ze is verdomme dood!" schreeuwt ze nu. "Julie!" roept Marja. "Rustig. Je kan niet gaan schreeuwen in een ziekenhuis." vervolgt ze op strenge, maar toch zachte toon. Julie negeert haar moeder en gaat verder met schreeuwen. "Het is allemaal jou schuld!" roept ze. Mijn schuld? Ik kan er toch niks aan doen dat haar oma dood ging? Ik kijk haar met grote ogen verbaasd aan. Julie begint hartstochtelijk te huilen en laat zich op het bed vallen. Ik leg mijn hand op haar schouder. "Raak me niet aan!" zegt ze op een harde toon. "Ik zou graag willen dat je weg gaat." zegt ze daarna op een normale toon. "Maar..." protesteer ik. "Ik kom mijn spullen van de week wel ophalen." onderbreekt ze mijn protest. Er schieten allemaal vragen door mijn hoofd. Ik snap er echt niks van. "Julian, ik denk dat het beter is als je gaat." zegt Tom. Ik knik. Oké, ik begrijp het. Ik heb een kant van Julie leren kennen, die ik nog niet kende. "Sterkte." mompel ik en ik leg de rode gerbera's op de tafel voordat ik de kamer verlaat.

Eenmaal andermaal verkocht!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu