3. Pacman

3.2K 90 4
                                    

“Oh en het was zo gênant hè.” Margot valt bijna van de bank af van het lachen. We zitten bij mij thuis, of ook wel bij mijn broer thuis, op de bank. Jesse is aan het werk en Lana is bij een vriendin. Joy ligt in de box enthousiast met haar beentjes te trappelen en zwaait wild met een doekje. “En die vriend van hem stelde zich ook nog doodleuk voor en hij was naakt. Helemaal naakt.” Ik dacht dat Margot haar hoogtepunt qua lachen bereikt had, maar het kan blijkbaar nog erger, ze zit nu naast de bank en de tranen rollen over haar wangen van het lachen. “Juul, waarom gebeuren er bij jou toch altijd van die leuke dingen. Mij overkomt nou nooit zoiets leuks.” stelt ze ontzet vast, wanneer ze weer een beetje uitgelachen is. “Nou leuk is anders. Mij overkomen eerder aparte en gênante dingen.” Margot begint weer te lachen. “Bij jou gebeuren ze tenminste. Mijn leven is saai.” Margot komt weer naast me op de bank zitten met een kop thee. “Jij hebt tenminste een leuke vriend.” “Dat is waar,” beaamt ze, “maar jij kan lekker op mannenjacht en als ik jou was, had ik die leuke jongen met zijn klokkenspel om zijn nummer gevraagd. Ik ben dol op muziek spelen.” “Margot!” Ik geef haar een duwtje. “Jij bent echt erg!” Margot houdt haar handen omhoog en neemt dan nog een slokje van haar thee. “Het was wat ik zou doen, het is maar een suggestie.” “Idioot.” Ik trek mijn benen onder me en neem ook een slok van mijn thee. “Ik hoop dat ik die Julian nooit meer onder ogen hoef te komen, zo gênant was het. Ik ben hem al twee keer op één dag tegengekomen. Zo toevallig.” “Ja, misschien is het een teken. Misschien wordt hij je nieuwe geliefde wel. Ga je op een dag met hem trouwen en krijgen jullie zes kinderen.” Margot zit naast me op de bank te stuiteren van enthousiasme. “Zou dat niet geweldig zijn?” “Ja, echt ge-wel-dig. Serieus, Margot. Wat een wilde fantasieën. Ik wil helemaal geen zes kinderen. Hooguit twee.” “Oh, dus je wilt wel met hem trouwen?” Margot zit met een grijns van oor tot oor en is helemaal in haar sas, waarschijnlijk zit ze duizenden wilde plannen te verzinnen. “Nee, dat bedoel ik helemaal niet. Rianne zag het ook al helemaal zitten, die wilde mij ook al koppelen en zelfs die oude mevrouw, die elke week gerbera’s komt kopen, vroeg of ik al een man had.” “Wie zegt dat ik jou wil koppelen?” vraagt Margot. Ze probeert haar gezicht serieus te houden, maar ik zie haar neus trekken zoals die altijd doet als ze moet lachen. Eerst een opgetrokken neus, daarna twee kuiltjes in de wangen en uiteindelijk een lach van hier tot Tokio. “Ik.” “Dat wil je gewoon heel graag hè.” “Nee, pestkop. Jij bent degene die mij wilt koppelen, ik ken jou zo onderhand achttien jaar.” “Hé, ik jou ook, maar heeft die Julian een beetje een lekker lijf?” Ik haal mijn schouders op. Margot kijkt me streng aan en ik word langzaam rood. Joy begint te huilen, dus ik sta op van de bank en snel naar haar toe. “Ik weet genoeg.” zegt ze lachend. Joy, je bent mijn reddende engel, is het huilen van jou toch nog ergens goed voor.

“Juul?” “Ja?” Ik sta in de garage om mijn fiets te pakken. “Ja?” herhaal ik nog een keer, alleen dan wat harder. Ik zucht en loop weer terug naar de woonkeuken. In de woonkeuken tref ik Jesse en Lana zoenend aan. “Wat is er?” vraag ik een beetje geërgerd. “Oh, ik wilde even controleren of je al weg was.” zegt Jesse met een grijns op zijn gezicht. “Waarvoor?” Jesse opent zijn mond om te antwoorden, maar ik ben hem voor. “Oh, ik hoef niet te weten wat jullie allemaal uitspoken.” Jesse staat weer stom te grijnzen. “Moet ik nog wat voor jullie meenemen, behalve condooms, die halen jullie zelf maar als jullie die nodig hebben.” “Oh, wij dachten dat jij nog een nichtje erbij wel leuk zou vinden.” “Jullie doen je best maar. Moet ik nog wat meenemen?” “Kan je nog een pak Pampers meenemen? De rest haal ik morgen met de auto wel.” zegt Lana dan. Ik steek mijn duim op en loop weer richting de garage. “Ik ben over een uurtje terug. Redden jullie dat?” Ik stap op de fiets en hoor Lana en Jesse lachen.

Ik pak een winkelmandje en begin met het snuffelen in de schappen. Vanavond ga ik koken voor Jesse, Lana, Margot en Jan. Jan is de vriend van Margot en het is echt een leukerd. Ze passen echt supergoed bij elkaar. Soms ben ik daar wel een beetje jaloers op. Dat het bij haar wel gelukt is met Jan en bij mij niet met Jens. Jens is achteraf gezien een klootzak, maar dat vind je meestal achteraf. Ik ken eigenlijk ook veel mensen met een J. Jesse, Jan, Jens, Joy, Julian… Julian? Ik loop een stukje terug en kijk om het hoekje van het schap. Nee, het is echt Julian! Ik wil hem echt niet weer tegen het lijf lopen. Een goddelijk lijf, dat wel, maar het zou gewoon gênant zijn. Ik sta nog steeds naar hem te kijken en hij draait zich om. Shit. Ik vlucht een ander gangpad in. Schoonmaakartikelen, net wat ik nodig had, niet dus. Ik moet hier helemaal niet zijn, maar ik heb natuurlijk precies een gangpad gekozen dat doodloopt. Bijdehand. Ik kan beter geen reisleidster in een supermarkt worden, dan verdwaal je sowieso. Niet dat die bestaan, maar het gaat om het idee. Ik loop weer terug naar het gangpad en kijk om het hoekje of hij er nog staat. Juul, doe eens normaal! Je maakt jezelf hartstikke belachelijk. Je zit niet in een James Bondfilm en trouwens, iedereen doet boodschappen Maar goed, het belangrijkste, Julian is verdwenen, voor even dan. Ik steek snel het gangpad over en gooi een pak Pampers in mijn mandje. Nog even een paar appels pakken en een paar zakken m&m’s en dan zo snel mogelijk wegwezen. Ik loop naar de fruitafdeling en ja hoor, daar staat Julian. Ik doe alsof ik iets zoek tussen het drinken en kijk iedere keer stiekem in de richting van Julian om te kijken of hij al weg is. Het doet me wel een beetje aan pacman denken, alleen moet je dan rennen voor je leven. Ik kijk nog even richting Julian en ik zie dan dat hij mijn kant op komt. Ik draai me snel om en loop via een andere weg naar de fruitafdeling. Als ik dit verhaal straks aan Margot vertel, komt ze niet meer bij. Die gaat me echt voor gek verklaren en ik zou het de rest van mijn leven horen. Als ik denk dat de kust weer veilig is, loop ik nog even richting de snoepafdeling voor de m&m's. Ik draai me om om richting de kassa's te gaan en ik knal vol tegen iemand aan. "Auw." "Oh sorry. Gaat het?"  Knikkend wrijf ik over mijn hoofd en kijk weer in die mooie ogen. Juist ja, iemand, zeg maar gerust Julian. Het kan ook niet anders. "Oh hé. Ik ben Julian. Sorry trouwens nog van die vriend gister. Hij is af en toe, hoe zeg je dat... subtiel in dingen." Hij steekt zijn hand naar me uit en hij lacht. Mijn hart begint als een razende te kloppen en mijn handen voelen klam en zweterig aan. Ik wil hem helemaal geen hand geven, maar ik wil het zo graag wel. Ik pak zijn hand vast en schud hem. "Julie." "Aangenaam, Julie." Ik word langzaam rood, geen idee waarom, ik schaam me er eerlijk gezegd nogal voor. Hij zei alleen mijn naam, maar het klonk zo mooi uit zijn mond. Met zijn mooie stem. "Ik ga maar weer, tot kijk Julie." Oh shit, hoe lang heb ik staan staren? Dit is echt te awkward. "Dag." Hij steekt zijn hand op en weg is hij.

Ik plof op de bank, helemaal verrot ben ik en dan moet ik zo ook nog gaan koken. Lana komt de huiskamer in en ziet me uitgeput op de bank hangen. "Ik wist niet dat een paar boodschappen doen zo vermoeiend was?" "Man, je moest eens weten. Ik heb een halve marathon afgelegd in die winkel." Lana trekt vragend een wenkbrauw op en gaat nieuwsgierig in de stoel tegenover me zitten."Zo groot is die winkel toch niet?" "Nee, maar als je iemand probeert te ontwijken, kan een winkel niet groot genoeg zijn. Dan kan je heus veel moeten lopen." Lana schiet in de lach. "Vertel. Wie was het?" "Oh, niemand." "Uhu, sure." De telefoon gaat en Lana loopt er naar toe. Voordat ze hem opneemt, wijst ze met twee vingers naar mij en naar haar eigen ogen als teken dat ze me in de gaten houdt. Saved by the phone. Oh nee, the bell.

Eenmaal andermaal verkocht!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu