5. Sleutels

3.1K 93 18
                                    

Het is nagenoeg stil, alleen de tikkende klok en de aanslagen van Lucas zijn toetsenbord vullen het kantoor. Ik kauw nadenkend op mijn pen en staar naar het computerscherm. Ik voel me vreemd. Toen ik Julie voor de zoveelste keer weer tegen kwam in de bios met een jongen, leek het wel alsof ik jaloers was. Het eerste gevoel voor een meisje na Anna, jaloezie. Het stak me, deed me pijn, terwijl zij de grootste pret had met die jongen. Het voelde alsof ik haar moest delen, wat helemaal niet zo is, want ze is niet van mij. Die jongen is de gelukkige. Ik kan alleen toekijken vanaf de zijlijn. Ik sta niet eens reserve, want ik kan niet meedoen in de competitie. We kennen elkaar niet. Alleen qua naam en daar stopt het. Ik weet alleen haar naam en dat maakt me al gek. Laat staan als ik meer van haar weet. Dan gaat het helemaal mis. Ik zie haar overal, zelfs in mijn gedachten komt ze steeds weer voor. Soms weet ik niet wat nou echt of niet echt is. De bioscoop is alweer een week geleden en het lijkt erop dat ik iets mis. Julie om precies te zijn. Ik ben van de week onnodig vaak langs de bloemenwinkel gelopen waar ze werkt, maar ik heb geen blik van Julie gevangen. Het lijkt erop dat ze van de aardbodem verdwenen is. Ik ben zelfs naar binnen geweest om bloemen te kopen, ik vroeg naar Julie met de smoes dat ze me de vorige keer zo goed geholpen had. De vrouw achter de toonbank zei dat ze die dag vrij had, maar ik vond het lullig om te zeggen dat ik dan de volgende dag terug zou komen. Ik kan toch moeilijk voor de deur gaan liggen om te wachten op Julie. Het zou mogelijk zijn, maar dan verklaart iedereen me voor gek. Niet dat me dat wat uitmaakt. Het enige wat me uitmaakt is Julie. Hoe snel het kan gaan. Van nul procent gevoelens voor de lekkerste, knapste en leukste vrouw naar honderd procent gevoelens voor Julie. Ze is zo anders dan Anna, maar aan de andere kant doet ze me ook denken aan Anna. Ik weet niet of Julie goed of slecht voor me is, maar het voelt verdomd goed. Ik lijk op wolken te lopen. “Ga je die telefoon nog opnemen of geniet je van je ringtone?” roept Lucas van achter zijn bureau. Ik schrik op uit mijn gedachte en pak mijn telefoon. “Goedemiddag, u spreekt met Julian Hofman.” Het is het standaard riedeltje dat ik altijd zeg als ik mijn telefoon op neem. Behalve als het een bekende is, bijvoorbeeld een vriend of mijn vader, maar dit keer heb ik niet op mijn telefoonscherm gekeken. “Goedemorgen Julian, met Thijs.” “Oh, hoi pa.” Mijn vader heet Thijs en samen met hem en mijn zus Ina run ik deze makelaardij. Mijn moeder heet Caroline en die is de enige uit ons gezin die geen makelaar is, ze is assistent op de Operatie Kamer. Dat is heel andere koek. “Waar ik je over belde, ligt mijn blauwe map nog op mijn bureau?” Ik ga rechter op mijn stoel zitten om op mijn vader’s bureau te kunnen kijken en zie inderdaad een blauwe map liggen. “Ja, die ligt er inderdaad nog.” “Wel…” vloekt mijn vader binnensmonds. “Ik kom hem wel brengen pa, waar ben je nu?” Zoekend naar een stuk papier om het adres op te schrijven, hoor ik mijn vader aan de andere kant van de lijn diep zuchten. “Dat hoeft niet jongen, Ina heeft ook een afspraak hier in de buurt over een uur. Kan je aan haar vragen of ze die map mee wil nemen?” “Die is…” Ina komt het kantoor binnengelopen en hang haar jas aan de kapstok. “ik zal het aan haar vragen. Succes.” Ik beëindig het gesprek en leg mijn telefoon op het bureau. “Ien? Pa vroeg of je zijn map naar hem toe kon brengen.” Ik wijs richting zijn bureau waar de blauwe map op ligt. “Hé allerliefste zus! Wat fijn om je te zien! Hoe gaat het met je? Ja, goed hoor lief broertje van me en met jou?” speelt Ina. Ik hoor Lucas grinniken achter zijn computer. Ik werp hem een boze blik toe en hij steekt zijn handen boven zijn hoofd op als teken van genade. “Met mij gaat het ook goed, maar wil je alsjeblieft zijn blauwe map naar hem toebrengen?” vraag ik opnieuw aan Ina. “Ja, hoor broertje van me, voor jou altijd.” zegt ze, wanneer ze me plagend een aai over mijn hoofd geeft om mijn haar door de war te brengen. Zusjes…

Samen met Lucas zit ik in een lunchroom vlak bij ons kantoor te lunchen. We kletsen wat en eten onze broodjes. Het gaat net zoals normaal. “Met Lucas.” zegt Lucas, wanneer zijn telefoon gaat en hij hem opneemt. “Oh, heb je Daan al gebeld?” vraagt Lucas. Dana is zijn zus, maar hij noemt haar altijd Daan. Ik friemel wat met het prikkertje dat in mijn broodje zat en probeer te ondervinden met wie Lucas belt. “Oké, ik ben al onderweg.” Zuchtend stopt Lucas zijn telefoon weer in zijn broekzak. “Mijn oma is gevallen en mijn ma zit aan de andere kant van het land bij een vriendin. Dana, zit met twee kinderen, waarvan er eentje ziek is, die ze dus niet zomaar ergens onder kan brengen. Nu ben ik dus degene die met mijn oma naar het ziekenhuis moet, maar ik heb vanmiddag een afspraak.” Lucas heeft ondertussen zijn jas aangedaan en drinkt nu haastig zijn koffie op. “Ik doe die afspraak wel, ik heb vanmiddag toch geen afspraken. Als je me de gegevens geeft dan regel ik het wel.” Lucas zoekt tussen zijn papieren naar de juiste gegevens en overhandigt het aan mij. “Sorry, ik moet nu echt gaan.” Hij pakt het half opgegeten broodje en gaat er vandoor. “Succes!” roep ik hem nog na. Hij steekt zijn hand op en weg is hij. Ik bekijk het papier waar de gegevens op staan

.

Jan Kuipers en Margot Huissen

24 en 22 jaar

Geïnteresseerd in: Boslaan 76

Verder staan er nog een paar andere gegevens en Lucas heeft er nog het een en ander bij gekrabbeld. Wanneer ik uitgegeten ben, zet ik de dienbladen op de loopband en loop weer terug naar het kantoor waar ik nog een hoop administratiewerk te doen heb. Ik kijk er nu al tegenop. Ik bedoel ik vind mijn werk hartstikke leuk, alleen de administratie ervan komt me af en toe mijn neus uit, maar dat hoort erbij. Elke baan heeft wel administratie. Als ik nu hard werk, kan ik na die afspraak gelijk door naar huis. Zo gezegd, zo gedaan. Na anderhalf uur rek ik me uit en zet ik mijn computer uit. Ik pak een map met papieren en doe de deur achter me op slot wanneer ik naar buiten ga. Wanneer ik in mijn donkerblauwe Mini zit, besef ik me dat sleutels ook wel handig zijn als je een huis gaat bezichtigen.

Er staan twee mensen bij het huis te wachten wanneer ik voor de deur parkeer. Ik pak mijn map van de bijrijderstoel en loop naar ze toe. “Jullie moeten Jan Kuipers en Margot Huissen zijn. Ik ben Julian Hofman, aangenaam.” Ik schud de handen van Jan en Margot. Jan geeft me een stevige handdruk en is een lange man, tenminste hij is groter dan ik. Ik schat dat hij zo’n 1 meter 90 is, ikzelf ben 1.87 volgens mijn paspoort. Hij heeft een vriendelijk gezicht en bruin haar. De vrouw is ook lang en slank en heeft donkerblond stijl langhaar. Ze heeft glinsterende groene ogen en een neus die ietsjes scheef staat, verder heeft ze een prachtig gezicht. Dit zou wel iets voor de vroegere mij zijn. Ze heeft ook wel wat weg van Anna, alleen was Anna de kleinere versie, had ze blonder haar en meer tieten. Oké, ze heeft dus niks weg van Anna, misschien de glinsterende ogen. Alleen waren de ogen van Anna bruin. Anna had chocoladebruine ogen waarin je kon verdrinken. Misschien mis ik die ogen van haar nog wel het meest. Ik krijg even een brok in mijn keel en mijn ogen stromen vol met tranen. Snel loop ik naar de deur en zoek in mijn zak naar de sleutelbos, tegelijkertijd kietel ik mijn gehemelte, want ze zeggen dat je daardoor niet gaat huilen. Nou bij mij werkt het dus niet. Ik veeg snel de tranen weg en slik een paar keer goed. Mijn volgende missie, wanneer ik de sleutelbos gevonden heb, is de goede sleutel vinden. Waarom heb ik dat niet van tevoren uitgezocht? Na twee keer proberen heb ik de goede sleutel gevonden. Die mensen zullen wel denken, wat een beginneling, wat een prutser. “Kom binnen, excuses voor het wachten, maar ik moest deze afspraak even van een collega overnemen vanwege privézaken.” Margot glimlacht naar me. “Het is oké, huil je nou?” Snel veeg ik nog even in mijn ogen. “Nee, mijn lens irriteert.” Mijn niet-bestaande lens wel te verstaan, want ik heb in mijn kindertijd zoveel wortels gegeten dat er niets aan mijn ogen mankeert. Ook dat is een fabel van die wortels, want mijn pa heeft nog meer wortels dan een konijn gegeten en die moest wel aan de contactlenzen. Margot lijkt het alweer vergeten te zijn, wanneer ze met bewondering door het huis loopt. “Kijk eens, Jan, hoe leuk! Ik geloof echt dat dit hem word hoor! Kijk, en hier kan ik dan die nieuwe, leuke bank neerzetten die we laatst gezien hebben en hier de grote eettafel.” jubelt Margot en ze ratelt enthousiast verder. “Dit is pas het eerste huis dat we bekijken.” “Nee, echt waar Jan, ik voel het. Vrouwen voelen zulks soort dingen. Ik weet het zeker. Zoiets heet vrouwelijke intuïtie.” Ik moet moeite doen om mijn lach in te houden. Ik weet zeker dat Ina het prima met haar kan vinden. Ze praten allebei veel en als ze iets willen gaan ze ervoor. Ook zijn ze allebei heel erg enthousiast over dingen. “De eerste verdieping heeft drie slaapkamers, waarvan twee grote en een kleine en een ruime badkamer met ligbad. Het huis heeft ook nog een zolder.” Margot schiet naar boven toe. “Jan, dit is perfect voor onze slaapkamer en hier kunnen we een mooie kinderkamer maken!” Margot staat te stuiteren als een klein kind. Zo een zou ik er dus echt niet willen. Dit is wat mij betreft een beetje te enthousiast. Al moet ik zeggen dat Margot wel smaak heeft, want het is inderdaad een mooi huis met een grote tuin en een leuke buurt. Tenminste dat staat op mijn velletje papier dat ik van Lucas gekregen heb. Jan kijkt inspecterend rond en Margot is volgens mij alles al aan het inrichten. “Hé Julie!” zegt Margot, wanneer haar telefoon gaat. Ze maakt een verontschuldigend gebaar. Julie. Julie, Julie en nog een Julie. Ze schiet weer door mijn hoofd. Ik dacht dat ik haar uit mijn hoofd had, voor een moment, en daar is ze weer. Ze neemt de controle van me over. Julie. Met haar mooie bruine haar en haar blauwgrijzige ogen. Haar stralende lach. Ik voel me net een junk. Elke keer als ik haar naam hoor, word ik helemaal gek. Ik raak er steeds verslaafder aan, ik heb haar nodig om te leven. Julie, wat doe je toch met mij?

Eenmaal andermaal verkocht!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu