29. Eenmaal andermaal verkocht!

597 46 5
                                    

 Ik zet twee borden en leg bestek op tafel neer. Vervolgens draai ik me om en leun tegen de tafel aan. Julian staat in een pan met spaghettisaus te roeren, waardoor het heerlijk ruikt in de keuken. Hij stond erop dat hij voor me zou koken, omdat ik het volgens hem al zwaar genoeg had. Daarnaast kan hij ook heel lekker koken, dus mij hoor je niet klagen. Ik loop glimlachend naar hem toe en sla mijn armen om zijn middel. “Je bent de liefste,” zeg ik en ik leg mijn hoofd op zijn sterke rug. Hij draait zich een kwartslag om en slaat zijn arm om me heen. “Dat kan niet. Er kan er maar één de liefste zijn en dat ben jij,” antwoordt hij en ik voel mijn benen week worden. We staren elkaar diep in de ogen aan en op de achtergrond hoor ik Joy huilen. “Ik ga wel,” zegt hij en hij laat me los om naar boven te gaan. Ik pak een mes uit het messenblok en begin het stokbrood in stukken te snijden. “Hé, kleine meid,” hoor ik Julian tegen Joy zeggen. Ik laat het stokbrood los en loop naar de babyfoon toe om zijn stem beter te kunnen horen. “Wat is er aan de hand? Oh, is je speen uit je bedje gevallen?” hoor ik hem vragen. Joy’s gejammer is gestopt en Julian begint een liedje te zingen. “Slaap kindje, slaap, daarbuiten loopt een schaap. Een schaap met witte…” zingt Julian. Ik ga op een stoel zitten en luister verliefd naar zijn stem. Dit is zo ontzettend schattig. Hiervan gaan toch van iedere vrouw de eierstokken rammelen? Ik hoor gestommel op de trap en ik haast me weer naar het aanrecht om het stokbrood verder te snijden. “Gaat het goed met haar?” vraag ik, wanneer Julian de keuken in loopt. “Ja, ze had haar speen uit bed gegooid. Ik denk dat ze later een kogelstoter wordt, aangezien hij best ver van het bed vandaan lag,” grapt Julian. Grinnikend leg ik het stokbrood in een schaal en zet die op tafel neer. “Ik denk dat we kunnen eten,” zeg ik, wanneer ik vervolgens ook de pannen op tafel heb gezet. We schuiven aan tafel en scheppen op. “Wat zijn je plannen?” vraagt Julian, wanneer ik met een stukje stokbrood in de saus doop. Ik kijk hem vragend aan. “Wat bedoel je?” vraag ik. “Wat zijn je plannen voor de toekomst?” verduidelijkt hij zijn vraag. Ik haal mijn schouders op. “Ik weet het nog niet precies,” zeg ik nadenkend, “maar ik denk dat ik een andere baan ga zoeken. Iets wat aansluit op mijn studie en ik wil op mezelf gaan wonen.” Julian knikt begrijpend. “Het is niet dat ik het niet naar me zin heb hier bij Jesse, maar ik wil mijn broer niet tot last zijn. Hij heeft een gezin en ik heb een vermoeden dat er binnenkort weer een gezinsuitbreiding is. Daarnaast wil ik ook iets voor mezelf.” Ik stop een stukje stokbrood in mijn mond en kijk hem aan. Ik zie hem ergens over nadenken, alsof hij met zichzelf in discussie is. “Wat zijn jouw plannen?” vraag ik. “Hm…” zegt hij met volle mond. “Ik hoop dat we onze makelaardij kunnen uitbreiden en ik hoop dat ik heel gelukkig kan worden met de leukste vrouw van de hele wereld.” Ik kijk blozend weg. Iedere keer weet hij me weer in verlegenheid te brengen. “Zou je misschien… Lijkt het je een leuk idee… Je hoeft echt niet meteen ja te zeggen.” “Zeg het nou maar,” zeg ik en ik pak zijn hand vast. “Nee, het is een absurd idee en het gaat dan allemaal weer te snel. We zouden rustig aan doen,” zegt Julian hoofdschuddend. Ik knijp in zijn hand en hij kijkt me aan. “Wat wilde je zeggen?” vraag ik. “We zouden ook samen kunnen gaan wonen…” zegt hij op een vragende toon. Ik knijp hem weer zachtjes in zijn hand. “Dat zou geweldig zijn,” zeg ik schor. Ik schraap mijn keel en glimlach naar hem. “Echt?” vraagt hij vol ongeloof. Ik knik. Hij staat op van zijn stoel en komt naar me toe om me een kus te geven. “Dan gaan we samen een huis zoeken,” zegt hij. “Ik wil graag opnieuw beginnen, zonder Anna.” Ik leg mijn hand op zijn wang. “Je mag haar niet vergeten,” zeg ik zachtjes. “Ik zou niet durven, maar ik weet dat ze onze relatie goed zou keuren,” zegt hij met een glimlach en hij kust me weer. Ik sla mijn armen om zijn nek. “Dan is het goed,” antwoord ik.

De volgende ochtend zit ik bij Julian op kantoor. Ja, ik weet het, we laten er geen gras over groeien. Maar iets in ons zegt dat we dit zo snel mogelijk moeten doen, want voor je het weet is het voorbij. Dat zag je bij Anna. Ik ga op een bureaustoel zitten en kijk Julian afwachtend aan. Gisteravond hebben we al zitten brainstormen met wat we zouden willen en waar. Hij heeft vanochtend voordat ik hiernaartoe kwam, een balans opgemaakt om te kijken wat onze mogelijkheden zijn. Ik bedoel, een huis koop je niet zomaar met wat monopolygeld, daar hebben we groot budget voor nodig. Gelukkig is mijn vriend makerlaar en heeft hij verstand van zaken. “Ik heb hier een paar opties,” zegt Julian en hij draait het computerscherm. Ik bekijk de huizen op het scherm. “Als je wilt, zouden we vandaag ook een paar huizen kunnen bezichtigen,” gaat hij verder. Ik knik. “Graag, ik vind het via de computer zo onpersoonlijk,” zeg ik. Ik kijk naar Julian en een kriebel in mijn buik doet me glimlachen. Dit voelt goed en het klinkt heel volwassen. Samenwonen. Ik sla mijn armen om zijn nek en geef hem een kus op zijn wang. “Zullen we gaan?” vraag ik. “Ja, graag, dan kan ik tenminste gewoon mijn werk doen,” zegt Lucas, die het kantoor binnenloopt. “Ook goedemorgen,” zeg ik lachend. “Oh, sorry, goedemorgen,” zegt hij en hij maakt een buiging. May komt onder het bureau vandaan en ze huppelt naar Lucas toe. “Oh hallo, kleintje,” zegt Lars tegen de pup. Ik pak mijn jas van de kapstok en trek hem aan. “Van wie is dit kleine mormel?” vraagt Lucas, wanneer hij haar knuffelt. “May is van mij,” zeg ik. “Oh jammer, anders had ik haar wel mee naar huis genomen,” zegt hij en hij begint te lachen, wanneer ze enthousiast zijn neus likt. “Kom slijmbal,” zegt Julian lachend en hij tilt May op. Nu is Julian aan de beurt en May begint hem te likken. Ik loop naar ze toe en maak de riem vast. Vervolgens neem ik haar van hem over en strijk haar liefkozend over haar kop.

Zenuwachtig kijk ik uit het autoraam, wanneer we voor een huis stoppen. Dit is het zoveelste huis dat we vandaag bezoeken. Het gaat langzamer dan ik had gehoopt. Het is het namelijk allemaal net niet. Het ene huis is te klein, het ander huis is niet onze stijl en ga zo maar door. Langzaam maar zeker, zakt de moed me in de schoenen. Oké, maar wat had ik gedacht? Dat een perfect huis ons meteen aan zou komen waaien? Jammer genoeg gaat dat niet. Het liefst zou ik vandaag al een huis gevonden hebben om er vervolgens morgen al in te gaan wonen. Helaas werkt het spelletje zo niet. “Hé, het komt wel goed,” zegt Julian en hij pakt mijn hand vast. Ik glimlach vaag. “Na dit huis stoppen we oké?” Ik knik. Julian stapt uit de auto en opent het portier voor me. Dankbaar stap ik uit de auto. Desnoods trek ik gewoon bij hem in. Alhoewel een zelfgekozen huis me het leukst lijkt. Ik pak Julian’s hand vast en hand in hand lopen we naar de voordeur. De voortuin ziet er verzorgd uit met een paar rozenstruiken en er staat een bankje voor het raam. Dit huis is nog bewoond door een jong stel met één kind, die op zoek is naar een groter huis. Ik druk de deurbel in en er wordt vrijwel meteen opengedaan. Een vrolijke blondine doet de deur open. “Hoi, ik ben Milou,” zegt ze en ze schudt ons de hand. “Julie,” zeg ik. “Julian Hofman,” zegt Julian. “Van makelaardij Hofman?” vraagt Milou. “Ja, dat ben ik. Mijn collega Lucas van Dijken helpt jullie als het goed is met jullie huis,” zeg ik. “Ja, dat klopt, aardige man,” zegt ze glimlachend. “Kom erin trouwens. Ik zal jullie even een rondleiding geven.” We stappen in een kleine gang met drie deuren en een trap naar boven. Achter één deur zit een gangkast met meterkast, achter een andere deur zit de wc en de derde deur gaat naar de woonkamer en keuken. Als je de woonkamer in komt, heb je aan de rechterkant een zitgedeelte, die bestaat uit een hoekbank, tv, stoel en bijzettafel. Op de grond ligt een vloerkleed en overal staan vazen met bloemen en potten met planten. Aan de muur hangt een grote foto van een lachende peuter. Aan de linkerkant van de kamer staat een grote, witte eettafel met zes stoelen. Tegenover de korte kant van de tafel zijn er grote deuren die leiden naar de tuin. Als je bij de tafel de hoek omgaat, loop je tegen een kookeiland aan, waaraan drie krukken staan. De keuken bestaat uit witte keukenkastjes met een zwart keukenblad. Overal ligt een houten vloer en de muren zijn in wit en grijstinten geschilderd. “Wauw,” zeg ik. Ik snap niet dat ze hier weg willen. Het is hartstikke leuk ingericht en het is bijna kant en klaar om erin te gaan wonen. Het is geen groot huis, maar door de lichtinval lijkt het een stuk groter. Op de eerste etage zijn twee kamers en een badkamer. De ene kamer wordt gebruikt als kinderkamer en in de andere kamer staat een bureau, boekenkast en fitnessapparaat. De zolder wordt gebruikt als slaapkamer en ondanks dat het een kleine ruimte is, lijkt het groot vanwege de lichtinval. Ik kijk Julian aan en hij kijkt met een goedkeurende blik rond. “Juul,” zeg ik, wanneer we weer beneden in de gang staan, “het is fantastisch!” Hij slaat een arm om mijn middel. “Ja, het ziet er goed uit,” zegt hij. “Het is niet goed, het is perfect!” roep ik uit. Hij glimlacht naar me en streelt mijn wang. “Het voelt zo goed,” zeg ik. “Je hebt gelijk,” zegt hij. We babbelen nog even met Milou en we zeggen dat we snel zullen laten weten of we het huis nemen of niet. Buiten staan we gearmd naar het huis te kijken. “Juul, ik geloof dat ik verkocht ben,” zeg ik en ik leg mijn hoofd op zijn schouder. “Ik ook,” zegt hij, “aan jou.”

Eenmaal andermaal verkocht!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu