Mijn Soulmate is een menselijke lerares maar ik hou van haar.

Hoofdstuk 23

Bella p.o.v.

De volgende ochtend loop ik de klas binnen. Niemand is nog hier. Ik open me laatje om de toetsen te pakken als ik een envelop zie ik pak hem op. Miss Swan. Ik open hem en er vallen foto's uit. Ik kijk geschokt naar de foto's. Er is een foto van Edward die naar binnen bij me klimt. Dat we staan te zoenen in de klas en hij heeft me op de tafel geduwt. Daarna één van dat we met z'n alle op de parkeerplaats staan.

Er ligt ook een briefje tussen.

Ik zal maar opassen Miss Swan.

Geschokt stop ik de papieren weg als de deur opengaat. Ik pak de toetsen en deel die aan de klas uit.

Dan ga ik verder met het beoordelen van de presentaties. Emmet en Rosalie moeten hun verslag nog inleveren.

Met een zucht kijk ik toe hoe één voor één toetsen op mijn bureau worden gelegd en dan gaan de kinderen weg. Ik begin met nakijken van de toetsen. Het zijn goede cijfers. Ik leg ze weg als de anderen binnen komen.

'Emmet en Rosalie. Jullie beginnen met de presentatie.' zeg ik. Ze knikken en doen het board aan. Emmet zit achter de computer als Emmet begint te vertellen.

'Wij doen ons project over vampieren. We hebben een filmpje gemaakt.'

Dan zie je Rosalie en Emmet.

'Eerst vampieren hebben lange tanden' zegt Rose. Emmet grijnst en je ziet de tanden. Zo gaat het door.

Als de presentatie afgelopen is klapt de hele klas. Het was een goede presentatie. "Ik verwacht het filmpje in me mailbox.'

Emmet en Rosalie knikken en gaan weer zitten. Dan komt de rest. Het waren goede presentaties. Niet zo goed als die van Emmet en Rosalie maar dichtbij.

Als de les is afgelopen lopen Edward en Alice binnen. Ze gaan zitten en ik ga voor de klas staan. Edward geeft me een grijns en ik kijk weg. Dan begin ik les te geven.

Na de les loopt iedereen weg. Dan voel ik Edwards armen om me heen.

'Edward.' mompel ik. Dan doe breek ik zijn armen van me af.

'B...ellla...' stottert hij.

Ik draai me om en neem een stap terug.

'Edward kijk in me bureau la.'

Edward kijkt me verward aan en loopt dan naar me bureau.

Hij opent de la en ziet gelijk de foto's liggen. Zijn ogen worden groot.

'Ik snap het.'

Dan loopt hij weg. Het lokaal uit. Met een zucht loop ik weer terug naar me bureau.

Ik ga weer zitten. We moeten proberen degene te vinden die die foto's heeft neergelegd.