Hoofdstuk 16

535 31 10
                                    

 Bella p.o.v.

Pap en ik eten zwijgend de vis op die hij had meegenomen. Dan stappen we in zijn auto en rijden we naar La Push toe. Ik snap niet waarom we er naartoe moesten maar zei er niets over.

Toen we het strand op liepen zag ik een groot kampvuur met mensen eromheen.

"Bella dit is Sue.' zegt pap en dan geeft hij haar een kus. 'En haar dochter Leah en zoon Seth.' Ik geef ze beide en glimlach. 'Ouwe Quil. Jonge Quil. Billy. Sam. Jake. Paul Jared. Emily. Rebecca.' Ik knik en schud iedereens hand. Dan begint Billy te vertellen.

(Kijk het filmpje hiernaast. Wel in het engels zonder ondertiteling maar hoop dat jullie het begrijpen.)

Ik zat geschokt te kijken in het vuur. Alles klopte. Alles klopte met Edward en zijn family.

Ze waren anders. Wit. Koud. Gouden ogen. Het verdrag. De volwassenheid.... Alles klopte. Maar hoe.

Ook was het verhaal over de vrouw inspirerend. Ik kon niet anders dan bang zijn maar toch weer niet. Pap reed me naar huis en ik liep naar binnen. Naar boven. Naar mijn bed. En toen viel ik in slaap.

Ergens in mijn onderbewustzijn wist ik dat ik droomde. Ik herkende het groene licht van het bos en hoorde de golven slaan tegen de rotsen. En ik wist dat als ik de zee kon vinden, ik de zon zou kunnen zien. Ik probeerde het geluid te volgen, maar toen was Jacob Black er en trok me aan mijn hand terug naar het donkerste deel van het bos.

'Jacob, wat is er aan de hand?' vroeg ik. Zijn gezicht was angstig en hij trok uit alle machtt aan mijn arm: ik wilde het duister niet in.

'Ren, Bella, je moet rennen!' fluisterde hij, doodsbang.

'Hierheen, Bella!' Ik herkende Mikes stem die kwam van onder de donkere bomen, maar ik kon hem niet zien.

'Waarom?' vroeg ik, me nog steeds verzettend tegen Jacobs greep, wanhopig op zoek nu naar de zon.

Maar Jacob liet mijn hand los, gaf een gil en viel, plotseling trillend, op de donkerde bodem van het bos. Hij kronkelde over de rond erwijl ik vol afschuw toekeek.

'Jacob!' schreeuwde ik. Maar hij was verdwenen. In plaats daarvan stond eer een grote, roodbruine wolf met zwarte ogen. De wolf keek van me weg, in de richting van de kust. Het haar op zijn schouders stond overeind e een laag gegrom kwam tussen zijn onblote kaken vandaan.

"Bella, ren!' riep Mike opnieuw achter me. Maar ik draaide me niet om. Ik keek naar een licht dat op me toekwam vanaf het strand.

En toen stapte Edward tussen de bomen vandaan, zijn huid gloeide zachtjes, zijn ogen zwart en gevaarlijk.

Hij hief een hand omhoog en wenkte me. De wolf gromde aan mijn voeten. Ik deed een stap naar voren, naar Edward. HIj glimlachte, en zijn tanden waren scherp, puntig.

'Vertrouw me,' zei hij spinnend.

Ik nam nog een stap.

De wolf lanceerde zich over de open plek tussen mij en de vampier, zijn muil gericht op Edwards keel.

'Nee!' kruiste ik en schoot overeind in mijn bed.

Bang keek ik mijn donkere kamer in. Ik deed het licht aan en ik keek naar Edward. Hij keek me kort aan. Toen was hij weg. Langzaam ga ik weer liggen en probeer me ademhaling te controleren.

Steeds als ik mijn ogen dicht deed zag ik mezelf. Wit. Dood. En Edward. Met bloed om zijn mond heen.

Mijn Soulmate is een menselijke lerares maar ik hou van haar.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu