Hoofdstuk 3

2.3K 147 7
                                    

[UNEDITED]
Hoofdstuk 3:
If you help someone they will help you too!

Ik voel dat ik in de buurt van een stad ben. Ik hoop alleen dat het geen pack is want anders moet ik beginnen rennen of mijn dood tegemoed gaan. Ik ben al van 6 uur aan het lopen. Ik ruik mensen! Oh God een dorpje of stad! Ik moet veranderen naar mijn mensvorm. Snel smijt ik mijn rugzak, dat ik vast heb met mijn bek, op de grond en dan hoor ik Blue kreunen. Blue is de naam van mijn wolf, ik hou van haar naam.

'Wat is er Blue?'

'Allison ik wil niet tussen de mensen...' zaagt ze.

'Blue, we moeten wel! Ik weet niet hoe het met jou zit maar ik hou van mijn leven.' Dat laatste is gelogen want ik ben helemaal niet blij. Wie zou er wel blij zijn moest je moeder gedood zijn en dat je niemand meer hebt om voor je te zorgen. Geen familie meer, alleen mijn wolf en ik nog.

Ik ga achter een boom staan en kleed mij om in de kleren van gisteren. Mijn maag knort en Blue grinnikt op een rare manier.

'Misschien moeten we wat eten, ik ga dood van de honger.' Ook al ben ik niet in de mood om te glimlachen, ik doe het toch. Ik loop het bos uit, met mijn rugzak op mijn rug, en ik kom uit op een parking. Rechts van mij stapt er net iemand uit de auto en begint te wandelen. Zou ik haar volgen? Zal ze ook gaan eten?

'Kom volg haar nu!' Beveelt Blue en ik verschiet even. Normaal gehoorzaam ik niet als ze zo doet maar nu heb ik echt honger dus luister ik wel. Oké ik weet dat het eng klinkt maar hey, ik ben hier nog nooit geweest! Willen jullie dat ik verhonger? Het meisje stopt opeens en neemt haar gsm. Aaah! Ze begint te praten en ik hoor hier en daar een woordje. Zoals wachten, neen, geen haast...

Ik laat een zucht als ze na het ophangen niet meer verder wandelt.

Ik ga het moeten vragen. Ik haat het om tegen mensen te praten! Je kan ze nooit alles vertellen! Ik voel dat Blue met haar ogen rolt van verveeling.

'Eeeh sorry hoor, maar weet jij waar ik eten kan kopen?' vraag ik als het meisje zich vragend omdraaid. Ze fronst en kijkt me aan alsof ik buitenaards ben.

Ze heeft een strakke minirok aan en een witte bloes. En ze draagt ook nog eens stiletto's.

'Ik ben nieuw in de stad,' zeg ik vriendelijk, hoe graag ik ook haar valse wimpers er uit wil rukken.

'Uhu. Je kan eten als je naar dat gebouw gaat,' zegt ze, wijzend naar een gebouw in de verte.

Ik knik en loop richting het gebouw.

Halverwege sta ik ineens stil. Vanuit links, uit het bos, hoor ik gejammer komen. Ik snuif de lucht. Bingo! Een rogue en een mens. Shit! Vlug ren ik richting het bos. De gejammer en gesnik komt dichterbij maar nu hoor ik ook een mannengelach. Niet een normale lach maar een slechte lach. De vrouw snikt om genade, maar de man lacht.

'Oh ik ga je zo hard nemen dat je het nooit zal vergeten.' Van achter de boom zie ik hem haar vastgrijpen, hij heeft zijn broek al uit! Haar kleren zijn gescheurd en haar gezicht is bedekt met opgedroogde tranen en modder. Haar haren zijn een vogelnest. Tijd voor actie!

'Laat haar los!' Hun hoofden vliegen naar mijn richting. De vrouw kijkt hoopvol en de rogue moordzuchtig. Hij snuift de lucht en lacht.

'Een vrouwlijke rogue heh? Dat is de eerste keer!' lacht hij. 'Wat heb je gedaan om uit je pack geschopt te worden, schat? Was je niet goed genoeg in bed voor de Alpha?' Ik begin te trillen van woede bij de woorden Alpha en schat. Die man doet me denken aan Alpha Damien.

Ik zie de vrouw bang kijken als ze ziet dat ik tril. Ik weet ook dat de rogue grijnst omdat hij ziet dat mijn ogen zwart worden. Hij heeft geluk dat ze niet rood worden.

Ik haal diep adem en opeens zie ik dat de rogue me bang aan kijkt. Nu grijns ik.

'Laat haar los, rogue.' waarschuw ik hem.

'Ha! Jij bent ook een rogue! Gehaat, uitgestotten, niet gewild! Dus zwijg en rot nu op! Of ik vermoord je!' Ik kijk hem recht in de ogen. Ik voel de adrenaline.

'Eerst moet je me te pakken krijgen.' Ik lik mijn lipppen. Het werkt! Zijn ogen kleuren zwart, hij is boos.

Hij laat de vrouw los en ze valt met een kreun op de grond.

'Nu ga je te ver, schat. Ik heb je gewaarschuwd.' Hij springt op me af en ik duik naar links. Snel doe ik een koprol en kom terug recht op mijn voeten.

'Godver!' vloekt de rogue wat me doet grijnzen. Hij had niet gedacht dat ik slim zou zijn! Hij spingt weer op me af, ik zet een stap naar links en buk. In de lucht grijp ik zijn been vast en gooi hem op de grond.

'Jij kleine bitch!' kreunt hij. Ik draai me om naar de vrouw om iets te zeggen maar ze schreeut opeens.

'Kijk uit!' Ik draai me om en de rogue slaat me op mijn neus. Ik val op de grond en kreun. Mijn hand vliegt naar mijn neus en ik voel iets warms. Fijn nu heb ik een bloedneus! De rogue komt boven me staan en hij grijnst. Ik grijns terug en hij fronst. Ik hef mijn been op en schop hem net in zijn kruis. Zijn handen vliegen ernaar en hij bedekt het vloekend.

'Jij!'

Ik grijp zijn kraag vast en zorg er voor dat hij me aankijkt.

'Luister! Als je ooit nog een vrouw of kind iets probeert aan te doen vermoord ik je! Ik zal je vinden! Ga nu weg uit de stad!' Ik laat zijn kraag los en duw hem naar achter. '1,2,3 wacht niet tot 5, 4...' Zijn ogen worden groot en hij begint te rennen richting het bos.

Ik klap mijn handen af. ' Zo..'

De vrouw staat recht en loopt naar me toe. Opeens omhelst ze me random.

'Dankje! Dankje! Je hebt niet alleen mijn leven gered maar ook die van mijn baby!' Snikt ze. Ik klop zachtjes op haar rug.

'Is niets mevrouw.' Ze laat me los en kijkt me onderzoekend aan.

'Ben je een weerwolf?' Ik kijk haar fronsend aan.

'Waar heeft u het over?'

Ze lacht en schud haar hoofd. 'Geen zorgen mijn man is er ook eentje!' Ze legt haar hand tegen haar buik en droomt weg.

'U-u bent de mate van hem?' Ze knikt.

'Oh! Wacht jullie moeten elkaar leren kennen! Je bent de eerste vrouwlijke rogue ooit die hier gepasseerd is. Ik ga hem bellen als we in de auto zijn!'

'Sorry maar ik kan niet met u mee omdat ik nog moet eten.'

'Oh! Zo stom van mij! Je hebt natuurlijk niet veel gegeten! Kom mee met mij, thuis heb ik eten klaar! Alstublieft!' Smeekt ze met puppy oogjes. Ik zucht en knik dan.

'Oké dan, bedankt voor u verzoek, mevrouw.'

'Oh noem me geen mevrouw! Noem me Annie!'

'Oké Annie,' zeg ik. Annie haakt haar arm in de mijne en we lopen het bos uit, richting haar auto. Een Audi.

Annie heeft Bruin haar en bijna zwarte ogen. Ze heeft ook dimpels als ze lacht. Ze ziet er iets rond de 28 uit. Niet zo oud.

You can call me Rogue [NEDERLANDS]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu