Hoofdstuk 7

2.6K 156 14
                                    

[UNEDITED]
Hoofdstuk 7:
Am I in heaven?

Heb je het al eens gelezen? Dat alles zwart wordt, dat je geen hoop meer hebt. Dat onze ziel eindelijk rust en vrede vindt. Dat we onze ogen nooit meer gaan openen. Dat het gedaan is. Dat je geen toekomst meer hebt...

Dat is wat er exact gebeurt is, geen hoop, alles zwart en geen toekomst. Ik ging eindelijk mijn ouders terug zien... Kan dat wel? Leven na de dood? Zouden ze me verwachten? Ben ik hier klaar voor?

Ademhaling, het op en neer gaan van een borstkast. Een vinger die beweegt, heel lichtjes. Koud. Een rilling. Slechts één vraag.

Is dit de hemel?

Voetstappen die weerklinken. De vochtige geur. Zware armen of neen een zwaar lichaam. Zo zwaar als lood. Pijn. Overal. Slechts één gedachte.

Is dit de hemel?

Een zucht. Oren die alles opvangen. Maar ogen die maar niet openen. Een warme hand verstrengeld in het mijne. Een rilling.

Ik ben niet dood.

'Blue...?' Een zacht stemmetje. Mijn oogleden te zwaar om te functioneren. Ik kan slechts met mijn vingers bewegen.

'Haar vingers beweegden!' Opnieuw het stemmetje, maar deze keer hoopvol. Ik ken het van ergens maar mijn hersenen te uitgeput om te denken.

Ik kreun zachtjes en het handje knijpt in de mijne.

'Sorry Blue! Ze dachten dat je slecht was! Het spijt me zo! Ik heb het ze zo verteld!' Ze snikt en dan schiet haar naam me te binnen. Gabbie.

Ze is oké! Een klein glimlachje verschijnt op mijn gezicht. Ze is niet ontvoerd en ze is niet dood.

Mijn oogleden gaan zachtjes open en het eerste wat ik zie zijn de de grote ogen van Gabbie die me vol hoop in de gaten houden.

'Blue!' schreeuwt ze en ik ben bijna doof, letterlijk. Ik krimp lichtjes ineen. Ze merkt het niet op maar iemand anders wel.

'Gabbie het is weer tijd om naar huis te gaan. Die de groetjes aan je ouders.' Een grote hand verschijnt op de schouder van Gabbie en diezelfde persoon is een man.

Gabbie kijkt me verdrietig aan. 'Maar i-ik wil bij Blue blij-' ik hef met al mijn kracht die ik heb mijn arm op en leg mijn hand op haar wang.

'Maak je maar geen zogen kido, ga naar je ouders,' zeg ik met een vaag glimlach.

Ze knikt en geeft me een lange knuffel. Het is vreemd want ik lig nog steeds.

'Bye bye Blue,' zegt ze nog voor ze de kamer uit is. Nadat ze weg is, kijk ik voor het eerst naar de man die rechts van me staat.

Hij bestudeert me met een frons. Hij is sterk opgebouwd, heeft hazelkleurige ogen, blond/ rost haar dat warrig ligt, een strakke kaaklijn en ik schat hem 25. Hij draagt een zwarte t-shirt, een jeansbroek dat losjes aan zijn heupen hangt en normale zwarte sportschoenen.

Opeens kijkt hij me geamuseerd aan.
'Zo jij bent de fameuze mate van Alpha Damien?'
Ik zucht geïrriteerd en kijk hem geïrriteerd aan.

'Ik ben zijn verdomme mate niet,' zeg ik vastberaden, waardoor hij weer fronst.

'Waarom heeft hij dan een beloning op je gezet? Je moet wel echt zijn mate zijn.'

'Alpha Damien is gestoord! Gek in zijn hoofd!' Ik klink misschien gemeen maar het is de waarheid.

'Wel ik zou wel wat vechters kunnen gebruiken, sinds jij twee van mijn beste vechters flink gemarteld hebt.' Ik kijk hem met shock aan. Hij gaat me aan Damien geven!

You can call me Rogue [NEDERLANDS]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu