Het begint langzaam te schemeren. De vogels zijn al gestopt met zingen en laten een griezelige stilte achter. Als ik alleen zou lopen moest ik snel beschutting zoeken om veilig in mijn broek te pissen. Gelukkig is Cato hier. En ik weet niet of ik nou zweet door hem of door het weer. In elk geval weet ik wel dat we het allemaal warm hebben. Door het zweet beginnen mijn handen enorm te prikken en af en toe als mijn hand een tak of plant raakt gaat er een steek van pijn door me heen. Ik wil kermen en me in Cato's armen werpen, maar ik voel me enorm bekeken. Door Marvel, nota bene. Ik kijk hem aan en hij slaat wel heel snel zijn ogen neer. Het is duidelijk dat hij zich betrapt voelt. Waarom is ook nog maar de vraag, want ik doe toch niets verkeerd, en hij toch ook niet? Het is een gevoel dat niemand echt goed kan omschrijven. Maar hij is slim en leidt mij en de anderen af.
"Die tributen kunnen niet ver zijn."
Ik knik, wat er waarschijnlijk erg naïef uit moet zien. Hoewel hij wel zeker weten gelijk heeft. Ik wil alleen maar dat we iemand vinden die we kunnen vermoorden, want dan kan ik snel naar huis. En die iemand, die word gevonden. Het is een meisje met bruin haar en een kortgesneden jas. Aan de manier hoe ze zit, zo in elkaar gedoken, weet ik dat ze gewond is. En dat is mooi voor ons, want dat betekent dat we haar snel kunnen pakken. Het is zo heerlijk stil, dat ik mezelf tijd geef eens rustig mijn mes te trekken. Maar ik maak een grandioze fout door op een takje te gaan staan. Als Cato vernietigend naar me kijkt word ik rood, en ook Marvel snauwt naar me dat ik stil moet zijn. Maar hij doet het nog harder. Zodanig hard dat hij Katniss laat schrikken. We kunnen nu maar beter gaan rennen en dat weten we allemaal. Ik ben er alleen met mijn hoofd niet bij en ik struikel, pal tegen Cato aan. Ik zie geen andere keuze dan mezelf overeind houden aan zijn arm. Het werkt wel en ik kijk hem even dankbaar aan. Ik heb geen tijd om nog iets te zeggen, omdat we verder moeten. Anders word haar voorsprong te groot. Weer heb ik het idee dat alles mijn schuld is als we haar een boom in zien klimmen. Dat is balen, want dat kan ik helemaal niet. En dat terwijl zij als een eekhoorn over de takken vliegt. Ze zit al heel erg hoog als Clove een gesprek met haar begint:
"Is het fijn daarboven?"
Ik heb de pest aan haar omwille de jaloezie van dat hele eekhoorngebeuren. Waarom doet ze zo poeslief en schijnheilig terwijl ze ook gewoon in die stomme boom kan klimmen?
"Ja, heel gezellig. Komen jullie ook?" Zegt ze vrolijk.
"Natuurlijk!" Zegt Cato grijnzend.
Hij maakt zich klaar voor de metershoge klim. Ineens bedenk ik me. Een boog is altijd handiger dan bijvoorbeeld een speer. Dat gaat veel sneller.
"Hier Cato, neem deze mee." Zeg ik en ik hou hem de boog voor.
"Niks ervan," hij duwt mijn boog weg. "Met mijn zwaard gaat het beter." Zegt hij grimmig.
Dan begint hij te klimmen, mij ee beetje vernederd achterlatend met de boog. Om eerlijk te zijn voel ik me niet heel erg aan de schandpaal genageld, het is meer dat hij me alweer afwijst, al was het maar met een simpele boog die hij niet mee wilde nemen. Eigenlijk zou ik de blos op mijn wangen heel snel moeten verbergen. Maar ik doe het niet. Ik ben gefocust op Katniss - en dus meer op Cato - en begin naar hem te joelen. We schreeuwen bemoedigende dingen naar hem zoals:
"Kom op Cato!"
"Je kan het!"
Maar dat is niet zo. De tak waar hij zich aan op wil trekken breekt en hij valt van enkele meters op de grond. Ik laat een geschokt geluid uit mijn mond ontsnappen. Hij kan wel iets gebroken hebben! Kijk, en dat is dus de reden dat ik niet graag bomenklim. Maar steevast als hij dat is, haal ik een pijl uit mijn koker en negeer de directe pijn in mijn handen. Ik trek de pees naar achter en laat die vlug weer los. Meters naast. Wat is dit nou? Ik raak gefrustreerd. Kom op nou, als mijn handen een beetje meewerken moet het lukken. Ik blaas in mijn handen en leg een nieuwe pijl aan, om Katniss naar haar ondergang te bregen. De verkoeling van mijn adem duurt maar voor heel even en daarom, als ik net de pees loslaat, komt die net naast haar in de stam. Het vervelende is dat ze ziet dat ik er slecht aan toe ben. En daarbij zit ze veel te hoog, minstens 25 meter; een plek waar mijn pijlen niet kunnen komen. Clove wil actie ondernemen, maar ik ga het nog eens proberen. Dit keer ga ik bomenklimmen. Want als Cato het kan, dan kan ik het toch ook? Ik begin te klimmen en als ik de stekende pijn voel in mijn handen, breken de takjes onder mijn voeten. Ik maak een geluid dat tussen kreunen en grommen in zit als ik weer op de grond beland. Het is Cloves beurt. Maar Peeta, die enorm schijnheilig kijkt, houdt haar en mij tegen.
"Laat haar daar maar zitten. Ze gaat toch nergens heen. En ze moet er ook een keer uit." Zegt hij.
Ik richt mijn blik weer op Katniss en dan op de anderen. Op dit moment heb ik geen mening, hoewel hij wel gelijk heeft. Ik laat mezelf tegen Katniss haar stam aan zakken en bekijk mijn handen. Als ze al wegklimt, zal ik dat zien, horen en voelen. Op die manier kan ze er niet uit en dat weet ze dondersgoed. Ik voel mijn oogleden zakken en ik sper ze weer open. Weer kijkt Marvel naar me. Ik kijk niet terug. De nacht valt en Marvel houdt de wacht. Daarom glimlach ik eventjes naar hem en val op mijn zij om vredig in slaap te vallen. Geritsel. Gebrom. Gegil. Wat is er aan de hand? De vlekken die ik altijd voor mijn ogen heb willen niet verdwijnen. Wat is er aan de hand?!
JE LEEST
Glimmers Hongerspelen
FanfictionWat doe je als je getrokken wordt bij de boete? Wat doe je als iedereen je haat omdat je een beroepstribuut bent? Wat doe je als je verliefd word op de vijand. En wat doe je als er tegelijkertijd iemand verliefd op jou wordt? Het overkomt Glimmer, e...