Was Peeta Weg?

708 55 1
                                    

Omdat de anderen stil zijn en dat ook blijven begin ik me te vervelen. Ik wil actie, ik wil jagen! Ik zit nu al veel te lang stil en ik verveel me enorm door de stilte en het nietsdoen behalve af en toe wat eten of drinken. En dan kan ik eindelijk mijn welverdiende sponsors overtuigen dat ik goed ben en natuurlijk ook Kasjmier tevreden stellen. De moorden die ik tot nu toe heb gepleegd waren niet zo bijzonder en ik moet daar maar snel wat aan gaan doen. Die moorden waren te snel en te simpel. En bovendien waren dat domme kinderen die te laat waren om te vluchten of te vechten. Hoewel de meeste in de arena niet vechten kunnen, trouwens. Als je het tegen iemand van de lagere districten op moet nemen gaat dat altijd heel makkelijk. Op de grond werken, slaan of schoppen, je wapens erbij halen, moorden, en weggaan zodat ze het lijk kunnen ophalen. Dat is niet het allermoeilijkste stappenplan die je jezelf kan geven ik dan altijd. Er zitten elk jaar weer sukkels bij die zich zo makkelijk laten grijpen, vooral de kleintjes. Zoals die ene uit district 11. Ik ben even haar naam kwijt, maar ze zal het niet lang redden. Om je hersens te breken waarom ze nog niet dood is. Maar ik ga niet dood. Niet snel in elk geval. Nooit, niet in de arena. Je zal zien dat als ik in de finale sta omdat ik het zo ver en goed geschopt heb, ik ze allemaal neerhaal. Daar heb ik voor getraind, dat kan ik. Er is niemand die de finale beter kan spelen dan ik. Zelfs mijn tegenstander niet. Gek genoeg heb ik geen goed beeld van met wie ik in de finale ga staan. Marvel? Eigenlijk zegt iets in mij van niet. Soms is hij te laat en dan wordt het hem fataal. Katniss of Peeta lijkt me ook stug. Cato en Clove zouden een grote kans maken en van de rest... Misschien de grote jongen uit 11, Tresh: maar daar blijft het dan ook bij. Omdat ik me zo verveel kan ik niets anders bedenken dan een beetje dagdromen. Over wie, dat weet niemand behalve ik. Cato. Ook niet erg moeilijk te raden. Hij spookt al de hele tijd door mijn hoofd. Ik zie hem steeds kijken en lachen en dan voel ik me ineens verlegen. Een gevoel dat ik eerder nooit had, maar ik ben ook nog nooit verliefd geweest om eerlijk te zijn. Er zijn wel een paar jongens op mij verliefd geweest, maar dat is niet hetzelfde als dit. Dat waren one night stands. Simpele vriendjes waar niemand verder iets mee doet, behalve elkaar af en toe een beetje stom begroeten. Wat ik voel voor Cato is echter, veel natuurlijker. Alsof het recht uit mijn hart komt, een gevoel dat niemand kan verbreken. Een geluid laat me opschrikken uit mijn gedachten. Binnen een mum van tijd zit ik rechtop en instinctief haal ik een pijl uit mijn koker om de tribuut te doden als die te dichtbij komt, of in elk geval af te schrikken. Omdat Clove zo poeslief doet moet ik lachen, maar dat vervorm ik snel in een grijns. Een valse. Ik hoop maar dat het ze afschrikt. Maar de 'ze' in ons verhaal is Peeta. Was hij weg? Ik heb niets gemerkt. Ik laat mijn boog langzaam zakken. Maar zo te zien weet hij dat ik straks meteen weer aan kan vallen als hij ook maar een vin verroert.

"En waar heb jij gezeten?" Snauwt Clove.

Iets dat ik ook wel wil weten. Het ziet er naar uit of hij zijn antwoord al heeft voorgekauwd.

"Nou, aangezien niemand mij had gewaarschuwt," begint hij.

"Laat dat zielige verhaal maar zitten Loverboy, wij willen weten waar je vandaan komt."

Ik hef mijn boog weer een beetje op. Want wie zegt dat hij te vertrouwen is? Hij is niet al te snugger en dat weten wij allemaal, maar vertrouwen is een heel ander onderwerp.

"Van het meer. I-ik zocht jullie." Stotterd hij.

Ik weet niet of ik moet lachen of dat ik moet wantrouwen. Misschien moet ik maar doen dat ik het met Cato eens ben. Hij kijkt heel dodelijk en ik ben er zo van onder de indruk dat ik hem meteen nadoe, hoewel ik weet dat ik zijn gezicht niet kan overbruggen. Wat Peeta ook uitgespookt of wat hij ook heeft meegenomen: ik ruim ze uit de weg.

"En wat heb je bij dat meer uitgespookt, Loverboy?"

"Ik zocht jullie. Zeg ik toch?"

"En wie zegt dat je ons niet hebt verraden aan de andere tributen?" Snauw ik.

"Daar in kun je me heus vertrouwen. Heus! En voor wie zijn jullie dan bang?"

Ik hoor een achterdochtige toon in zijn stem en daar ben ik niet van gediend.

"Hoe durf je," begin ik, maar Clove grijpt sneller in dan ik.

"Voor niemand niet." Zegt ze fel en vijandig.

Ik ben het helemaal met haar eens en knik wat kleintjes terug naar Marvel die bevestigend naar Clove kijkt. Alleen Cato houdt Peeta nog steeds in de gaten, gewapend met zijn zwaard.

"Wat zeuren jullie dan?"

Ik grom wat en hij kijkt even naar mij. Zag ik daar nou minachting? Ik kijk hem dodelijk aan en hij wendt zijn hoofd af. Natuurlijk, Cato smijt de rugzak tegen hem aan. Als een herder van een pakezel houd ik hem scherp in de gaten, maar hij doet niets. De zon zakt in de hemel en de vogels fluiten hun avondliedje. Alles ziet er zo vrolijk uit. En toch... Ik weet, en de anderen vast ook, dat er binnenkort snel doden zullen vallen. En ik hoop dat Peeta daar bij hoort, al moet ik het met mijn eigen boog doen.

Glimmers HongerspelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu