Hoofdstuk 10

144 8 0
                                    

Ondanks dat Ben zich niet kon bewegen voelde hij dat er iets niet klopte. Zijn hart deed pijn en verlangde naar de warmte van een knuffel. Er was iets mis.
Hij wist niet wat, maar het maakte hem aan het huilen. Een traan rolde over zijn wang, kroop over zijn lip en bungelde aan zijn kin. Daar bleef de druppel hangen.
Hij viel niet.
Hij bewoog niet.
Hij hing daar maar.
Ben voelde zich machteloos. Hij wist dat Mal zijn hulp nodig had. Hij wist dat Auradon zijn hulp nodig had. Hij wist dat hij iets moest doen. Juist daarom vond hij het zo verschrikkelijk frustrerend dat hij niks kon doen en hier als een standbeeld in de zaal stond.
Het was verdorie zijn verantwoordelijkheid. Hij kon zelfs niet zijn frustratie uitten, omdat hij zijn gezicht niet kon bewegen. Hij wist dat Mal sterk was. Ze had Maleficent al eens eerder verslagen. Hij was alleen bang voor wat hij zou aantreffen als hij ontdooide, of het Mal wéér was gelukt Maleficent te verslaan.
Als hij ooit nog ontdooide.

Langzaam tikte de tijd voorbij en het enige wat hij zag, was de glazige verte. Hij stond met zijn rug naar Mal toe en kon haar niet zien.
Bijna had hij het opgegeven.
Bijna.
Tot hij inneens kniperde met zijn ogen. Hij wiebelde met zijn vingers en zijn tenen. Hij opende zijn mond en draaide zijn hoofd heen en weer. Hij bewoog zijn arm.
Hij kon weer bewegen. Hij keek om zich heen, maar zag de rest nog steeds als standbeelden in een chique tuin staan.
Met een ruk draaide hij zich om.
Zijn hart stokte in zijn keel.
Tegenover hem stond Maleficent. Met een grijns keek ze hem aan. Het duurde even voordat Ben doorhad wat er gebeurd was, tot het klikte in zijn hoofd.
Mal had gefaald.
Wild keek hij om zich heen.
Zijn ogen vonden Mal's ogen. Ze waren gesloten.
'Kijk maar goed Ben. De schade die ik zal aanrichten zal zich niet beperken.'
Hij deed een stapje opzij en zag dat Mal's lichaam in een onnatuurlijke houding lag. De schrik sloeg hem om het hard en zette zijn benen in beweging. Hij rende langs Maleficent naar Mal. Het maakte hem niks uit wat ze deed. Toen hij bij haar kwam, zag hij al niks meer door de tranen. Hij hield zijn wang boven haar mond en voelde tot zijn oplichting haar zwakke ademhaling. Ze ademde heel licht uit door haar neus, wat zijn haartjes overeind liet staan.
Hysterie overviel hem.
Hij huilde als een kleine baby en hield Mal stevig vast bij haar schouders. Rechts van Mal ving hij een glimp op, tussen de tranen door, van Adelaide. Die hevig kreunend ook op de grond lag. Haar arm was uit de kom en ze lag in een plasje bloed. Hij veegde Mal's haar uit haar gezicht. Zijn tranen vielen op haar gezicht en maakte het half opgedroogde bloed weer vloeibaar. Hij depte wat bloed weg. Hij wist dat hij niks meer zou kunnen doen behalve zich overgeven. Als Maleficent haar eigen kinderen al zó kon toetakelen, wilde hij niet weten wat ze met anderen zou doen.
Dus dat was wat hij deed.
Hij stond op, veegde zijn tranen af en draaide zich om.
'Ik geef me over.'
Maleficent schonk hem een tevreden blik.
'Liefde maakt je zwak. Ik had niet verwacht dat het zo makkelijk zou gaan. Jammer, ik hou wel van een beetje weerstand. Dag Ben! Bedankt voor de strijd.'
Met die woorden betoverde ze ook Ben. Ze zwaaide met haar staf.
Alles voor zijn ogen werd zwart en hij viel op de grond.
Het laatste wat hij hoorde was een lach.
Maleficent's lach.

Evil Returns  (Disney Descendants Deel 3)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu