Hoofdstuk 12

133 9 0
                                    

Een krakend geluid drong Ben's onderbewuste binnen. Het klonk als voetstappen op een houten trap. Langzaam opende hij zijn ogen. Al snel wist hij weer wat er was gebeurd en zag nog geen verandering aan de situatie.
De deur schoof krakend open en de bewaker van gister kwam binnen met een bord en een beker. Hij zette het op de grond en ging in de deuropening staan. Hij haaktte zijn duimen achter zijn riem en keek Ben verwachtingsvol aan.
'Eet'
Ben kroop overeind en grisde het brood van het bord en begon er gulzig van te eten. Hij had honger en greep zijn kans. De bewaker draaide zich om en liep weg. Toen hij de trap opliep durfde Ben weer om zich heen te kijken.
Het was nu lichter dan gister dus kon hij alles beter inspecteren. Er hing niks aan de muur en er lag niks op de grond behalve wat stro. De zon scheen weer naar binnen en verlichtte zijn voeten. Hij draaide zijn hoofd richting de andere muur, toen een schittering zijn aandacht trok.
Er lag een sleutel in het stro.
Als de zon er niet op had geschenen, had hij de schittering waarschijnlijk gemist en de sleutel nooit gevonden. Grappig, nu wist hij eindelijk wat ze altijd bedoelden met een naald in een hooiberg. Snel ging hij rechtop zitten en schoof zo ver mogelijk van de muur als zijn boeien hem toelieten. Hij strekte zijn teen en probeerde de sleutel naar hem toe te schuifen. De eerste pogingen mislukten dus zakte hij verder onderuit. Een gefrustreerde zucht verliet zijn lippen toen hij weer mis greep. Bij de derde poging had hij de sleutel te pakken en schuifelde hem over de grond. Toen de sleutel in de buurt van zijn handen was, sloot hij zijn vingers en voelde dat de vorm voor een klein slot was. Zoals zijn boeien!
Hij priegelde het sleuteltje erin en hoorde een bevredigende klik. Het slot schoot open en tot zijn verbazing kon hij zich ontdoen van zijn boeien. Een kreun van verlichting klonk uit zijn keel en hij wreef over zijn pijnlijke polsen. Hij kon niet langer wachten en duwde zichzelf overeind. Zijn kont was zo beurs van de harde stenen vloer, dat het pijn deed. Voor het eerst in een lange tijd kon hij staan.
Hij begon een rondje te lopen en merkte dat het moeite kostte.
Tijdens het lopen begon het denken. Hoe was de sleutel daar gekomen? Wat zouden ze doen als ze erachter kwamen dat hij de sleutel had? Hij wist het niet.
Toen zijn bloedsomloop weer op gang was gekomen liep hij naar de deur. Hij legde zijn oor tegen het hout, maar hoorde niks aan de andere kant. Hij wilde de klink naar beneden duwen toen de deur inneens open schoof. Geschrokken zette hij twee stappen achteruit en hield zijn adem in. Toen er niks gebeurde liep hij door de deur en zag niks en niemand aan de andere kant. Het moest de wind zijn geweest.
Hij was vrij!
Hij moest Mal vinden.
Hij moest zijn koninkrijk terug winnen.
Voorzichtig manoevreerde hij zichzelf door de gangen, maar hij kwam niemand tegen.
De troonzaal.
Trap op trap af en nog steeds zag hij niemand. Het leek wel uitgestorven.
Toen hij bij de troonzaal kwam stond de deur op een kier. Ben gluurde naar binnen maar zag niemand. Net toen hij zich om wilde draaien om zijn zoektocht te vervolgen, schoof de deur net zoals in de kerkers verder open.
Ben kreeg een naar voorgevoel, maar negeerde het en sloop naar binnen.
De schrik sloeg hem om het hart toen hij Mal zag liggen op een bed middenin de zaal. Hij vergat zijn voorzichtigheid en rende erheen. Snel controleerde hij haar hartslag en merkte tot zijn opluchting dat die nog regelmatig was.
Ze leefde nog!
'Mal, wordt wakker' fluisterde hij in haar oor.
Ze sliep.
Ze was betoverd.
Net zoals Doornroosje.
Maleficent had haar eigen dochter veranderd in Doornroosje.
Als Ben gelijk had wist hij wat hij moest doen.
Net als in de legende van Doornroosje boog hij zich voorover en kuste Mal.
Vol verwachting keek hij haar aan, maar er gebeurde niks.
Door zijn fixatie op Mal merkte hij niet dat groene mist langzaam de zaal begon te vullen. Een duistere lach klonk steeds harder tot deze ook in Bens oren doordrong. Met een ruk draaide hij zich om en keek recht in Maleficents donkere ogen.
'Oh Ben, liefde maakt zwak'.
'Ik vecht tot het bittere einde!' schreeuwde Ben terwijl hij een vechtpositie aannam.
'Het is al te laat. Ik kan mensen niet dwingen bij mij te horen, maar als ze daar vrijwillig voor kiezen. Je hoort nu bij mij Ben.'
Vol afgrijzen staarde Ben haar aan.
'Ik zal daar nooit vrijwillig mee instemmen!'
'Mal is betoverd Ben, door haar te kussen bezegelde je de spreuk. Je bent van mij.'
Met open mond hapte hij naar adem.
'In liefde en oorlog is alles toegestaan.'
Ben kon zichzelf wel vermoorden.
'Vond je het niet verdacht dat de sleutel in je cel lag en de deur niet op slot zat? Je dacht er niet overna, omdat je blind bent door 'liefde'. Maleficent spuugde het woord haast uit.
'Je bent van mij nu.'
Haar woorden werden weerkaatst door de muren en dreven Ben tot waanzin.
Hij zakte door zijn knieën en bleef op de grond zitten met zijn handen in zijn haar.
'Je bent van mij' galmde haar woorden zacht na in zijn hoofd.

Evil Returns  (Disney Descendants Deel 3)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu