Hoofdstuk 19

113 8 1
                                    

Hij slaakte een kreet van pijn en trok een zuur gezicht.
Net goed!
Ze had hem hard in zijn hand gebeten nadat hij haar probeerde mee te slepen en zijn hand over haar mond had gelegd. Hij pakte zijn pijnlijke hand met zijn andere hand vast en liet daardoor het boek vallen. Adelaide greep haar kans en dook naar de grond. Snel pakte ze het boek op van de grond en beukte met alle kracht die ze in zich had tegen Harold aan. Deze had dat niet verwacht en smakte tegen de grond. Verrast bleef hij daar liggen en Adelaide zette het op een lopen. Terug langs de krakende trap, terug door de grote hal en over de massieve stenen trap.
Het gras werd geplet door haar schoenen en haar haren wapperden in de wind.
Het voelde bijna als vliegen.
Ze ging nog niet terug naar het plein maar sloeg het andere zandpad in na het toegangshek van het paleis, die richting het bos ging. Eenmaal in het bos zocht ze een dikke boom waar ze snel onder ging zitten. Ze legde het boek op haar schoot en begon driftig te bladeren.
Waar was die spreuk?
Na een tijdje zoeken had ze hem gevonden.

Vergeet dat ik heb bestaan
Vervaag de herinnering
Laat mijn bestaan vergaan

Dit was wel heel definitief. Ze schudde de twijfel van zich af. Zij had dit veroorzaakt en zou dit ook oplossen. Snel stond ze op, klopte haar jurk af en rende terug door het bos naar het andere zandpad die haar terug leidde naar het plein.
Onderweg werd ze aangevallen door een leger van twijfels. Moest ze dit wel doorzetten?
Ja.
Het was de enige manier.
Eenmaal op het plein aangekomen duurde het niet lang voor ze Mal en Ben had gevonden. Iedereen was in gevecht. Ze zag niet veel dodelijke gewonden, maar dat betekende niet dat er in deze alles beslissende strijd geen verliezen waren geleden. Elke strijd kende schade, zowel lichamelijke als mentale.
Ze liet zich op haar knieën vallen en kroop over de grond tussen de vechtende mensen door in de hoop niet geraakt te worden door een wapen.
Na veel geduw en getrek herkende ze eindelijk Mal's schoenen en kroop ze overeind.
'Mal' schreeuwde ze.
Haar hoofd draaide en ze keek Adelaide aan. Een glans van herkenning gleed over haar gezicht en ze glimlachte. Dat deed Adelaides hart pijn en ze moest moeite doen om haar tranen terug te dringen. Mal omhelsde haar en drukte Adelaide dicht tegen haar aan.
'Hoe staat het er hier mee?' riep Adelaide in haar oor.
'We houden haar op afstand, maar hebben nog niks ondernomen. Ik zou immers op jou wachten' was haar antwoord.
Onwillekeurig moest Adelaide hier om lachen.

Hun band had niet bestaan toen Adelaide net was aangekomen en was lanzaam gegroeid over de tijd heen. Ze kon zich geen leven meer indenken zonder Mal.

'Mal, ik wil dat je weet dat ik voor altijd van je zal houden. Je bent mijn zus en ik wil je nooit meer kwijt.' Een stille traan rolde over haar wang.
'Hetzelfde geld voor mij' zei Mal terwijl ze haar zus voor een tweede keer dicht tegen zich aan trok.
Zo bleven ze een tijdje staan, terwijl Ben, Maleficent afleidde.
Met pijn in haar hart maakte Adelaide zich los uit hun omhelsing.
Het was tijd.

Ze liep bij Mal vandaan richting Ben. Toen ze langs hem liep fluisterde ze in zijn oor dat hij goed op Mal moest passen.

Ze liep voorbij Ben en richtte haar hoofd op. Ze keek recht in haar moeders draken ogen. Het leidde haar af dus draaide ze zich snel om.

Ze concentreerde zich op haar ademhaling en ordende haar gedachtes. Ze sloot haar ogen en begon de woorden die ze zorgvuldig onderweg uit haar hoofd had geleerd hardop uit te spreken.

'Tijd stop wanneer ik dat vraag,
Tijd stop en houd al die niet toveren kunnen laag.'

Het was dezelfde spreuk die haar moeder had gebruikt om iedereen in het paleis te bevriezen. Alleen de Goede Fee, haar moeder, Mal en zij waren niet vatbaar voor deze spreuk en konden zich nog vrijuit bewegen.
Mal keek haar vragend aan dus draaide Adelaide zich weer om en knipperde de tranen weg.
Schokkerig haalde ze adem.
Ze spreidde haar lippen en duwde de woorden naar buiten.
Voor Auradon.
Voor Mal.

'Vergeet dat ik heb bestaan
Vervaag de herinnering
Laat mijn bestaan vergaan'

Mal's ogen gloeiden even groen op tot ze kleur verloren en ze wezenloos voor zich uit staarde.
Alweer was er een traan ontsnapt en werd Adelaides wang nat. Ze viel op haar knieën en duwde haar vingers in de aarde. Snel fluisterde ze de laatste woorden om haar plan te voltooien.

'Eindig al dat is slecht, ik offer mijn dierbare en breek de spreuken.
Zal mijn dierbare mij dat vergeven, kan deze poging lukken.'

Het was gebeurd.
De woorden drongen Maleficents oren binnen en lieten haar bloed stollen. Geschokt keek ze naar het meisje dat tegenover haar op de grond zat. Hoe had zij de spreuk geweten?
Met een grote wervelwind veranderde Maleficents draken verschijning weer in haar menselijke vorm, waarna ze langzaam vervaagde. Terug opweg naar waar ze vandaan kwam voordat de spreuk haar naar Auradon haalde.

Overal over het veld hoorde Adelaide geknetter en het metalen leger van Maleficent begon uit elkaar vallen. Ze hoorde de ijzeren onderdelen op de grond kletteren en de eerste vreugde kreten begonnen.
Ze was opgelucht dat alles voorbij was, maar tegelijkertijd drukte een heel zwaar gevoel op haar buik.

Evil Returns  (Disney Descendants Deel 3)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu