Hoofdstuk 41: Oorlog (deel 1)

1.4K 42 3
                                    

Professor Anderling en een paar andere professors zorgden voor een beveiligingskoepel rond Zweinstein. Gelukkig eigenlijk want niet veel later zagen we allemaal kleine lichtjes dichter komen. Het duurde dan ook niet lang voor ze lichtjes als bommen tegen de koepel aan vlogen. Het waren er zo veel en hier en daar hoorde je mensen gillen. Ik keek even naar Harry en hij keek me ook even aan. Er bleven maar spreuken tegen de koepel aan vliegen en het ging niet lang meer duren voor hij het begaf.

"Ik hou van je vergeet dat niet." Zei Harry nog snel.

"Ik hou ook van jou."

Hij tok me in een knuffel en snel knuffelde ik terug. Hij liet me een beetje losser en gaf me toen een kus net naast mijn mond. Harry betekend echt veel voor mij. Hij is net de grote broer die ik nooit heb gehad. Soms heb ik het gevoel dat hij Fenna, mijn zus een beetje vervangt. Ook al is dat onmogelijk. De koepel brak in duizenden stukjes en al snel vlogen er overal dooddoeners en brak er paniek uit. Harry liet me los en nam zijn toverstok. Ik volgde zijn voorbeeld en ik had mijn stok al snel genoeg nodig.

"Expelliarmus!" Riep ik luid.

De dooddoener zijn toverstok vloog door de lucht en het duurde niet lang vooraleer hij weg vluchte. Ik moest er best om lachen. De dooddoeners zijn niet zo stoer eigenlijk. Het duurde niet lang voor we allemaal in een groot gevecht zaten. De dooddoeners waren duidelijk in de meerderheid maar we gaven ons niet zo maar verloren! Ik toch niet. Ik vecht voor Draco, Harry en al mijn vrienden!

"Paralitis!" Riep ik nog een paar keer.

De dooddoeners bleven maar komen maar ik had nog steeds niemand gezien die ik herkende van toen ik bij hun was. Heel even dacht ik Draco zijn moeder te zien maar voor ik er naar toe kon lopen stond er al weer een andere dooddoener voor me. Ook die was snel terug weg toen ook zijn toverstok weg vloog. Er kwam weer een dooddoener aan maar  die vloog al snel een paar meter achteruit. Plots werd ik langs achter vast gepakt en voelde ik een stekende pijn tegen mijn keel. Ik trapte naar achter, nam zijn hand vast en trok hem zo over mijn rug over me heen. Het duurde dan ook niet lang voor hij ging gaan lopen. Ze waren misschien wel met veel maar zo heel sterk waren ze niet. Volgens mij zijn alleen de dooddoeners die ik bij Draco thuis heb gezien echt sterk. Ik keek even om me heen en mijn ogen bleven steken bij Hermelien. Ze had een beetje last met een paar dooddoeners en al snel ging ik haar helpen.

"Bedankt." Zei ze opgelucht toen de dooddoeners weg waren.

"Graag gedaan. Heb je Harry gezien?"  Vroeg ik een beetje bezorgd.

"Ja die is bij Ron, ergens aan de rechtse kant van het plein dacht ik." Anwtoorde ze terwijl we tegen de dooddoeners vochten.

Hermelien en ik stonden rug aan rug te vechten, Zo waren we nu al een paar uur bezig. Mijn energie raakte stil aan op. Ik wou dat ik even vijf minuten pauze kon nemen maar hier is dat nogal moeilijk. Plots viel mijn blik op blonde haren. Wacht eens. Is dat Draco?

Draco pov.

De oorlog was begonnen. De koepel dat rond Zweinstein stond was gevallen en de dooddoener begonnen met de aanval. Ik had hier echt geen zin in maar ik moest wel mijn vader ging heel de tijd bij me blijven waardoor ik wel moest vechten. Het enige wat ik wou doen is Jade zoeken en haar hier weghalen. Wat als één van de dooddoeners haar zou vermoorden? Dan vermoord ik hem denk ik. Mijn vader gaf me een duw en we liepen het terrein op.

"Denk maar niet dat ik je alleen laat. Je zult vechten voor Voldemort of je dat nu wilt of niet!" Zei mijn vader streng.

Ik reageerde er niet op en liep gewoon verder. Ik keek de hele tijd om me heen om te zien of ik Jade of één van haar vrienden zag. Mijn vader liep achter me aan en ik gaf de hoop eigenlijk al op. Plots zag ik Hermelien en Jade rug aan rug vechten tegen een paar dooddoeners. Ze zag er moe uit en het leek of ze elk moment kon instorten. Plots keek ze mijn richting uit en liet ze haar toverstok een beetje zakken. Ze keek nogal ongeloofwaardig. Net toen ik naar haar wou toe gaan trok mijn vader me verder maar ik bleef staan. Ze liep naar me toe en sprong in mijn armen. Snel sloeg ik mijn armen om haar heen. Ik dacht dat ik haar nooit meer zou terug zien.

"Ik heb je zo gemist Dray! Ik dacht echt dat je dood was." Zei ze bijna huilend.

Ik liet haar zachtjes wat losser zodat ik ze kon aankijken en de tranen liepen van haar gezicht af. Er liep ook een traan mijn mijn gezicht af en voorzichtig en zachtjes wreef ze die weg. Ik veegde ook een paar tranen bij haar weg en ze gaf me een zwak glimlachje. Ik voel me zo goed bij haar. Ik zou niet weten wat te doen zonder Jade.

"Ik heb je ook gemist." Fluisterde ik zachtjes.

Ze drukte haar lippen zachtjes tegen de mijne en even was ik alles vergeten. Zelfs mijn vader was ik even vergeten. Wacht eens... Mijn vader? Snel verbrak ik de kus en Jade keek me een beetje verward aan. Ik nam haar hand vast en ging beschermend voor haar staan. Mijn vader zou haar vermoorden. Dat heeft hij zelf gezegd. Jade had nu ook door waarom ik beschermend voor haar ging staan. Ze keek nogal bang en mijn vader keek ons kil aan. Waarom kan hij nu niet gewoon snappen dat ik van haar hou?

"Doe haar alsjeblieft niets." Smeekte ik bijna.

Mijn vader zuchte en keek me iets of wat meelevend aan. Iets wat al zeer lang niet meer gebeurt is. Hij gaf me een knikje en keek Jade even aan. Ik vertrouwde hem niet helemaal dus bleef ik toch maar voor Jade staan. Nu ik haar eindelijk terug heb gevonden wil ik haar niet kwijt raken. Niet nog eens. Plots hoorde we een luide knal en gegil. Onze hoofde draaide allemaal naar het geluid toe. Harry en Voldemort stonden voor elkaar en riepen allerlei spreuken naar elkaar. Jade trok haar los en wou naar hem toe lopen maar al snel nam ik haar vast bij haar arm en trok ik haar terug tegen me aan.

"Laat we los Draco!" Riep ze.

"Het is te gevaarlijk. Ik wil je niet nog eens kwijt raken!" Zei ik terug.

Plots Kwam er een grote groene straal uit de toverstok van Voldemort en vloog Harry een paar meter achteruit. Hij lag levenloos op de grond en de Tranen liepen van Jade haar gezicht af.

"Nee! Harry!" Riep ze uit.

Verliefd op de badboyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu