Hoofdstuk 42: Oorlog (deel 2)

1.5K 46 9
                                    

Ze klonk terug zo gebroken en het brak me ergens van binnen Harry was haar aller beste vriend en nu... Ik probeerde haar tegen te houden maar al snel trok ze haar los. Ze liep naar Harry toe en ging op haar knieën bij hem zitten. Enkele professors en andere volwassenen hielden de leerlingen op afstand. Jade wreef over zijn wang en huilde. Het was ijzig stil op het plein. Het enige wat je hoorde was Jade haar gesnik en een gemene lach van Voldemort. Ik wou naar Jade toe gaan maar mijn vader hield me tegen. Ik zag dat Jade nog iets tegen Harry zei maar ik kon niet verstaan wat. Ze gaf hem een kus en veegde haar tranen weg.

Jade pov.

Ik zat naast het lichaam van Harry en de tranen rolde van mijn gezicht. Ik kan niet geloven dat hij dood is. Dat kan gewoon niet. Dat mag niet! Ik wreef even over zijn wang en hij voelde koud aan. Het begon te regenen maar daar trok ik me niets van aan.

"We gingen hier samen uit komen Harry." Fluisterde ik tegen zijn lichaam.

"Ik hou van je." Fluisterde ik nog steeds wenend.

Ik leunde naar hem toe en gaf hem een kus. Hij mag niet dood zijn. Ik hoopte zo hard dat hij gewoon zijn ogen open deed en zei dat het een stom grapje was maar dat gaat niet gebeuren.

"Wat jammer dat ik je vriendje heb vermoord. Is het niet juffrouw Smith?" Riep hij over het plein terwijl hij een grote grijns op zijn gezicht had.

"Hou je mond." Zei ik stil en kwaad.

"Je zult moeten toe geven dat Potter een zwakkeling is." Riep hij terug voor het hele plein.

"Hou je mond!" Riep ik nu luid genoeg terwijl ik ging recht staan.

"Kom op Smith je weet even goed als ik dat hij het leven niet waard was. Je bent veel beter af aan mijn kant."

"Ik val nog liever dood!" Riep ik terug.

"Dat kan ook altijd." Grijnsde hij.

Hij nam zijn toverstok en vuurde een paar spreuken op me af. Ik wist ze te ontwijken maar lang ging ik dit niet meer volhouden. Uit mijn ooghoeken zag ik dat Draco me wou komen helpen maar zijn vader hield hem tegen. Plots vloog mijn toverstok uit mijn handen en vloog hij een paar meter verder.

"Klaar om te sterven Smith." Grijnsde hij breed.

"Ik dacht het niet." Hoorde ik een stem achter me zeggen.

Voldemort zijn toverstok vloog uit zijn handen en hij viel op de grond. Zijn gezicht begon af te schilferen en het leek of hij van binnen uit aan het opbranden was. Die stem? Dat kan toch niet? Ik draaide me om en keek recht in Harry zijn ogen.

"Harry!"

Ik sprong in zijn armen en al snel sloeg hij zijn armen om me heen. Hij ging even door mijn haar en hij gaf me een kus op mijn voorhoofd.

"Ik dacht dat je dood was." Zei ik terug bijna huilend.

"Ik heb je toch gezegd dat we hier samen zouden uit komen." Glimlachte hij zwak.

Draco pov.

Ik wou naar Jade toe gaan maar mijn vader hield me tegen. Ik probeerde me los te krijgen maar het lukte niet. Ik wou niet dat Jade ook dood ging. Ik durfde niet zo goed kijken maar plots sprong Harry op. Hij richte zijn toverstok op Voldemort en niet veel later vloog zijn toverstok in de lucht. Ik was wel opgelucht dat hij nog leefde, Jade haar leven heeft gered en ons heeft bevrijd van Voldemort. De meeste dooddoeners vlogen in paniek weg maar ik bleef rustig staan. Al het gevaar was weg nu. Jade sprong in Harry zijn armen en knuffelde hem. Ik kreeg een glimlach op mijn gezicht en mijn vader keek me raar aan. Wat ik wel snap. Mijn vriendin springt in een andere jongen zijn armen en knuffelt hem. Maar ik weet hoeveel Harry voor haar betekend. Hij is haar beste vriend en een soort van broer voor haar. Hermelien en Wemel kwamen ook aan gelopen en hielpen Harry ondersteunen. Ze hielpen hem naar binnen. Jade keek hun nog even na en kwam toen mijn richting uit gelopen.

"Neen! Dit kan niet!" Riep er plots iemand luid.

Het was Bellatrix en ze liep woest naar Jade toe. Dit loopt fout af.

"Het is jou schuld! Vies vuil modderbloedje! ik vermoord je!" Riep ze luid.

Ik wou naar Jade toelopen maar weer hield mijn vader me tegen. Hij wist ook hoe gemeen Bellatrix kon zijn. Hij wou niet dat ik ook in de problemen zou raken. Wacht eens? Beschermde hij me nu? Ik was wat in de war maar al snel was mijn aandacht terug op Jade en Bellatrix gericht. Mijn vader liet me los maar ik bleef wel staan. Bellatrix haar stok was nog steeds op jade gericht.

"Ik had je beter vermoord toen ik de kans had! Die kan laat ik niet nog eens voorbij gaan!" Riep ze gemeen.

"Bellatrix wacht." Zei mij vader plots.

Ik schrok best van zijn woorden. normaal zou hij haar ook dood willen maar nu houdt hij dit tegen. Ik was zodanig verward dat ik vergat wat er precies aan het gebeuren was.

"Wat is er Lucius? Je zei zelf dat je haar liever dood zou hebben. Dat het maar een dom modderbloedje is. Waarom zou je me dan tegen houden?

Plots schoot er een straal uit haar toverstok en ook uit die van mijn vader. Bellatrix was geraakt en verschrompelde helemaal. Tot er niets meer van haar overbleef. Ik kreeg een lach op mijn gezicht tot dat ik naar Jade keek. Toen verdween mijn lach al snel. Jade lag bewusteloos op de grond. Snel liep ik naar haar toe en knielde ik bij haar neer. Ik nam haar hand vast en niet veel later kwam Hermelien naar buiten gelopen. Ze keek om zich heen waarschijnlijk om Jade te zoeken. Haar blik bleef hangen bij ons en al snel kwam ze naar ons toe gelopen.

"Wat is er gebeurt?" Vroeg ze wat in paniek.

"Bellatrix." Antwoorde ik stil.

"We moeten haar naar de ziekenzaal brengen!" Panikeerde Hermelien een beetje.

Ik knikte en hief Jade voorzichtig op. Haar hoofd leunde tegen me aan en ik voelde ze heel zachtjes en onregelmatig ademen. Snel liepen we naar binnen en al snel kwam er een verpleegster bij ons. Ze deed teken dat we haar op bed moesten leggen. Ik legde ze op een bed dat naast dat van Harry stond.

"Wat is er precies gebeurt?" Vroeg de verpleegster.

"Ze is geraakt door een spreuk." Antwoorde ik zo rustig mogelijk.

"Welke spreuk?"

"Ik heb geen idee." Zuchte ik.

De verpleegster knikte en keek even naar Jade. Ze luisterde ook naar haar hartslag. Ik voel me zo stom. Als ik eerder had gereageerd was er nu misschien niets aan de hand. De verpleegster keek ons even aan.

"Kom ze er door?" vroeg Hermelien bezorgd.

"Ik kan niets beloven. Het ziet er niet zo super goed uit op het moment." Antwoorde de verpleegster haar.

Ze keek me even aan en mijn ogen vulde zich met tranen. Stel je voor dat ik haar nu toch nog kwijt raak. Ik vergeef het mezelf nooit.

Verliefd op de badboyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu