Hallucinatiedraken en geneesheren

59 5 0
                                    

Lieze nam een stukje zand van de vlakte en wreef er zachtjes mee. Het was echt, ze was echt in Venus. Maar waar was iedereen? Misschien had Robijn haar op de verkeerde plek achtergelaten. Omdat haar krachten niet zo sterk waren als die van haar moeder. Ze besloot recht te kruipen en veegde het stof van haar kledij. Waar moest ze nu heen? Ze had geen kaart, kompas of aanwijzing die haar naar Lucas, Thomas of Thijs zou leiden. Eigenlijk had ze spijt van haar beslissing. Om dat ze enerzijds te zwak was om deze reis te maken en anderzijds nog te moe van het voorval met de doolhof. Eventjes aarzelde ze en wilde ze in huilen uitbreken, tot ze merkte dat iemand naar haar zat te gluren. Ze draaide zich om en merkte twee lichtgevende ogen op achter een rode rots. Ze had niet eens gemerkt dat die daar gestaan had. Stilletjes kwam ze ongewapend dichterbij en probeerde achter de rots te kijken. Maar voor ze kon zien wie het was, hoorde ze een zacht piepstemmetje.

'Hallo.'

'Wie is daar?', vroeg ze verward.

'Je kent me wel, kom dichterbij.'

Lieze deed wat er van haar gevraagd werd en kroop verder achter de rots en tot haar verbazing zat er inderdaad iemand die ze kende. Alleen van zien natuurlijk. Het was de uitwisselingsstudent die op Lucas leek. Hoe hij hier kwam wist ze niet. Misschien was hij haar gevolgd? Zou zoiets mogelijk zijn?

'Wat doe jij hier?', vroeg ze verward.

'Ik ben je komen bezoeken in de ziekenkamer toen je sliep en plots was ik hier...'

'Maakt niet uit, weet jij de weg naar Theodor? Ik moet een stel vrienden redden.', vroeg ze. Ze besloot hem te vertrouwen omdat er hier toch niemand anders was dan hij.

'Natuurlijk.', antwoordde hij vrolijk.

Lieze wist niet goed wat ze van hem moest denken, maar hij leek geniepig en doordacht, alhoewel hij een schattig gezichtje had. Hij leek zoveel op Lucas dat ze in huilen wilde uitbreken omdat ze hem miste. Ze had hem nooit de toestemming mogen geven om alleen te gaan. Niet dat hij dan achteraf nog niet alleen had vertrokken, maar dan had ze nu geen schuldgevoelens gehad. Ze zag hoe het jongetje vrolijk weg huppelde. Nu besefte ze eigenlijk dat ze zijn naam niet eens wist. Ze zou het hem later wel vragen. Het enige wat ze moest doen was niet teveel informatie over haar zelf weggeven.

Hij veegde zachtjes het zweet van zijn voorhoofd weg en nam zijn zwaard uit de koker. De zon brandde fel en Lucas moest opletten waar hij stak. Zo goed en zo kwaad mogelijk beschermde hij zijn ogen zodat hij de plek van het hart van het beest voor hem kon zien. Hij was de enorme draak tegengekomen in het veld waar hij landde. Eigenlijk had hij spijt dat hij zijn drakenboek vergeten was. Dit zou een mooi exemplaar geweest zijn. Zijn zwaard kraste tegen de zwarte nagels van het beest. Hij had een geluk dat het beest geen ogen had en alleen op zijn reuk moest afgaan, maar het nadeel was dat hij slijm spoot naar alles wat hij hoorde en plakte Lucas nu al van top tot teen. Dat hij zoveel moeite deed voor een vriend die zich aan de donkere zijde heeft aangesloten, begreep hij niet, maar hij deed het voor Thijs. En als hij Thomas zou kunnen redden, zou dat een bijverdienste zijn. Net op tijd schoot zijn zwaard in de zij van het beest en het jankte verschrikkelijk. Het kroop naar achter en viel uiteindelijk om. Lucas wandelde richting de bek van het dier en bestudeerde de ogen die wijd openstonden. Wat betekende dat het beest dus echt dood was. Nu hij dichter keek merkte hij de soort op. Even deinsde hij achteruit en probeerde het slijm van zich af te krijgen. Zo snel mogelijk want nu besefte hij dat hij nog maar zen kwestie van tijd had voor hij gek werd. De draak stond ervoor bekend dat wanneer het slijm je huid raakt, je binnen de twee uur hallucineerde. Zonder nog te twijfelen rende hij richting de stad zo snel hij kon. Hij hoopte een dokter te vinden die niet merkte dat hij van de aarde kwam maar van Venus. Alleen waren deze dokters zelden en ook niet zo goed. Dit was niet het enige wat hem beangstigde. Boven hem cirkelden miljoenen draken die wel merkten dat hij niet van hier was en wanneer zo eentje aanviel, was het niet zo mals. Dit had hij duidelijk gemerkt bij de andere draak. Na een poosje arriveerde hij aan de rand van de stad die niet beschermd werd door noch een poort noch een bewaker. Maar hij wist wel beter. De draken van boven hielden hem in de gaten. Zo onopvallend mogelijk wandelde hij tussen de grotten die door moesten voor kleine huisjes. Er leek hier niemand te zijn. Het enige wat hij hoorde was het gekrijs van de draken boven hem. Hij besefte dat hij moest voortmaken en toen hij een huisje met een kruis erop vond slaakte hij een zucht. Hij had het geluk dat hij de stad nog kende uit zijn jeugd en dat hij wist waar de dokter was. Nu hoopte hij alleen dat de dokter nog steeds dacht dat de prins hier woonde. Maar hij kende de oude man. Hij was blind en redelijk grappig. Een zacht geklop op de deur maakte de oude man wakker uit zijn middag dutje en opende traag de deur. Hij leek nog net zoals vroeger. Een klein brilletje, een grote witte snor en zijn kale hoofd. Het verwonderde Lucas eigenlijk dat hij nog leefde.

'Geneesheer Voedoe!', riep hij vrolijk.

'Ah, mijn kleine prinsje Lucas! Kom binnen!'

'Natuurlijk meneer. Ik had een vraagje, wat gebeurt er als een hallicunatiedraak je bespuwt met slijm?', vroeg hij terwijl hij op een ziekenbed klom. Stiekem hoopte hij dat de geneesheer niet merkte dat hij gegroeid was en niet meer een prinsje was.

'Dan hallucineer je natuurlijk.'

'Maar kunt u er niks tegen doen?'

'Jawel, maar ik heb de ingrediënten niet voor het elixer. Het spijt me, ik ben ook te oud en een prinsje als jij kan natuurlijk niet alleen op stap gaan.'

'Geef me gewoon het lijstje met ingrediënten, dan ga ik wel naar mijn vader.'

'Oh, maar wees dan snel, want je kan ieder moment hallucineren. Wanneer werd je bespuwt?'

'Een halfuur geleden.'

'Dan heb je nog anderhalf uur.', zei de oude man terwijl hij het briefje overhandigde, 'en vergeet je lolly niet klein prinsje.'

Lucas knikte en nam de lolly aan. Hij zou die later wel opsnoepen. Hij had even wat andere dingen te doen...

Felidi 3: de vijf moorden van FelidiWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu