Vriend of vijand?

65 6 0
                                    

De grond voelde koud en hard aan. Ze opende haar ogen en ze merkte dat ze op een witte vloer lag. Ze probeerde recht te kruipen maar alles deed nog steeds zeer en voelde zwak aan. Ze herkende de witte ruimte en meteen dacht ze aan Tigré. Maar dat kon helemaal niet. Tigré was bij de vergaderingen van de goden en de godinnen. Ze had gelijk gehad met haar donkere tijden. Ze zouden aanbreken maar zo zwaar had ze het zich helemaal niet voorgesteld. Weer knipperde ze met haar ogen en ze herkende de typische koffietafel van Smaragd en Robijn. Was ze alweer terug in de hemel? Dit keer probeerde ze nog een keer recht te kruipen en ze nam zachtjes plaats aan de derde stoel van het tafeltje. Ze keek verward naar de koffiekoeken en de dampende glaasjes thee. Stiekem probeerde ze een koffiekoek te grijpen maar die ging in dampende rook op. Een plots gekraak deed haar omdraaien maar er was niemand te bespeuren. Een angst overspoelde haar. Waar waren de goden? Ze moesten deze plek toch bewaken? Ze voelde een hand op haar schouder en een gil ontsnapte uit haar mond.

'Wees maar rustig. Ik ben het maar.', stelde Robijn haar gerust.

'Waar is Smaragd?', vroeg ze nog steeds verward.

'Jouw vriend aan het helpen om in Venus te raken. Onze moeder kan dit gemakkelijker want haar krachten zijn sterker dan de onze. Wij moeten veel meer moeite doen.', zei ze op een vriendelijke toon.

'Zou je me alstublieft willen helpen? Ik vraag je een gunst.', antwoordde Lieze zo beleefd mogelijk.

'Natuurlijk. Wat verlang je van mij?'

'Kunt u mij ook naar Venus sturen? Ik wil niet dat hij alleen gaat. Hij is soms redelijk onvoorspelbaar.'

'Als dat is wat je wilt. Maar ik moet je waarschuwen. Venus is gevaarlijker dan je denkt.', antwoordde Robijn ernstig. Ze hoef haar handen in de lucht en een kleine rode bol vormde zich. Meteen liet ze haar handen weer dalen en Lieze kon in het kleine ding verschillende beesten zien rondlopen. Als ze dichter keek, zag ze dat het draken waren. Overal stonden torens gemaakt van rood zand. Waarschijnlijk de huizen van de bewoners.

'Weet je zeker dat je wilt gaan?', vroeg Robijn voor de laatste keer.

'Zekerder dan ooit.', antwoordde ze zelfzeker. Ze sloot haar ogen en voelde hoe ze zachtjes zweefde. Stiekem opende ze haar ogen en ze merkte dat ze in een rode draaikolk terecht was gekomen. Beelden uit haar jeugd tot nu toe vlogen voorbij. In eentje zag ze hoe Theodor weer voor haar deur stond. In de andere zag ze haar eerste ontmoeting met Lucas. Zijn blonde haar piepte boven zijn jas uit en ze herinnerde zich weer hoe hij haar recht hielp. Ze zou dit moment nooit meer vergeten. Wanneer ze steeds meer het einde van de tunnel naderde werd het licht steeds feller. Ze probeerde haar ogen open te houden maar moest ze meteen weer sluiten. Het zweverig gevoel verdween en wanneer ze haar ogen terug durfde te openen, herkende ze alleen maar rode vlaktes van zand. Nergens was er leven te bespeuren. Waar was ze toch aan begonnen? Ze kroop recht en probeerde op haar benen te staan. Ze voelde zich duizelig en ze wankelde fel. Maar het boeide haar niet. Ze zou Lucas vinden en Thijs redden uit de klauwen van Thomas. Ook al had ze nooit kunnen denken dat haar vriend in een vijand zou veranderen...

Felidi 3: de vijf moorden van FelidiWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu