»Hoofdstuk 1«

703 34 9
                                    

-Hailey June Cooper-

Het is 1 September. De dag dat mijn trein vertrekt naar Hogwarts. Ik sta voor het overvolle perron 9 3/4. Overal om me heen dartelen mensen met uilen, toverstokken en nog meer vreemde dingen. Mijn moeder haat me om mijn keuze, ze wilde me niet eens naar het perron brengen. Ik snap haar hekel aan mijn vader, die haar gewoon gebruikte. Maar dat betekent niet dat alle tovenaars slecht zijn. Dat ik slecht ben.

Ik heb mijn haar veranderd in een roze kleurtje wat lekker opvalt. Volgens de man die me kwam vertellen dat ik een heks ben, noem je iemand als ik een Metarmorphmagus.

Ik stap de trein in. Ik ben laat - de meeste coupés zijn al bezet. "Hé, sweetheart, je mag wel bij ons zitten!" roept een stem opeens. Ik draai me met een ruk om. Voor me staat een zwartharige jongen met een grijns op zijn gezicht. Hij is nogal knap. Ik kijk over zijn schouder. Oh, jippie. In zijn coupé zit nog een andere jongen. "Oké," zucht ik. Er is verder toch geen plek.

Ik laat me in een van de stoelen zakken. "Ook eerstejaars?" vraagt de tweede jongen, die ook nogal warrig zwart haar heeft, aan me. Ik knik. "Ja. Jullie ook?" "Jazekers! Ik ben Sirius Black, trouwens. Jij?" vraagt de eerste jongen -Sirius- aan me. "Hailey Cooper." "James Potter," stelt de ander zich voor. Ik glimlach. Ze lijken me best aardig.

Opeens, voor ik nog iets tegen Sirius en James heb kunnen zeggen, komen er nog twee mensen binnen. "Kunnen we hier zitten?" vraagt een roodharig meisje. Ze heeft amandelvormige, groene ogen. Ik glimlach naar haar. "Tuurlijk," zeg ik meteen. Ze kijkt me opgelucht aan. "Ik ben Lily, en dit is Severus," zegt ze dan. De zoveelste zwartharige jongen komt binnen. Hij is tenger en heeft een haakneus. Severus staart naar zijn schoenen en kijkt ons niet aan. "Ik ben Hailey, dit zijn James en Sirius," zeg ik. Lily glimlacht naar me. Ik ben blij als James de stilte doorbreekt. "Welke afdeling hopen jullie dat jullie inkomen?"

"Slytherin," antwoordt Severus meteen. James trekt een gezicht. "Slýtherin? Dat is alleen voor idioten!" roept hij uit. "Waar hoop jij dan dat je komt?" snauwt Lily boos. James staat op en heft een denkbeeldig zwaard op. "Gryffindor, staat bekend om zijn dapperheid!" roept hij uit. Severus snuift. "Natuurlijk," sneert hij. Oké, James deed niet aardig tegen hem. Maar ik mag hem nu al niet. "Kom Sev, we zoeken een andere coupé," zegt Lily. "Ik zie je nog wel, Hailey." En weg zijn ze. "We zien je nog wel, Secretus!" schatert Sirius hem na.

Ik kreun zodra Lily en Severus uit het zicht verdwenen zijn. "Door jullie heeft de halve school nu al een hekel aan me," zucht ik. James grijnst. "Nee, joh. Dat was maar een persoon en je wilt toch niets met Slytherins te maken hebben!" Sirius kijkt wat minder blij. "Mijn hele familie is Slytherin," zucht hij. "Wat? Ik dacht dat je oké was!" roept James overdramatisch. Sirius grijnst weer. "Misschien breng ik daar wel verandering in!" James wendt zich tot mij. "En jij, Hailey?" Ik word rood. "Euhh, ik weet zeg maar niks van afdelingen enzo," stamel ik. Ze kijken me allebei met grote ogen aan. "Ben je een Muggleborn?" vraagt James met grote ogen. "Niet dat het uitmaakt," voegt hij er snel aan toe. Ik haal mijn schouders op. "Nee. Mijn moeder heeft geen toverkracht, maar mijn vader ging weg toen mijn moeder zwanger was. Hij was tovenaar," antwoord ik. James begint met alle uitleggen over de verschillende afdelingen -ik kom tot de conclusie dat ik bij Gryffindor wil-, Quidditch, de tovenaarssport, en meer.

"Trouwens, je haar is cool. Heb je het geverfd?" vraagt Sirius. Ik grinnik en verander mijn haar in blauw en dan weer in roze. James springt op. "IK WIL OOK ZULK HAAR!" brult hij door heel de trein. Verschillende mensen kijken verschrikt onze kant uit. Sirius moet lachen. "Idioot, ik ben een Metarmorphdinges. Aangeboren," grijns ik. James zucht diep.

~

"Eerstejaars! Ik ben Rubeus Hagrid en jullie motten naar de boten!" roept een enorme man. "IK WIL MET JAMIE EN HAILS!" gilt Sirius keihard. Hagrid grijnst en wenkt ons, richting de bootjes.

Even later zit ik samen met Sirius, James en een andere jongen in de boot. "Remus Lupin," zegt hij een beetje verlegen. "Hailey Cooper. Zin in het jaar?" vraag ik. Remus kijkt gelijk enthousiaster. "Ja! Ik hoop dat het goed gaat," mompelt hij meer tegen zichzelf dan tegen mij. "Goed zo. Ik ook," vertel ik hem. "Daar is Hogwarts!" roept James enthousiast en hij springt op. Iets té enthousiast.

Doordat James opsprong begint het hele bootje te wiebelen. "James!" gillen Sirius en ik tegelijk. Sirius trekt James naar beneden, waardoor de boot nog meer begint te schommelen. Voor ik het weet is de boot omgeslagen en liggen we met zijn vieren in het waker. "JAMES POTTER!" roep ik doornat. "Ik maak je af!" brult Sirius. "Idioot!" roept ook Remus, die ik nogal stil inschatte. Gelukkig bereikt het voorste bootje, waar alleen Hagrid inzit, ons dan. Hij heeft een enorme grijns op zijn gezicht.

"Dit is voor 't eerst in m'n carrière dat d'r een aantal kinders 't voor mekaar krijgen om een boot om te gooien," zegt hij. Hij trekt mij als eerst de boot in, dan Remus en Sirius en als laatst James. Ik sla James tegen zijn achterhoofd. "Je bent gestoord," zeg ik hoofdschuddend. Hij grijnst. "Ach, een goede ontvangst, toch?"

Als we uit de bootjes zijn komt er een professor met een hoge punthoed naar ons toe. "Ik ben professor McGonnagal," zegt ze streng. Dan kijkt ze afkeurend naar Remus, James, Sirius en mij. "Wat hebben jullie uitgespookt?" vraagt ze en ik zie een klein lachje op haar lippen. Ik wijs naar James. "James gooide de boot om," zegt Remus behulpzaam. McGonnagal trekt een wenkbrauw op, maar gaat er niet op in. "Jullie worden zo gesorteerd. Er zijn vier afdelingen; Ravenclaw, Hufflepuf, Gryffindor en Slytherin. Kom maar mee," zegt ze.

De deuren van de grote zaal zwaaien open. Er zitten enorm veel oudere leerlingen, die ons aanstaren. Ik ben doodnerveus als de vreemde Sorteerhoed zijn lied zingt. Ik heb al drie vrienden gemaakt; maar wat als ik helemaal niet in hun afdeling kom?

Er komen wat namen voorbij. Dan roept McGonnagal: "Black, Sirius!" Ik kijk Sirius bemoedigend aan terwijl hij de hoed opzet.

"GRYFFINDOR!"

Ik juich hard. En nu ik nog.

"Cooper, Hailey!"

Ik zie Dumbledore, het schoolhoofd, fronsen en zich voorover buigen. Ook McGonnagal kijkt geschokt. Nee, waarschijnlijk beeld ik het me in. Ik loop voorzichtig naar voren en zet de hoed op mijn hoofd.

Een Cooper, zeg je? Mmm... Je hebt de talenten van je vader, dat zeker. Maar nee, Ravenclaw is niets voor jou. Moeilijk, moeilijk. In Slytherin zou je ook een plaats kunnen vinden... Hufflepuf is het zeker niet... Oké, kleine Grindelwald, ik ben eruit!

"GRYFFINDOR!"

Ik ben opgeluchter dan ooit en ik ren naar de tafel van Gryffindor toe. Sirius geeft me een high-five. Ik kijk toe hoe Lily en ook James in Gryffindor komen. En Remus. Severus wordt in Slytherin gesorteerd. Ik zie hoe hij Lily nog een verdrietige blik toewerpt.

"We zijn Gryffindors!" roept James vrolijk. Ik juich met hem mee.

"En nu eten!" gil ik.

The Fifth Marauder ~ MaraudersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu