-Hailey June Cooper-
Ik sta, naast Alastor Moody, net buiten de grens van het terrein van Hogwarts. We hebben net een eind gevlogen, omdat je niet kunt verschijnselen op Hogwarts. "Nog steeds zo vastberaden, meisje?" vraagt Alastor me. Ik knik. "Die man weet waar mijn moeder is," zeg ik zachtjes. Alastor schudt zijn hoofd. "Hou jezelf geen dingen voor die je niet zeker weet. Des te groter zal de teleurstelling zijn," raadt hij me aan. Ik bijt op mijn lip. Misschien heeft hij wel gelijk. "Pak mijn arm," zegt Moody en mijn aarzelingen verdwijnen weer. Ik knijp mijn ogen dicht. Zodra ik zijn arm vast heb verschijnselt hij.
Als ik mijn ogen open staan we voor een enorme gevangenis.
Normengard
Staat er in sierlijke letters boven de poort. Ik negeer het misselijke gevoel in mijn buik. Ik weet niet of het komt door het verschijnselen of door het feit dat ik mijn vader ga zien. "Gaat het?" vraagt Alastor eventjes. Ik knik. "Ja. Laten we naar binnen gaan." Alastor knikt ook en hij gaat me voor richting de poort. Hij haalt een grote, gouden sleutel uit zijn zak en steekt het in het enorme slot dat aan de deur hangt. "Hierop werkt Alohomora niet," vertrouwt hij me toe. Als de deur opengaat duwt hij me naar binnen. "Ik wacht hier, meisje. Je moet de achterste cel hebben. Veel succes," zegt hij.
=
Mijn voetstappen zijn luid te horen op de harde vloer van Normengard. Ik loop langs allerlei lege cellen, die bewoond worden door ratten. De rillingen lopen over mijn huid en het liefst zou ik hard wegrennen. Alleen de gedachte aan mijn moeder houdt me staande. In de cel aan het einde van de gang zit een smerige man. Zijn kleding is gescheurd, maar hij kijkt behoorlijk helder uit zijn ogen. Ik slik. Dit is mijn vader.
"Zo... Heeft Albus je gestuurd?" vraagt de man met een krakerige stem. Ik slik. "Ik, eh, heb mezelf gestuurd," fluister ik. Mijn stem is te hoog en ik stotter. De man lacht hinnikend. "Waarom zou je jezelf naar mij sturen, schat?" vraagt hij op gevaarlijke toon. "I-Ik ben de dochter van Amélie Cooper," zeg ik stamelend. Hij staart me aan. "Aha," zegt hij uiteindelijk. "Dat verandert de zaak, natuurlijk." Ik weet niet wat ik moet zeggen, dus blijf ik stil.
"Wat kom je hier doen, Hailey?" kraakt de man opeens. Ik schrik weer, omdat hij mijn naam weet. "Mijn moeder is vermist. En ik denk dat u haar ontvoerd heeft," zeg ik dapper. De man in de cel begint nog harder te lachen. "Wat weet jij van de relatie tussen mij en je moeder, schat?" "Je maakte haar zwanger omdat je nakomelingen wilde. Je kende haar nauwelijks en verliet haar meteen," zeg ik snel. "Heeft Albus dat gezegd? Het is niet waar," sist Gellert Grindelwald gevaarlijk.
"Ik leerde je moeder kennen toen we beide vijftien waren. Zij was een Muggle en ik een tovenaar. Ze wist het niet, natuurlijk. Ik werd verliefd op haar. Ik was van school gestuurd door gebruik van Zwarte Magie, maar dat vertelde ik haar niet. Ik wilde het vergeten. Voor we vijfentwintig waren was ze zwanger van mij. Ik durfde haar niets te vertellen over mijn krachten. En toen? Het jongentje dat geboren werd noemden we Alex, Alex Grindelwald. Och, wat waren we gelukkig. Tot hij aangereden werd. In een klap dood. Ik was er kapot van, maar Amélie was er nog erger aan toe. Vanaf die dag wilde ik de dood overwinnen. Ik heb vele pogingen gedaan, maar het is me nooit gelukt om Alex Grindelwald tot leven te wekken. Een paar maanden na Alex' dood vertelde ik Amélie dat ik een tovenaar was. Ze werd boos op me. Ik had Alex' moeten redden. Ik zei haar dat ik dat niet kon, maar ze werd alleen maar kwader. Uit woede en verdriet om Alex heb ik toen een aantal Muggles vermoord. Ik kwam op het slechte pad. Amélie en ik kwamen elkaar pas veel en veel later weer tegen. We hielden nog steeds van elkaar. Langzaam maar zeker vertelde ik haar wat ik gedaan had. Ze was boos, ja, maar ze zei dat ze me zou helpen. Om weer op het rechte pad te komen. Ze werd weer zwanger en ik was gelukkig. En toen kwam het Ministerie achter me aan. Net toen Amélie elk moment kon bevallen werd ik opgepakt. Ze luisterden niet naar haar, toen ze zei dat ik mijn leven gebeterd had. Sindsdien zit ik hier. Amélie heeft me een aantal brieven geschreven. Voornamelijk over jou. Hoe ze tovenaars haatte, omdat ze mij hadden opgepakt. Dat ze niet wilde dat jij met die mensen te maken kreeg. En hoe je tóch naar die school ging. Hoe zij niet wist wat ze moest schrijven. Een van die brieven is in handen van Voldemort gevallen. Hij besefte dat ik van haar hield. Voldemort wilde dat ik dingen voor hem deed. Ik wil je er niet in betrekken. Als ik het deed gaf hij Amélie terug. Maar ik kon het niet. Amélie zou me vermoorden als ik weer op het slechte pad ging!"
Ik staar de man aan. "I-Ik wil mijn moeder terug," fluister ik uiteindelijk. "Dat snap ik, dochter. Maar ik ben bang dat er weinig voor haar te doen is. Ze hield van je, ook al nam ze geen contact met je op. Ze had spijt van haar tirade naar jou. Ze zal op ons neerkijken vanuit de hemel." Er knapt iets in me. "J-Je hebt haar gewoon achter gelaten bij Voldemort?" fluister ik. De man knikt, met tranen in zijn ogen. "Ik heb haar, van wie ik meer hield dan van wie dan ook, opgeofferd," zegt hij zachtjes. "Anders zouden er miljoenen Muggles sterven, als ik me zou aansluiten bij Voldemort."
"Nee," fluister ik zachtjes. En ik ren weg, weg van de man die mijn vader is. Weg van de man die het einde van mijn moeder heeft betekent.
>Hate to this chapter :(
JE LEEST
The Fifth Marauder ~ Marauders
FanfictionHailey June Cooper is de dochter van Amélie Cooper en ene Gellert Grindelwald. Haar vader verliet haar moeder nog voor Haileys geboorte. Als Hailey naar Hogwarts gaat wordt ze al snel vrienden met James Potter, Sirius Black, Remus Lupin, Peter Petti...