»Hoofdstuk 24«

460 25 5
                                    

Vele jaren later..

En zo was ons leven doorgegaan. Er waren goede en slechte dingen gebeurt. De opmars van Voldermort is begonnen. En een van de ergste gebeurtenissen in mijn leven: de dood van Marlene. Ze werd vermoord door Voldermort. Remus was er kapot van. De bruiloft van Lily en James. En zoals iedereen voorspelde eindigde ik met Sirius. Onze verloving. We sloten ons aan bij de Order of the Phoenix, een organisatie tegen Voldemort. De geboorte van Harry Potter, de zoon van James en Lily. Ondanks alles wat er was gebeurt was ik gelukkig dan ooit.

"Ik hou van je," zegt Sirius liefhebbend. Ik giechel zachtjes. Hij plaatst een kus op mijn voorhoofd en staat dan op. "Ga je mee naar James en Lily?" vraagt hij.
"Je zal geduld met me moeten hebben," waarschuw ik. Sirius en ik wonen in Godderics Eind, net als James en Lily. Ook al wonen ze nog geen drie straten verder op, met mijn tempo duurt het uren om er te komen. Hij lacht. "Ik heb geduld."
Ik haal mijn wenkbrauwen op, waardoor hij nogmaals grinnikt. "Zolang het gaat om jou en mijn kind," vertelt hij me.

Ik ben al meer dan acht en halve maand zwanger van mijn eerste kind. Ik weet niet of het een jongen of een meisje zal worden, maar ik ben ontzettend nerveus. Ook hebben we nog niet nagedacht over namen. We zijn allebei chaotisch en stellen dingen uit tot het laatste moment.

Het is winter, bijna Halloween. "Doe iets warms aan," vertelt Sirius me. Sinds ik zwanger ben is hij extra beschermend. Ik trek een dikke jas aan en sla een sjaal om. Sirius pakt mijn hand en samen lopen we naar buiten. Er ligt overal sneeuw en de vlokken dwarrelen naar beneden.

"Wat vind je van Zack?" stelt Sirius voor. Ik schud mijn hoofd. "Mijn kind gaat geen Zack heten. Ik wil iets.. met meer gevoel," zeg ik meteen. "De Blacks vernoemen hun kinderen naar sterren en planeten," mompelt Sirius. Ik haal mijn schouders op. "Als daar de perfecte naam tussenzit vind ik het prima. Ons kind wordt uiteindelijk toch een Black," vertel ik hem. Hij knikt.
"Maar zo niet, dan zijn wij maar een uitzondering op de regel," voeg ik eraan toe.
"Ik zat te denken aan Polaris," twijfelt Sirius. Ik draai meteen mijn hoofd, zodat ik recht in zijn bruine ogen kijk. "Ja," zeg ik zachtjes. Zijn ogen lichten op en hij trekt me in een knuffel. Als hij me loslaat glimlacht hij. "Polaris Black," zegt hij lachend

"En wat als het een jongen is?" vraagt Sirius. Ik kijk hem aan en mijn ogen schitteren. "Jij hebt Polaris bedacht, ik mag een jongensnaam bedenken!" roep ik.
Sirius schudt zijn hoofd. "Zo werkt dat niet," zegt hij vastbesloten. Kibbelend, en zonder het nog serieus over namen te hebben, lopen we verder.

Na een hele tijd komen we bij het huis van Lily en James aan. Voor ik aangebeld heb trekt Lily de deur open. Haar ogen stralen en ze draagt de jonge Harry op haar arm. Hij is net een jaar geworden. Sirius kon niet op zijn verjaardag komen, vanwege de Order, maar ik was erbij en gaf hem een speelgoedbezemsteel namens Sirius en mij. Harry was dolgelukkig en heeft de rest van de middag rondgezoeft, terwijl hij allerlei spullen brak.

"Hailey! Sirius!" roept ze uit. Ik geef haar onhandig een knuffel. Die baby moet er nodig uit, mijn buik wordt te groot. Achter haar verschijnt een man met warrig zwart haar. Terwijl Sirius Lily ook omhelst vlieg ik op James af. "James! Goed om je te zien! Je zoon wordt steeds mooier," ratel ik opgewonden. Hij grinnikt.
"Die van jou wordt ook al aardig groot, Hails."
Ik giechel. "Weet ik! Zijn Remus en Peter er ook? Of Bathilda?" Bathilda Bagshot is een dame die hier op de hoek woont en ook de schrijfster van de Geschiedenis van Toverkunst. Ze is heel aardig en komt vaak op bezoek. Hij schudt zijn hoofd.
"Nee, we willen iets met jullie bespreken," zegt hij ernstig.

Na luide begroetingen zitten we op de bank. James en Lily zitten op de twee leunstoelen tegenover Sirius en ik. Harry zit op Lily's schoot. Ik neem driekwart van de bank in de beslag, doordat ik er languit op ben gaan liggen. "Wat is er aan de hand?" vraagt Sirius aan James.

James begint te vertellen. "Jullie weten dat Voldemort het al een tijdje op ons heeft gemunt," begint hij, doelend op Lily en zichzelf. Daarmee Harry waarschijnlijk ook, volgens Dumbledores bronnen.  De reden daarvoor weet niemand, maar een van Dumbledores spionnen kwam een tijd geleden met het nieuws. "Voor onze veiligheid en natuurlijk die van Harry hebben we besloten de Fideliusbezwering uit te spreken."

Ik ken die bezwering natuurlijk. Je wordt beschermt door een Geheimhouder. Als de Geheimhouder vertelt waar je bent word je niet langer beschermt, anders kan je niets gebeuren. "Dumbledore heeft aangeboden Geheimhouder te zijn, maar we vertrouwen jullie meer," gaat James verder. "De Geheimhouder zal als het echt nodig is over een paar weken moeten onderduiken, als het gevaar echt groot wordt," zegt Lily. Ik kijk naar Sirius, die natuurlijk al ja wil zeggen. Maar opeens bedenk ik me iets..

Over een aantal weken komt mijn baby. En wat als Sirius opdat moment onderduikt? Ik kan het niet alleen. Echt niet. Lily ziet me op mijn lip bijten. "Hailey?" vraagt ze. Ik zucht. "Ik kan niet alleen zijn als... als de baby komt," fluister ik zachtjes. Sirius kijkt meteen naar mij. "Je hebt gelijk," zegt hij na een paar secondes. "Dat mag ik niet missen. Voor jou niet en voor de baby niet." Lily knikt meteen. "Daar had ik nog niet aan gedacht!Natuurlijk niet! Ik zou precies hetzelfde gezegd hebben!" roept ze uit. '

"Maar.. wie dan?" vraagt James.

"Ik weet iets!" roept Sirius. Ik kijk naar hem.
"Wie?"
"Peter!" zegt hij enthousiast. Ik trek een gezicht. "Peter? Natuurlijk vertrouw ik hem, maar hij is nou niet..." Ik weet niet hoe ik het moet verwoorden. Peter is een supergoede vriend van ons, maar een echt goede tovenaar... Nee. Gelukkig snapt iedereen wat ik bedoel.
"Dat weet ik, maar dat is het juist! Niemand zal denken dat Peter de Geheimhouder is!" zegt Sirius. "Perfecte bluf," mompelt James. Lily knikt. "Ja, dat is het beste. We zullen het aan hem vragen. Moeten we iets tegen Remus zeggen?" Nu ben ik het, die mijn hoofd schud. "Nee. Hij is veiliger als hij van niets weet," zeg ik.

"Dan is dat geregeld!" roept James. "Toch, jochie?" lacht hij en hij prikt in Harry's buik. Harry kraait van plezier en ik kijk naar Sirius. Over een paar weken hebben wij dit ook. Als Sirius zijn arm om me heen slaat besef ik dat mijn leven op geen enkele manier beter zou kunnen zijn dat dit.

The Fifth Marauder ~ MaraudersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu