»Hoofdstuk 3«

651 31 6
                                    

Hailey June Cooper-

"Wie gaat er in de kerstvakantie naar huis?" vraagt James geïnteresseerd. We hangen met zijn vijven -James, Sirius, Remus, Peter en ik- op de jongensslaapzaal. Mijn haar is weer eens roze, omdat dat gewoon mijn beste look is.

Het is bijna kerstvakantie. Na het Grindelwald incident is er niet echt meer iets interessants gebeurd, behalve dat Sirius, James en ik nu wel bekend staan als de Hogwartspranksters. Ik kan het strafwerklokaal vinden met mijn ogen dicht. We hebben een rookbom in de Bezweringenklas laten afgaan, muizen losgelaten op de gang en - met wat hulp van Peeves- een muur in de gangen roze geverfd. Filch, de conciërge was woedend en zeker toen hij erachter kwam dat de verf watervast was.

 "Ik niet. Mijn moeder heeft al laten weten dat ze me haat," zucht ik. Ik heb sinds ik naar Hogwarts ging geen contact meer met haar gehad. "Ik ook niet, mijn ouders haten me ook," zegt Sirius. "Daarmee verklaar ik jullie tot lotgenoten," zegt James plechtig. Sirius geeft me een grijns.  "Ik ga wel naar huis, mijn ouders hebben me enorm gemist," zegt Remus. Ik kijk hem vreemd aan. Eens in de zoveel weken gaat Remus naar huis om zijn zieke moeder te verzorgen. Ik geloof het niet helemaal. Elke keer als hij naar zijn 'zieke' moeder gaat wordt hij zenuwachtig.  "Je hebt ze vorige week nog gezien," zegt ik argwanend. Remus wordt rood. "J-Ja, maar-"

Ik onderbreek hem. "Reem, vertel wat er aan de hand is. Je bent eens per maand totaal verdwenen. We zijn je vrienden en we laten je niet in de steek. We helpen je!" roep ik. "En we kunnen je niet elke maand-" Ik stop in mijn zin. Ik denk terug aan de verhalen die mijn grootmoeder altijd vertelde, toen ze nog leefde.

"Eens per maand geven ze zich over aan de maan. De mens en de wolf in een lichaam. Ondragelijk, ondoenlijk was die pijn. Het wezen van de maan. De weerwolf," fluistert mijn grootmoeder. Ik huiver. Ze kan echt te goed vertellen. Ik kijk haar met grote ogen aan. "Bestaan ze echt, oma?" De oude vrouw knikt. "Jazeker, meisje. Je opa, bijvoorbeeld. Hij vermoordde zichzelf nadat hij een jong meisje had gebeten. Hij dacht dat het beter was voor de wereld als hij niet bestond. Hij bleef maar denken dat hij jou op een dag zou bijten," fluistert ze. Er ontstaan tranen in mijn ogen. Vreselijk.

"Hails, is er iets?" vraagt Sirius voorzichtig. Remus kan geen weerwolf zijn. Hij is lief, behulpzaam en grappig. Net als mijn opa dat was.  "Remus..." zeg ik zachtjes. Hij is mijn vriend. Wat hij ook is. Ook al is hij 'het wezen van de maan', zoals mijn oma het noemde.
Hij blijft verdomme mijn vriend.

"Remus," begin ik met harde stem. Hij kijkt me angstig aan. "Het boeit me niet wat je bent. Je bent een goed mens en de rest boeit me niet!" roep ik. "Het zou je wel moeten boeien," fluistert Remus. "Hé, leg eens uit!" roept James. "Eens per maand..." fluister ik zacht. Sirius kijkt ons verbaasd aan. "Ben je een meisje, Remus?" vraagt hij serieus.

Ik geef mezelf een facepalm. "Néé, Black!" Remus kucht eventjes."Ik ben een weerwolf," fluistert Remus. We worden alle vijf stil. Dan zegt James iets. "Oké, je hebt gewoon een nou, harig, probleempje," zegt hij. De sfeer ontspant meteen. Remus grinnikt zacht. "Jullie haten me niet?" vraagt hij dan. "Daar is heel wat meer voor nodig, Lupin!" schreeuw ik. Remus staart naar de grond. "Maar ik ben gevaarlijk," mompelt hij. "Je bent het liefste persoon dat ik ooit ontmoet heb," kaats ik terug. Remus staart me even aan. Dan trek ik hem in een knuffel.

Als we elkaar hebben losgelaten kijl ik de rest weer aan. "Nou, we hebben dus één weerwolf, één dochter van de meest duistere tovenaar aller tijden, één onterfde door de familie en één gewoon hele rare," zegt James. "Dan blijft over: James Potter!" juicht hij. Ik kuch. "Laten we er een mislukte versierder aan toevoegen," zeg ik droog.

James kijkt me boos aan. Om een langdurige drama te voorkomen gaat Sirius verder met het oorspronkelijke gesprek. "Maar oké, Remus gaat naar huis. Verder?" Ik kijk even naar Remus, maar die lijkt het alleen fijn te vinden dat we niet over zijn harige probleempje doorgaan. "Lily en Alice blijven," zeg ik maar. "Alice is toch dat meisje die sinds het begin van het jaar veel te klef is met Frank Longbottom?" vraagt James. "Ja," antwoord ik lachend. Alice is wel aardig, maar het klopt wat James zegt, zij en Frank zijn té close. Tegen de verveling besluit ik mijn haar blauw te maken. James kijkt me jaloers aan. "Ik wil dat ook kunnen!" roept hij.

"Hailey!" roept Lily door de leerlingenkamer. "Boven!" roep ik terug. Even later komt Lily de jongensslaapzaal binnen. "Mogen we hier wel komen?" vraagt ze met een vies gezicht. Ik grinnik. "Ik heb echt geen idee. En trouwens, de leraren haten me toch al. Jij blijft toch ook met kerst?" Ze knikt. "Ja." Ik hoor de twijfels in haar stem, maar volgens mij wil ze het niet met de jongens bespreken. "Aha. Byee boys," roep ik en ik volg haar naar de meisjesslaapzaal.

"Waarom twijfel je?" vraag ik, zodra Lily en ik zitten. Ze trekt een gezicht. "Is het zo duidelijk?" "Nee, ik ben je vriendin en zie dat soort dingen gewoon," antwoord ik lachend. Ze glimlacht. "Nou, ik weet niet of ik moet weggaan. Ik wil blijven omdat ik dacht dat ik in de kerstvakantie het goed kon maken met Sev. Want dan zijn zijn vrienden, die Slytherins waar hij de laatste tijd mee omgaat, er niet. Je weet wel, Bellatrix Lestrange types," zucht ze. Ik knik, ik weet dat Lily Severus echt mist. Ik weet hoe moeilijk het is om een vriend te verliezen, ook al mag ik hem niet. "Maar ik wil ook naar huis, want mijn zus haat me omdat ik naar Hogwarts mocht en zij niet. Ze is jaloers. Ik wil het dus met Petunia en met Severus goed maken, maar dat kan niet tegelijk!" Gefrustreerd haalt ze haar hand door haar rode haren.

"Het hoeft ook niet tegelijk," stel ik voor. "Eerst een week naar huis, je maakt het goed met je zus. Dan een week hier en je maakt het goed met Severus." Lily kijkt me met open mond aan en geeft me dan een knuffel. "Ja! Dank je!" gilt ze. Ik glimlach. Dan bedenk ik iets. "O nee. Nu zit ik een week met alleen Black," kreun ik. Lily kijkt me medelijdend aan. "Awh, Alice is er ook nog," zegt ze lachend. "Gelukkig wel!"

Dan zorgen Sirius en James voor wat afleiding door de trap van de meisjesslaapzalen op te rennen. "Jongens! Dat mag ni-" begint Lily. De trap verandert in een glijbaan. Sirius en James, die halverwege waren, glijden naar beneden. Ik grijns naar ze. "Awh, mislukt!" roep ik vrolijk. "Jullie mogen wel bij ons komen!" roept James verontwaardigd. Lily glimlacht en glijdt de trap af. "De stichters van Hogwarts vonden meisjes betrouwbaarder," legt ze uit. "Puh! Ik ben super betrouwbaar!" roept Sirius. Ik zucht. "Lily gaat de eerste week van de vakantie naar huis. Dus ik zit alleen met Black opgescheept," deel ik kreunend mee. 

Maar oké, ik heb heel veel zin in de kerstvakantie. 

The Fifth Marauder ~ MaraudersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu