»Hoofdstuk 17«

492 29 4
                                    

-Hailey June Cooper-


"Hailey! Trek dit aan!" roept Lily, die een blauw jurkje omhoog houdt. Ik moet lachen. "Lils, ik doe gewoon mijn normale kleding aan. Als dat niet genoeg is voor Cameron zoekt hij maar een ander," vertel ik mijn beste vriendin. Daarbij sneeuwt het buiten. Lily zucht. "Oké dan. Maar dit keer koop ik geen chocola voor je als je gedumpt wordt," waarschuwt ze me. "Hé! Ik word nooit gedumpt! Ik dump hen!" roep ik. Lily rolt met haar ogen. "Ga jij nou maar gewoon op date. Dan praten we later verder."

Ik steek mijn tong uit naar Lily en ik loop de leerlingenkamer uit. Ik heb met Cameron afgesproken bij de poort van Hogwarts. Als ik langs de bieb loop zie ik Snape zitten, maar ik negeer hem. Bijna heel Hogwarts doet dat op dit moment. Gryffindor, Hufflepuf en Ravenclaw omdat hij mij vervloekt heeft. En Slytherin voor de tweehonderd punten die ze door hem verloren. Soms heb ik medelijden met hem, maar als ik aan mijn week in de ziekenzaal en de pijn die ik nog steeds heb den, vergaat die medelijden weer. Ik weet dat Lily hetzelfde heeft. Mijn mijmeringen worden onderbroken doordat ik Cameron zie staan.


Ik zwaai even naar hem en hij loopt op me af. "Hey schoonheid," zegt hij met een glimlach. Cameron is knap en alles, maar ook een enorme flirt. Ik twijfel hoe ik moet reageren, dus ik glimlach terug. "Hey Cam," zeg ik. Zijn gezicht licht op bij het horen van die bijnaam en hij legt een arm om mijn middel. Ik besluit om zijn arm te laten liggen, omdat ik niet weet hoe ik hem weg moet slaan. "Laten we gaan," zegt hij lief. Ik hoop dat het gezellig wort.

We lopen richting Hogsmeade, terwijl ik mijn best doe afstand te houden van Cameron. Ik haat het hoe hij te dichtbij komt of mijn hand vastpakt. Eerlijk gezegd vind ik elke seconde vreselijk. "Zullen we naar de Drie Bezemstelen gaan?" vraag ik voorzichtig. Cameron grinnikt. "Ik heb al iets anders gepland," lacht hij. "Oh," zeg ik een beetje verbaasd. "Wat dan?" Net als ik denk dat het niet erger kan wijst hij op het kleine cafétje in de hoek van de straat. Ik ben er wel eens geweest met James, voor de grap. De plek voor stelletjes. "Euh, ja oké," stamel ik.

Cameron begeleidt me richting het cafétje. Als we er binnenkomen word ik overwelmd door een veel te zoete geur. Ik kijk om me heen. Alles is roze. Over mijn hoofd vliegen kleine engeltjes die rode rozenblaadjes verspreiden. "Leuk, hè?" vraagt hij. Ik knik, niet in staat mijn mond te openen. Snel een koffie en je kan weg, hou ik mezelf voor. Cameron begeleidt me naar een tafeltje achterin.

Ik neem plaats tegenover hem. Er komt een mollig vrouwtje die vraagt wat we willen. Ik bestel snel de kleinste koffie die op de kaart staat. Cameron doet hetzelfde. Terwijl we op de koffie wachten buigt Sirius zich voorover. "Bedankt dat je mee wilde," zegt hij met een grote glimlach op zijn gezicht. Ik glimlach terug. "Geen probleem, Si-" Ik knipper met mijn ogen en besef dat Sirius hier niet is. Het is Cameron.

Ik word knalrood en stamel: "Geen probleem, Cameron." Gelukkig heeft Cameron niets gemerkt, want hij knikt. "We zullen vaker gaan," zegt hij, nog altijs glimlachend. "Euh, ja, misschien," zeg ik. In mijn gedachte schreeuw ik allerlei verwensingen.

Cameron raakt met zijn vingers de mijne aan, die op tafel liggen. "Je bent echt een leuk meisje, Hailey," zegt hij zacht. "Jij bent ook echt... eh.... heel aardig," zeg ik twijfelend. Cameron staart intens in mijn ogen en hij komt dichterbij. O mijn god. Ik heb me in het halfuurtje dat we samen hebben doorgebracht alleen maar ongemakkelijk gevoeld. Ik kan hem nu niet gaan zoenen. Ik wil hem niet zoenen. Cameron komt nog dichterbij. Ik voel zijn warme adem al op mijn gezicht. In mijn eerste reactie gooi ik snel het zoutpotje van tafel. Het spat uit elkaar op de grond. Net voor Camerons lippen de mijne raken ga ik snel op de grond zitten. "Ik heb het zoutpotje perongeluk laten vallen," zeg ik schaapachtig. Cameron trekt een wenkbrauw op. "Hailey? Is er iets? Doe ik iets verkeerds?" vraagt hij. "Nee hoor. Ik besef me net.... Ik heb het werkstuk voor professor Slughorn nog niet af! Wat dom van me! Ehh, ik moet gaan. Drink mijn koffie maar op en tot morgen!" Ik ren het café uit.

Mijn hart bonkt in mijn keel als ik naar de Drie Bezemstelen ren. Ik storm naar binnen. En ja hoor, aan het tafeltje in de hoek zitten James, Sirius, Remus en Peter. Ik loop zo normaal mogelijk naar hun tafeltje en ga snel zitten. "Hailey?" vraagt James verbaasd. "Was jij niet op date?" vraagt Remus. Ik kijk hen boos aan. "Hou je kop. Het eerste kwartier was gênant, hij kwam te dichtbij. Toen nam hij me mee naar dat liefdescafé hier tegenover. Hij probeerde me te zoenen. Ik gooide snel het zoutpotje van tafel om hem te stoppen en toen ben ik weggerend," vat ik samen. Sirius barst in lachen uit. "Dus, die Cameron zit daar in zijn eentje? Je bent een hartenbreker, Hailer," lacht hij. Ik word knalrood. "Het was het gênantste uit heel mijn leven!" roep ik uit. Helaas komt op dat moment Cameron binnen. Hij staat in de deuropening met rozenblaadjes in zijn haar. En hij staart boos mijn kant uit. "Oh shit," zeg ik zacht en ik kijk de andere kant uit. Waardoor mijn vrienden nog harder moeten lachen.

"Ik denk dat ik voorlopig maar niet meer ga daten," besluit ik. Mijn middag is al met al best leuk geweest, het gedeelte met mijn vrienden althans. James grijnst naar me. "Goed idee, Hailey! Volgens mij ben je er niet heel goed in."

Na mijn ervaring met Cameron vanmiddag kan ik dat niet langer ontkennen.

Drama is coming :)

The Fifth Marauder ~ MaraudersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu