H 7.

70 4 0
                                    

Dagen zijn voorbij gegaan. Ik en Octavia gaan elke dag naar Lincoln toe en dan traint hij ons. Octavia en Lincoln kunnen het heel goed met elkaar vinden. Daarom ga ik soms niet mee. Clark en ik hebben gepraat. Het was wel een fijn gesprek. We hebben het goed met elkaar gemaakt en ze heeft beloofd dat ze voor me gaat zorgen. Dat ze vanaf nu een echte zus voor me wordt. We geven allebei de schuld aan Abby. Onze moeder. We hebben nog elke dag contact met de Ark. Ze komen volgende week naar aarde toe. Dan kunnen ze ons helpen met de oorlog. Die jammer genoeg er nog steeds is. Vanavond hebben we feest. Iedereen is blij dat de ark naar aarde komt. Dat ze hun familie weer kunnen zien. 

Octavia maakt zich klaar en kijkt mij dan vragend aan. "Kom je mee?". Ik blijf op me bed zitten. "Nee, ga jij maar". Ze kijkt me met puppy ogen aan. Dan pakt ze me hand vast en trekt me naar buiten. "Waarom niet?". We lopen naar de tunnel toe. "Jij en Lincoln zijn schattig samen. En dat wil ik niet verpesten. Plus ik heb Clark beloofd om bij het feest te zijn en anders krijgen ze in de gaten dat we weer weg gaan". "Ughh oke". We kijken wat rond tot de laatste persoon weg gaat. "Ik kom morgen vroeg weer terug". "Oke, Doe het wel veilig he!". Ze kijkt me met open mond aan. Dan beginnen we te lachen. Ze loopt snel weg voordat er iemand anders komt. 

Ik loop naar Monty toe. Hij is bezig met de radio. Jasper ligt op zijn bed. Hier is dus niks te doen. Dan loop ik naar Raven haar tent toe. "Hey, Rave...". Raven en Finn liggen samen in bed, naakt. "Ik ga maar weer". Dat ga ik dus ook nooit meer doen. Ik schud het beeld van me af terwijl ik verder loop. Naar wie kan ik nog meer naar toe gaan. Clark is al met iets bezig. Met Bellamy praat ik nog steeds niet. Dan ga ik maar weer terug naar de tent en blijf daar in me eentje liggen. Waarom is iedereen met iets bezig vandaag. Ik verveel me al snel weer. Dan maar een rondje buiten de muren lopen. Ik pak me zwaard en loop naar de tunnel toe. "Waar ga jij heen?". Aan de stem te horen is het Bellamy. "Iedereen is druk en ik verveel me dus ga ik wandelen". Hij pakt zijn mes en geweer. "Niet alleen". Ik rol met mijn ogen maar loop toch door zonder commentaar. 

Het blijft stil tussen ons. Ik loop regelrecht naar het riviertje toe. Daar ga ik op de grond zitten en staar naar het water. "Oke, waarom negeer je me?". Ik blijf naar het water staren. "Ik negeer je niet". Ik hoor dat hij zijn geweer weg legt. "Waarom kijk je me dan niet aan?". Ik sta snel op en trek me shirt uit. Natuurlijk heb ik er nog een hemd onder aan. Ook trek ik me broek uit. "Ik ga zwemmen". Ik wil er in springen maar Bellamy houdt me tegen. "Wat als hier ook zo'n slang is?". Ik zucht. "Die is er niet". "Hoe weet je dat?". "Omdat... ik dat denk". Dat is niet waar. Ik weet het omdat ik en Octavia hier vaker zijn gekomen. Ik trek me los en spring in het water. "Kom je ook Bell?". Hij kijkt me streng aan. "Sky, kom eruit nu!". "Dan moet je me eerst vangen" zeg ik kinderachtig en steek dan mijn tong uit. Hij trekt geïrriteerd zijn jas uit en kijkt dan naar de bossen toe. Als hij niemand ziet kleed hij zich verder uit en springt in het water. En komt meteen mijn richting gelopen. Het water is ondiep genoeg om nog te kunnen staan. Wat heel makkelijk is aangezien we niet weten hoe we moeten zwemmen. Ik loop snel weg. "Sky, Kom op". 

Ik gooi het water tegen hem aan. "Meen je die?". Hij krijgt een grijns op zijn gezicht. "Die krijg je terug". Hij gooit ook water tegen mij aan. Zo blijven doorgaan totdat hij me vast heeft. "Ik heb je". Hij draait me langzaam om zodat onze gezichten naar elkaar toe staan. Zijn gezicht komt steeds dichterbij. Hij heeft me nog steeds vast. Dan raken zijn lippen de mijne. Na een paar seconden laten we los om op adem te komen. We blijven in elkaars ogen kijken. Dan kijk ik weg. "We moeten maar eens terug gaan het feest begint zo". We kleden ons aan en lopen terug naar het kamp.

Het begint al donker te worden. De meeste mensen zijn al dronken. Iedereen is blij en gelukkig. Ik doe ook mee aan een drankspel. Als ik de munt goed gooi geeft Monty me een knuffel. "Bam! Je bent echt goed". Jasper moet drinken. Als we zo even doorgaan stop ik. Clarke is ook nog bezig met een spel. Ze kijkt zo blij. Ook zei gooit de munt erin. Dan loop ik naar de tent van Bellamy toe. Hij is nergens buiten te bekennen. Hij ligt op zijn bed. "Waarom doe je niet mee?". Hij gaat meteen rechtop zitten. "Geen zin om te drinken" zegt hij stug. "Moeten we praten over vanmiddag?". Ik denk na. Ookal wil ik dit niet ik kan het niet meer langer verbergen. "Nee". Hij kijkt van mij naar de grond toe. Ik trek mijn jas uit. "We hoeven niet te praten". Dan trek ik mijn shirt uit. Hij staat snel op. "Sky wacht. Ben je dronken?". Ik heb gedronken en ben aangeschoten. Maar het is nog niet zo erg dat ik niet meer goed kan nadenken. En of ik dit ga vergeten. "Nee". Ik trek zijn shirt uit en we beginnen te zoenen. 

Still alive//the100Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu