Octavia, Lincoln, Raven en Murphy gaan ook mee. Als we allemaal klaar zijn lopen we zo onopvallend mogelijk het kamp uit. Op weg naar een stuk van de Ark. We zitten nu ergens tussen de bergen. Hier moet er een zijn. Op de grond liggen er lijken. Dit is niet goed. Bij elke lijk die mijn moeder of vader kan zijn stop ik. Voordat ik de vrouw voor me omdraai, adem ik een keer goed in en uit. Ik zucht van opluchting als het niet mijn moeder is. Zo ga ik door tot ik iedereen gezien heb. Het stuk van de Ark is helemaal vernielt. Het ligt onderaan de berg. Maar ik moet erin kijken. En dan kunnen we meteen naar bruikbare spullen zoeken. We kunnen nog wel een aantal dingen gebruiken bij het kamp.
Ik ga op de rand van de berg staan en kijk naar beneden. Mijn sprankeltje hoop gaat al weg. Dit kan niemand overleeft hebben. Dan voel ik de rots onder me verdwijnen. Voordat ik kan reageren val ik naar beneden toe. Ik probeer alles vast te pakken waar ik me aan kan vast houden. Dan kom ik aan bij een boomstronk die uit de berg steekt. Ik pak hem vast en houdt me adem in. Ik leef nog. Ik ben niet helemaal naar beneden gevallen. Dat is iets. Toch? "Sky!". Ik kijk voorzichtig omhoog en zie Bellamy geschrokken kijken. "Blijf vasthouden. Ik kom eraan!". Mijn voeten zet ik in de randen van de berg. Hopend dat ik zo meer steun krijg.
Niet veel later komt Bellamy langzaam naar beneden gezakt. Hij hangt aan een touw die de andere vast hebben. "Ik ben er bijna. Hou vol". Als hij net langs me hangt breekt de tak af en val ik naar beneden. Maar dan voel ik zijn hand om mijn pols. Hij heeft me opgevangen. "Probeer je omhoog te trekken". Met mijn andere hand pak ik zijn schouder vast. Dan probeer ik me omhoog te trekken. Bellamy helpt me. Als ik hem goed vast heb slaat hij snel zijn arm om me heen voor meer stevigheid. Ik leg mijn gezicht in zijn nek en probeer de schrik weg te werken. Ik lig gewoon zowat op hem. Onze buiken liggen tegen elkaar aan. Ik heb mijn benen aan elke kant een van zijn lichaam. "Ik heb haar! Trek ons omhoog!". Langzaam worden we omhoog getrokken. Bellamy blijft me stevig vast houden. Als we over de rand zijn val ik op de grond. Octavia komt meteen langs me zitten. "Gaat alles goed?". Ik knik alleen maar. Ze veegt het bloed van mijn voorhoofd weg.
Minuten gaan er voor bij. We zitten nog steeds op dezelfde plek. Niemand zegt iets. Lincoln en Octavia zijn het gebied aan het verkennen ofdat het nog veilig is. Ik hang tegen Bellamy aan die mij weer stevig vast heeft. Raven maakt een radio zodat als er mensen in zitten ze ons kunnen horen. En Murphy doet Murphy dingen. "Yes. Hij is af". Ze zegt er wat in en vraagt naar overlevende. Als we zo even bezig zijn hebben we nog steeds geen antwoord gekregen. Ik kijk naar Bellamy. "Je had gelijk. Ik moet toegeven dat ze er niet meer zijn". Hij trekt me verder naar zich toe en houdt me vast.
Dan komen Octavia en Lincoln terug gerend. "Er komen panters aan". "Mooi. Avondeten" zegt Murphy nuchter. "Een kunnen we wel aan. Maar het zijn er 5". We staan snel op en pakken onze spullen. "We hebben ze de andere kant op gelokt dus als we snel zijn kunnen we hier wegkomen". We lopen aan. Bellamy houdt mijn hand vast tijdens de stille terugweg.
Als we de kamp binnen komen gelopen komt Abby naar ons toe gerend. "Zijn jullie gek geworden! Wat had ik nu gezegd over weg gaan". De andere lopen weg. Abby heeft het vooral tegen mij. Zoals gewoonlijk. "Jij bent dan misschien wel mijn biologische moeder. Maar je zou nooit mijn echt moeder zijn". Ik loop haar stug voorbij met Bellamy op mijn hielen. Hij sluit de kamerdeur. Ik gooi mijn tas in de hoek en plof op het bed. Bellamy komt langs me zitten. Hij weet altijd wanneer die iets moet zeggen en wanneer niet. Ik trek aan zijn arm zodat hij ook gaat liggen. Hij is echt het perfecte vriendje. Ik begin hem te zoenen. Dan trek ik mijn shirt uit. Bellamy trekt ook zijn shirt uit en gaat op mij liggen. En zo gaan we door.
JE LEEST
Still alive//the100
FanfictionSkyler. Ook wel bekend als de mysterie girl. Wordt naar de aarde gestuurd met 99 andere. 99 criminelen. Skyler hoort daar ook bij. Ze heeft een zus. En de regels op de Ark gelden dat iedereen maar 1 kind mag hebben. Haar ouders waren slim en gaf haa...