H 14.

57 3 0
                                    

Uren zijn voorbij gegaan. Ik zit nog steeds in de opgesloten kamer. De verzorger is nog niet terug gekomen. Er zijn geen bewakers langsgelopen. Ik heb alles geprobeerd om de deur open te krijgen maar het lukt niet. Ik voel me hier zo nutteloos. Iedereen waagt zijn leven om ons hieruit te halen en ik zit in een kamer. Ik kan niks doen om te helpen. Ik voel me zwak, slap. Dan hoor ik opeens voerstappen. Ik kijk snel door het raampje in de deur. Maya komt naar me toe gerend en gaat aan de andere kant van de deur staan. Ook Maya krijgt geen beweging in de deur. "We hebben Monty terug gevonden". Ik sluit opgelucht mijn ogen. Hij is in orde. "Maar Dante is niet meer de president. Cage is". Zijn zoon. Dat kan niks goeds betekenen. "Hij heeft iedereen in de slaapkamer opgesloten. Ik heb geen idee hoe ik ze kan helpen". Ik loop een paar keer op en neer. Er moet iets zijn om hun te helpen. Denk. Dan weet ik het. "Je moet zorgen dat ze wapens krijgen". Maya knikt. "Als ik dat gedaan heb zorg ik dat ik jou eruit krijg". Ze rent snel weg. 

Ik ga gefrustreerd op het bed zitten. Er moet iets zijn wat ik kan doen. Waarom hebben ze mij hier alleen gelaten? Ze kunnen mij zo pakken om beenmerg uit me te halen. Waarom doen ze eerst moeite voor de andere? Wacht de dokter, van wie ik de naam nog steeds niet kan onthouden, zei dat mijn bloed speciaal is. Maar waarom is het speciaal? Zouden ze mij daarom sparen? Maar als ze dat doen, dan moet ik de andere wel helpen. Ze gaan mij dan toch niks aan doen. Dat hoop ik tenminste. Eerst moet ik hier uit zien te komen. Maar dat gaat nooit lukken zonder Maya haar hulp. 

Als ik na een lange tijd eindelijk weer voetstappen op de gang hoor, loop ik snel naar de deur toe. "Maya?". Mijn ogen worden groot als ik Bellamy zie. "Bellamy? Wat doe jij hier?". Hoe is hij binnen gekomen? Maya staat achter hem. "Sky gaat alles goed?". Ik knik alleen maar. Bellamy begint aan de deur te trekken. Maar weer komt er geen beweging in. Dan komen Monty en Jasper eraan gerend. "Ze hebben ons door. Ze gaan naar de oogstkamer". Iedereen kijkt verschrikt naar Monty. Bellamy stopt niet met de deur. "Bell? Je moet gaan. Help de andere eerst". "Nee. Ik heb je eindelijk terug". Ik leg mijn hand tegen het raam aan. Bellamy doet hetzelfde aan de andere kant. "Ga. Als de andere veilig zijn kom dan weer terug". Jasper, Monty en Maya rennen al snel weg. "Ik ga nergens heen. Je moet er alleen voor zorgen dat je terug komt naar me". Natuurlijk ga ik nergens heen. De deur gaat geen centimeter open. Hij kijkt me nog twijfelend aan maar knikt dan toch. "Ik kom terug. Dat beloof ik". Dan rent hij weg. Ik kijk hem achterna tot hij uit mijn beeld is. Ik hoop dat het met iedereen goed gaat. 

Dan hoor ik opeens geschreeuw. Het komt uit de ventilatieschacht. Hij is te klein om er door heen te kunnen. Zo slim waren ze wel. Ik leg mijn oor er tegen aan en luister aandachtig. "Jus Drein Jus Daun". Dat is Grounder taal? Clarke? Het moet Clarke wel zijn. Hoe kan Bellamy anders binnen zijn? Alles schiet me te binnen. Bellamy moest naar binnen om de zure mist uit te zetten zodat Clarke met de grounders kunnen aanvallen. En natuurlijk helpen ze mee. Er zitten honderden van hun mensen hier. Als je het zo bekijkt is het wel een slim idee. Maar voor hoelang zou het duren?

De stroom valt uit. De witte kamer veranderd in een zwarte donkere duisternis. Ik loop voorzichtig naar de deur toe en kijk naar de gang. Ook niks. Alles lichten die altijd aanstaan zijn uit. Ik laat me op het bed vallen. "Er is een quarantaine. Alle mensen moeten naar niveau 5. Dit is geen oefening". Niet veel later schieten de lampen weer aan. Het geschreeuw wordt steeds zachter en uiteindelijk stopt het. Het is ze niet gelukt om binnen te komen? Waarom zouden ze anders stoppen. 

Niet veel later komen er weer voetstappen uit de gang. Ik loop snel weer naar de deur toe. Alsjeblieft Bellamy. Maar helaas. Er komt een bewaker in een pak voor de deur staan. Waarom heeft hij een pak aan? Die hebben ze alleen aan als er straling is. Wacht. De niveau is bestraald. Hij maakt de deur open met een speciale kaart. Ik loop snel achteruit en pak een dienblad om mezelf mee te verdedigen. Met zijn drieën lopen ze naar binnen toe. Ik sla het dienblad tegen iemand zijn hoofd aan. Hij valt op de grond. Dan zie ik iemand zonder pak lopen. Het is dus gelukt. De beenmerg werkt. Hij pakt het dienblad af en gooit me hard op de grond. Ik verzet me er tegen maar niks lukt. Dan slaat hij me een paar keer. Ik kreun en schreeuw het uit van de pijn. De twee mannen tillen me weer omhoog en slepen me mee. Ik heb geen kracht meer om te verzetten. Alles in mijn lichaam doet pijn. Alles voelt gebroken. 

Ik word in een kamer geduwd en val op de grond. Voorzichtig kijk ik rond. Dit is de slaapzaal. Alleen staan er geen bedden meer. En staan mijn mensen vast gebonden. In het midden staat een tafel. "Raven?". Ik word omhoog getrokken. Dan zie ik Abby. Maar dat kan toch niet. Ik dacht dat ze dood was. "Haal haar er van af en leg Sky erop" Ik kijk op naar Cage die het beveel geeft. Dit kan ik niet zomaar toe laten. Als ze Raven los hebben gemaakt maak ik een knietje naar de bewaker en bevrijdt mezelf. Wat niet al te lang duurt. Raven kan zich niet meer bewegen. Ze kan me dus niet helpen. Ik moet dit alleen doen. Ik probeer iedereen te ontwijken en pak alles waarmee ik kan slaan of steken. Maar met zijn vieren houden ze me vast en tillen me op tafel. Ik blijf doorvechten. Maar niks lijkt te helpen. Mijn benen en armen en zelf mijn nek worden vastgezet. Een man houdt de boor omhoog en kijkt me strak aan. "Het is tijd". Hij loopt naar mijn knie toe en begint te boren. Ik gil het uit van de pijn. 

Still alive//the100Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu