~hoofdstuk 20~

3.6K 136 3
                                    



~Camilla~

Ik voel hoe ik val. Hoe de lucht uit mijn longen geperst word wanneer ik de straat raak. Even zie ik alles op z'n kop. Mijn handen en knieën liggen open. Ik proef de smaak van bloed in mijn mond. Ik probeer te staan.

Mijn knieën knikken terwijl ik mezelf omhoog duw. Ik heb geluk dat ik nog leef. Mensen komen bezorgt op me afgelopen maar ik loop zo snel als me lukt weg. Onderweg probeer ik steun te zoeken aan prullenbakken en lantaarnpalen. Ik laat een spoor van bloed achter.

Ik heb niet de kracht om tegen te stribbelen wanneer iemand me bruut optilt en me in een auto legt. Mijn ogen zakken dicht. "Hou je ogen open alsjeblieft." Mompelt een bezorgde stem. Zijn stem.

Ik doe mijn best mijn ogen open te houden, om te laten zien dat ik niet zwak ben. Maar ik ben te vermoeid om terug te vechten. Ik voel mijn ogen langzaam dicht zakken, me meetrekkend naar het duister.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Vaag hoor ik een paar stemmen. "Ze zal zo wel wakker worden, Alpha." Een luide grom weerklinkt in mijn oren, waardoor ik -geïrriteerd door het plotselinge harde geluid- mijn hoofd draai. "Camilla, word wakker prinses." Ik moet moeite doen om mijn oogleden op te tillen, en knijp ze meteen weer dicht door het felle licht.

Ik knipper een paar keer voor ik goed de kamer in kan kijken. David zit naast me op het bed en een dokter staat in de deuropening. De dokter komt op me afgelopen en controleert me. "Ze mag gaan. Maar ze moet elke dag haar wonden schoonmaken en opletten dat ze niet last krijgt van overgeven." David knikt en voordat ik kan reageren tilt hij me in bruidsstijl op.

Ik kijk naar Davids gezicht. Hij kijkt strak en zonder emotie voor zich uit. Hij zal wel boos op me zijn. Niet gek ik ben ook boos op mezelf. Waarschijnlijk gaat hij me afwijzen. Ik zal het hem in iedergeval niet kwalijk nemen.

Ik voel de koele lucht op mijn huid wanneer we naar buiten lopen. Hij zet me zonder iets te zeggen in de auto hij gooit de deur met een klap dicht, en stapt zelf aan de andere kant in. Zijn mond vertrokken in een dunne streep. Verdrietig kijk ik naar buiten. Ik voel zijn ogen bijna meteen op me branden, wanneer ik mijn hoofd heb weggedraaid. Zwijgend start hij de auto en rijd het ziekenhuis terrein af.

Hij zet de radio zachtjes aan en we rijden naar het pack huis. Nog steeds zwijgend parkeerd hij de auto en stapt uit. Hij doet mijn portier open en tilt me weer op. Ik durf niet naar zijn gezicht te kijken. Hij duwt een paar deuren open en legt me dan op iets zachts. Hij slaat dekens over me heen, terwijl ik hem fronsend aankijk.

Ik durf niets te zeggen deels doordat mijn stem er waarschijnlijk erg raar uitkomt, en doordat ik me zo beschaamd voel. Mijn hoofd voelt licht aan. Ik volg David met mijn ogen tot hij de kamer uit loopt. Ik sla de dekens van me af en wil mijn voeten op de grond zetten wanneer ik een grom hoor.

David kijkt me boos aan en loopt op me af. Hij duwt me terug en slaat de dekens weer over me heen. Hij wil weer weg lopen maar bedenkt zich. "Probeer niet weer te ontsnappen ik ben zo terug." Met dat gezegd loopt hij weer de deur uit. Dit keer blijf ik braaf liggen. Normaal was ik allang weer uit bed gesprongen maar aangezien mijn zicht meteen draaierig werd toen ik rechtop ging zitten, lijkt me dat geen goed plan.

De deur zwaait open en David komt binnengelopen met een dienblad vol eten. Hij zet het voorzichtig op mijn schoot. "Eet." Commandeert hij me. Zwijgend kijk ik hem aan wanneer hij de deur dichtdoet, en kijk weer weg wanneer hij naar me toedraait. Ik speel wat met m'n eten terwijl ik luister naar wat mijn mate aan het doen is.

Hij schuift iets naar het bed en gaat erop zitten. Ik voel zijn ogen op me branden, wat me zenuwachtig maakt. Ik breng snel een lepel met muesli naar mijn mond. Schoorvoetend eet ik nog een paar lepels tot ik vol zit.

Ik leg langzaam de lepel terug in het schaaltje. Kort kijk ik David aan, maar wanneer onze ogen elkaar ontmoeten richt ik mijn blik snel weer op het dienblad. Hij zucht en legt zijn vingers onder mijn kin.

Hij draait mijn hoofd naar de zijne. "Wat is er?" Ik weet even niet wat ik moet zeggen. "Ehm niets." Hij kijkt me streng aan.

"Je viel van een freaking balkon, er is wel iets." Zijn stem klinkt verdrietig waardoor mijn hart breekt. Ik wou hem niet pijn doen, dat is juist waarom ik weg ging. Ik kijk even weg zoekend naar de goede woorden. "Waarom wijs je me niet af?" Mijn stem klinkt zacht en gebroken. Ik heb me nog nooit zo laten meeslepen door iemand.

Hij haalt zijn vingers weg en trekt me naar zich toe. Onwennig knuffel ik hem terug. "Ik zou jou nooit afwijzen. Wat je ook probeert ik zal er altijd zijn. Dus je bent nog lang niet van me af." Zijn stem word gedempt doordat hij zijn gezicht in mijn hals legt. Hij trekt zich terug en kijkt me intens aan. En dan weet ik het. Ik weet dat ik van hem houd.

"Ik hou van je."

"Ik houd ook van jou."

Voor zover ik nu weet was dit het! *huilt zachtjes* Het heeft even geduurd maar ik ben super tevreden over hoe het is geëindigd! Ik weet nog niet helemaal zeker of ik mogelijk nog een vervolg ga maken. Dat ben ik eigenlijk niet van plan, maar mochten jullie dat graag willen laat dat dan zeker even weten! Er komt nog een epiloog en een dankwoord aan dus wees gerust! (Ps. Bedankt voor de 1000 reads!)

Groetjes mij!

The lights in her eyes ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu