~hoofdstuk 13~

3.8K 143 3
                                    


~Camilla~

Ik word ruw uit mijn cel getrokken. De twee mannen houden me stevig vast. Ook al kan ik niks tegen ze doen. Ik ben zo verzwakt dat ik amper kan staan. Voor me uit zie ik Samuel weggetrokken worden.

Plots trekt hij zich los. "Mate" gromt hij. Hij beukt met heel zijn gewicht tegen de tralies aan. De mannen proberen hem terug te grijpen maar dat lukt ze niet. "Pak die meid ook mee, anders krijgen we die andere nooit mee." Roept een man. Het meisje word uit de cel gehaald en Samuel houd haar stevig en beschermend vast. Een van de mannen gromt naar ze dat ze moeten lopen.

Samuel werpt nog een blik op mij, die ik zwak beantwoord door een glimlach. Hij loopt door met zijn mate in zijn armen. Ik word een deur uitgesleept.

Ik word allerlei ruimtes doorgesleept en uiteindelijk door de buitendeur. Ik knipper tegen het felle zonlicht in mijn ogen. Ik word in de achterkant van een vrachtwagen gegooid. Ik krabbel met moeite omhoog. Ik zie alleen Samuel en zijn mate hier nog zitten.

Samuel fluistert zijn mates dingen toe, terwijl zij lieftallig naar hem kijkt. Ik kijk naar buiten door een stukje losgekomen zeil. Ik glimlach de zomer komt er weer aan. Ik zucht en leun met mijn hoofd tegen het zeil aan. Ik hoop maar dat alles goed komt.

~David~

Zenuwachtig ijsbeer ik door de gangen. Logan probeert me kalm te houden maar het lukt hem niet echt. Ik loop naar de keuken en wil net vragen of we al gaan, wanneer Tyler ons roept.

"We gaan nu." Hij loopt naar buiten en wij volgen hem allemaal, snel loop ik naar mijn auto en Logan, Stefan en hun mates gaan bij mij in zitten en we scheuren weg.

We moesten om precies twee uur daar zijn en dat lukt ons precies. Om twee uur staan we allemaal op het plein. Tyler, ik, Gwen, Maya, Stefan, de moeder van Tyler en Camilla, Logan, Harper en de beta van Tyler.

Ik hoor auto's aanrijden. Één auto komt naar ons toe en stopt vlak voor ons. Een man stapt uit de auto en Tyler begint te grommen.

"Ah zoon, ook fijn om jouw hier te zien." Een grijns op zijn gezicht. Een grijns die ik er maar al te graag wil afslaan. "Waar is mijn dochter!" Camilla's moeder stapt naar voren terwijl ze de man woedend aankijkt. Een korte glimlach op zijn gezicht.

"De plannen zijn gewijzigd." Terwijl hij dit zegt drukt hij op een knopje. Dan gaat alles razendsnel. Een man duikt op en pakt Harper, zilveren tralies komen uit de grond. Voordat we het weten zijn we opgesloten. Tyler gromt woedend en gooit zichzelf tegen de tralies. "Laat. Haar. Gaan." Hij staat op het punt te shiften.

"Nee, zoals ik al zei de plannen zijn verandert." En met dat zet hij Harper in de auto en scheurt weg. Ik en Tylers beta houden hem tegen de grond zodat hij zichzelf niet meer aandoet.

Mijn wolf gromt van woede. Ik grom van woede. Ze hebben ons bedrogen. Mijn hoofd draait naar een geluid. Door de tralies heen is een groot scherm te zien, waarop een open plek te zien is hier een paar meter vandaan.

We hebben Tyler los gelaten en kijken allemaal naar het scherm. Plots draait het scherm en zijn de gamma en een meisje te zien, ze zien er niet goed uit. Iemand anders komt in beeld, ze ziet er zo slecht uit dat ik haar bijna niet herken. Mijn mate ze hebben mijn mate pijn gedaan. Ze kijkt emotieloos voor zich uit terwijl ze word vastgehouden door twee mannen.

Ik bal mijn handen tot vuisten terwijl ze het beeld verplaatsen. We zien nu iedereen inclusief Harper die uit de auto word gesleept met een bang gezicht. Tyler en ik worden beide vastgehouden.

~Camilla~

Ik word naar voren geduwd en Harper word een paar meter voor mij uit gezet. Ze kijkt me bang aan tranen stromen over haar gezicht. Ik word losgelaten en weet dat zodra ik wegren erop het knopje word gedrukt.

Ik kijk achter me en zie Samuel zich losrukken en met zijn mate wegrennen. Ze laten ze gaan. Hun waren nooit het plan geweest. Ik hoop dat ze de anderen weten te bereiken.

Ik kijk Harper aan en mijn handboeien worden losgemaakt. Ik kijk haar met een zeker blik aan. "Ren." Zeg ik zacht tegen haar. Ze reageert niet. "Nee, ik laat je niet achter." Haar stem komt eruit als een fluistering. "Harper, ik wil dat je rent." Ik kijk haar dwingend aan, en ze doet precies wat ik van haar vraag. Ze rent weg.

Snel draai ik me om en laat een paar wachters hun wapens richten op mijn vader en de rest. Mijn vader kijkt me woedend aan en ik voel iets knappen in mijn arm. Ik voel het gif zich direct door mijn lichaam verspreiden. Ik grijp meteen naar mijn keel omdat ik meteen moeilijker kan ademen. Ik loop een paar stappen vooruit, en val neer. Bloed loopt uit mijn neus en oren.

Ik probeer naar voren te kruipen. Wazig zie ik een persoon op me af komen rennen, en me vastpakken. Hij wil me optillen maar ik houd hem tegen. Mijn adem stokt en mijn stem komt er piepend uit.

"David ik-." "Sssh." Hij pakt mijn hand vast. "Je gaat het redden." Hij zegt het meer tegen zichzelf dan tegen mij. Ik kijk hem aan met tranen in mijn ogen. Met moeite pak ik zijn hand vast.

Ik kijk hem aan en ik hoop dat mijn ogen genoeg zeggen. Zijn lip trilt. Ik pak zijn gezicht vast met mijn hand. Hij kijkt me verliefd aan. Ik voel dat het leven uit me gezogen word, ik moet snel zijn.

"Ik hou van je." Op dat moment stokt mijn adem, en voel ik mijn hand op de grond vallen. En op dat moment word ik meegenomen weg van deze wereld.

Dit was het dan.. oké nog niet het einde. Nog niet helemaal althans. Er komt morgen weer een hoofdstuk aan, ook al weet ik nog niet precies wat ik ga doen. Ik kan twee wegen inslaan natuurlijk. Maar dat zullen jullie vanzelf zien! Als jullie het leuk vonden laat dan zeker wat achter! Tot het volgende hoofdstuk!

Groetjes mij!

The lights in her eyes ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu