032

383 34 9
                                    

Jake's p.o.v.

In de veertig minuten dat ik aan het lopen ben is het hard gaan regenen. Op mijn gemak loop ik door. Wat maakt het uit als ik ziek wordt? Eindelijk kom ik aan bij het huis waar ik aan wilde komen. Mathias zei een paar dagen geleden dat ik altijd achterom moest komen dus dat is wat ik doe. Ik kijk door de grote glazen achter-schuifdeuren of er iemand in de kamer zit maar er is niemand te bekennen. Waarschijnlijk zit Mathias op zijn kamer. Ik pak de sleutel uit de muur. De moeder van Matt heeft één van de bakstenen los gemaakt, er de sleutel achter gelegd en dan de steen er weer in. Geniaal!

Ik open de deur en loop naar binnen. Nadat ik de deur weer heb gesloten loop ik richting de gang waar de trap is. Ik loop naar boven. Als ik voor de deur sta, pak ik de deurklink vast en open dan de deur. Meteen sla ik mijn handen voor mijn ogen als ik Mathias en Nick zoenend op het bed aantref. "Ik had beter kunnen kloppen." Zeg ik en ze stoppen meteen. Ik haal mijn handen weer van mijn gezicht en met rode hoofden kijken de twee jongens me aan.

"Jake.. wat doe je hier?" Vraagt Mathias, een lichte irritatie is te horen in zijn stem. "Ik uhm.." Ik kijk even naar Nick die me ook vragend aankijkt. "Ik heb het hem verteld aangezien hij dacht dat ik nog verlieft was op Ace." Zegt Mathias. "Hoe had ik ooit moeten denken dat jíj verlieft op hem was." Zegt Nick. Ik kijk een beetje beschaamd naar de grond. "Je weet alles?" Vraag ik aan Nick. "Ik denk het wel." Zegt hij en als ik weer op kijk zie ik hem vragend naar Mathias kijken die knikt.

"Dus, wat doe je hier?" Vraagt Mathias en gaat wat rechter op zitten. "Ik heb het weer eens verpest." Mathias klopt op het bed als teken dat ik erbij moet gaan zitten. Dat is dan ook wat ik doe. Ik plof voor de jongens neer en begin een beetje ongemakkelijk te friemelen aan de touwtjes van mijn trui. "Met Ace?" Vraagt Nick die het allemaal zo te horen nog steeds niet helemaal snapt. "Hoe zit dat toch? Hoe kan je hem nou leuk vinden?" "Nick." Waarschuwt Mathias hem. "Sorry." Zegt hij. "Ik snap het wel, hij is verschrikkelijk." Mompel ik zacht. Ik kijk op en ik heb de hoofden van Mathias en Nick nog nooit zo vragend gezien. "Je vindt hem toch leuk?" Vragen ze allebei precies tegelijk. "Jullie zullen het toch niet begrijpen." Zeg ik. Niemand zal me ooit begrijpen. En niemand zal me willen begrijpen. "Ik moet gaan." Zeg ik. Achter me hoor ik Nick of Mathias nog iets zeggen maar ik hoor niet wat.

Nog geen vijf minuten later sta ik weer op straat. Zonder enkele plek waar ik heen kan. Ik moet proberen mijn tranen in te houden. Nick en Mathias zijn gelukkig samen, en dan kom ik binnen om alles te verpesten. Alex zou een geweldig leven hebben, en dan kom ik binnen waardoor zijn moeder hem nog strenger behandeld. Mijn ouders zouden een geweldig leven hebben, als ik er nooit was geweest. En Ace.. Hij zou een veel beter leven hebben, met vrienden en een geweldige vriendin. Maar toen kwam ik in zijn leven en ik verpestte alles. Ik zou het hem niet kwalijk nemen als hij iedere seconde van elke dag wenste dat hij nooit naar die vuurpot zou zijn gelopen. Die keer dat ik van de brug wou springen... Toen had het gebeurt moeten zijn. Dan was iedereen gelukkig.

Met de achterkant van mijn handen veeg ik de tranen die over mijn wangen rollen weg en daarna stop ik ze in mijn zakken. Als ik snel ben, ben ik over een paar minuten thuis en dan is als het goed is iedereen nog weg. Dat besluit ik te doen. Ik loop naar huis en daar haal ik wat ik nodig heb.

Tien minuten later kom ik thuis. Geen van beide auto's staat op de oprit dus ze zijn weg. Mijn moeder is stewardess dus die zit waarschijnlijk ergens in Spanje en komt voorlopig niet thuis en mijn vader werkt voor de politie dus ik hij waarschijnlijk op het politiebureau. Ik loop het huis in, de trap op en door naar mijn ouders kamer. Aan de kant van het bed waar mijn moeder slaapt staat een houten nachtkastje. Ik zak neer voor het kastje en open de bovenste lade waar in allerlei kleine potjes staan. Ik kijk er een beetje doorheen en lees ondertussen elk labeltje. Uiteindelijk pak ik er één tussenuit en laat het in mijn rugzak glijden. Een diepe zucht verlaat mijn mond als ik de tas dicht rits en op sta. Ik gooi hem op mijn rug en loop het huis uit.

!Warning! ( heftige zelfbeschadiging )

Ik ben op mijn vaders fiets gestapt en naar Ace's huis gefietst. Hij heeft voetbaltraining dus van hem zal ik geen last hebben. Ik gooi de fiets op de oprit en loop het huis in. Ik doe geen moeite om de deur goed dicht te doen en ik loop gelijk de trap op, de logeerkamer in. Mijn kont plaats ik op het bed en ik zet de tas op mijn schoot. Langzaam open ik hem en haal het potje en mijn waterfles eruit. Tranen beginnen te ontstaan in mijn ogen terwijl ik de rugzak van mijn schoot gooi. Mijn adem gaat snel en regelmatig. Is het angst? Ik slik het weg en open het potje. Ik draai het witte deksel eraf en houdt hem dan ondersteboven waardoor alle kleine pilletjes op mijn bed vallen. 

Plotseling sta ik snel op en loop naar het bureau in de kamer. Ik pak pen en papier en begin met schijven. Niet een heel verhaal, maar een zin. Ik laat het daar liggen en loop met trillende handen terug naar het bed. Waar ik een pilletje oppak, het op mijn tong leg en het doorslik met een slok water. Steeds meer slik in mijn lichaam binnen. Het begint met om de beurt één en al snel zijn het vijf pilletjes die ik tegelijk doorslik. Wanneer er geen enkele pil meer op mijn bed ligt zet ik mijn fles aan de kant en ga trillent op mijn bed liggen. Ik sluit mijn ogen en denk aan Ace.

it's just a Night ✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu