Verraad

Hoofdstuk 3

'Hou van je.' Evert ziet het berichtje van Fenna als hij tegen half tien besluit dat hij te moe is om nog veel langer op de bank te blijven hangen. En glimlach verschijnt op zijn gezicht. Hoe hard ze tegenover de buitenwereld ook mag lijken, tijdens hun relatie heeft hij ook deze hele lieve kant van haar steeds meer ontdekt. 'Ik ook van jou. Veel.' Typt hij terug, waarna hij toch echt zijn bed opzoekt. Hij heeft slaap nodig. Hij is zo moe dat hij, als hij even later in bed ligt, er niet eens bij stilstaat dat Fenna niet naast hem ligt, maar dat hij direct in slaap valt.

Voor Everts gevoel is de nacht pas net begonnen als hij zijn wekker hoort gaan. Hij kreunt hartgrondig en overweegt om in bed te blijven liggen. Hoe boos zou Dries worden als hij een uurtje later is? Of een paar uurtjes? Het idee is verleidelijk, maar toch slaat Evert de dekens van zich af. Fenna had hem misschien kunnen overhalen om nog langer te blijven liggen, maar uit zichzelf zou hij zoiets niet doen. Hij opent de gordijnen waardoor licht de slaapkamer instroomt en dan loopt hij richting de badkamer om onder de douche te stappen.

Terwijl het koffiezetapparaat loopt en Evert een boterham naar binnen schuift, kijkt hij naar zijn telefoon. Niks van Fenna, concludeert hij ietwat teleurgesteld. Maar misschien had hij daar ook niet op moeten hopen, ze heeft vast genoeg bij te praten met Christine en daarnaast was ze zo uitgeput dat Evert het ook voor zich ziet dat ze ineens in slaap is gevallen op de bank. Hij zal haar zo op het bureau wel zien, als ze in elk geval niet is vergeten om een wekker te zetten. Daar heeft hij bij zijn vriendin zo zijn twijfels over, zeker aangezien laat komen haar meestal niet zo deert.

"Waar is Fenna?" Dries kijkt met opgetrokken wenkbrauwen naar Evert, als hij zonder zijn partner het bureau binnenloopt. Bram kijkt niet op, maar Evert kent hem lang genoeg om te weten dat hij aandachtig luistert. "Ze kwam gisteren iemand tegen die ze nog van de politieacademie kende, dus ze zijn naar haar huis gegaan. Ze zal zo wel komen." Antwoordt hij terwijl hij zijn jas over zijn stoel hangt. Nu kijkt Bram wel op. "Iemand?" Vraagt hij met opgetrokken wenkbrauwen. Evert snapt waar hij op doelt, "een vrouw, Bram... Geen zorgen." Grinnikt hij. Bram knikt, maar begint gelijk weer te grijnzen. "Oude vriendinnen die een avondje gezellig bijkletsen. Wedje leggen dat ze halverwege de ochtend met een enorme kater hier aankomt?" Vraagt hij dan lachend.

Maar Fenna komt niet halverwege de ochtend. En ook niet aan het begin van de middag. Evert en Bram laten het maar, ze kennen de blondine lang genoeg om te weten dat ze vanzelf wel opduikt en desnoods vanavond langer doorwerkt om toch goed werk af te leveren. Tegen twee uur komt Dries de kantoortuin binnen en hij kan de afwezigheid van Fenna een stuk minder waarderen. "Waar is ze in hemelsnaam?" Vraagt hij aan Evert, die zijn schouders ophaalt. "Ik bel haar wel," biedt hij aan. Gelijk pakt hij zijn telefoon op en belt hij naar Fenna. Maar helaas. Het enige wat hij te horen krijgt is de voicemail van zijn vriendin. Hij hangt op en kijkt Dries aan. "Ze neemt niet op." Zegt hij. Dries zucht, maar achter zijn rug moet Bram zijn best doen om niet in lachen uit te barsten. Pas als hun chef terug in zijn kantoor is grijnst hij breed. "Die heeft veel te veel gedronken gisteren, mark my words," lacht hij dan. Evert lacht ook, al voelt hij lichte bezorgdheid opkomen.

Tegen vijf uur worden de problemen voor Fenna alleen maar groter. "Goedemiddag," een vrouw in een keurig zwart mantelpakje loopt de kantoortuin binnen, "ik ben op zoek naar Fenna Kremer." Ze stelde geen vraag, maar kijkt toch afwachtend naar Evert, die opstaat. "Ik weet niet waar ze is, ik zal het even bij mijn chef checken." Op die manier hoopt hij wat tijd te winnen. Hij knikt de vrouw toe en loopt dan naar het kantoor van Dries. Nadat hij heeft geklopt loopt hij naar binnen. "Interne zaken is hier voor Fenna, ik denk over dat schietincident van gistermiddag. Maar ze is er nog steeds niet... Ik maak me zorgen." De woorden komen snel uit zijn mond. Dries knikt, en loopt dan naar het lab, op de voet gevolgd door Evert. "Liselotte, kan je Fenna's telefoon uitpeilen?" Zonder iets te zeggen doet ze wat haar gevraagd is. "Thuis." Concludeert ze na enkele minuten. Dries zucht, "Evert, ga haar maar ophalen. Liselotte, jij gaat mee," hij ziet haar vragende blik, "Bram is bij een inbraak." Legt hij kort uit.