Hoofdstuk 10

206 12 2
                                    

Heyhoi! Kleinnnn foutje gemaakt gisteren; het hoofdstuk dat ik toen heb gepost is het hoofdstuk hierna; ik was deze even vergeten. Dus die weer verwijderd, deze nu online enn ik hoop dat het zo weer een beetje te volgen is ;)

x Laura

------------------------------

Evert slaapt die nacht slecht. Het intense verdriet en schuldgevoel van zijn vriendin zijn hard bij hem binnengekomen. Hij kan er niet tegen als zij zich zo voelt. Toen ze uiteindelijk uitgeput in bed was gaan liggen had hij aan haar gezien dat de pijn steeds heviger begon te worden. Hij had een paar paracetamolletjes voor haar gepakt en was toen naast haar gaan liggen, met zijn arm voorzichtig om haar middel. Haar ogen waren opnieuw vochtig geworden en hij had aan haar gezien dat er nog meer in haar hoofd omging dan ze al verteld had.

Uiteindelijk had Fenna nog verteld over wat er de vorige nacht gebeurd was. Het moest eruit, haar hoofd was te vol. Zonder hem aan te kijken had ze gesproken over het ritje naar huis, de plannen voor het eten en het zwarte gat wat voor haar volgde. Het besef dat ze gedrogeerd was geweest, de ontsnappingspoging waarbij Christine haar zo hard had geslagen dat haar vingers braken. En toen was ze opnieuw vastgebonden aan de stoel, tot de deurbel ging en Christine een afleiding nodig had om te ontsnappen.

Na het lange verhaal was Fenna vrij snel in slaap gevallen; uitgeput door emoties, pijn en de – grotendeels – slapeloze nacht die ze achter de rug heeft. Evert was naast haar blijven liggen. In het donker van de slaapkamer kan hij net haar contouren onderscheiden en hij kijkt naar haar borst die rustig op en neer gaat op het ritme van haar ademhaling. Zelf komt hij niet in slaap. Alles wat ze hem verteld heeft zit nog in zijn hoofd. Zijn brein probeert naar oplossingen te zoeken. Ten eerste wil hij sowieso Christine vinden, want wat zij heeft gedaan is onacceptabel. Daarnaast probeert hij te bedenken hoe hij iets aan Fenna's schuldgevoel kan doen, want zijn vriendin met schuldgevoel gaat niet goed, dat is iets wat hij inmiddels wel weet.

Blijkbaar is Evert op een bepaald moment toch in slaap gevallen. Hij wordt warm en slaperig wakker en knippert een paar keer met zijn ogen. De cijfers van de digitale klok naast het bed geven aan dat het iets over vijf is. Hij sluit zijn ogen weer; nog genoeg tijd om te slapen. Hij ziet het beeld van de klok nog even voor zich en schiet dan overeind in bed. Fenna had naast hem moeten liggen, maar ligt daar nu niet. Hij opent zijn ogen weer, doet het licht aan, kijkt om zich heen en vloekt dan hartgrondig. Op het nachtkastje naast het bed ligt een briefje en hij herkent Fenna's handschrift. 'Kon niet meer slapen. Ben naar het bureau. x Fenna'

Twintig minuten en heel wat gevloek later komt Evert ook aan op het bureau. Het ziet er donker en verlaten uit, maar in de kantoortuin ziet hij het licht van één lampje. Zachtjes loopt hij die kant op, als hij om de receptie heen is gelopen blijft hij even staan. Fenna zit aan haar bureau, laptop opengeklapt, volgekrabbelde velletjes papier eromheen. Ze houdt haar rechterhand tegen de linkerkant van haar ribbenkast aangedrukt. Haar gezicht is bleek, ze heeft donkere kringen onder haar ogen en haar haren pluizen een beetje.

"Fenna?" De blondine schrikt als ze haar stem hoort. Ze kijkt op en ziet haar partner staan. Schuldbewust wendt ze haar blik af. "Wat doe je hier?" Vraagt hij zacht. Zijn stem is niet boos, maar ze heeft allang gezien dat hij zijn schouders breed heeft gemaakt, zijn armen over elkaar heen heeft gevouwen en dat hij een frons op zijn voorhoofd heeft. Ze haalt haar schouders op, waarna ze een pijnlijke grimas niet kan onderdrukken. Haar ribben doen ontzettend veel pijn.

"Fen..." Everts stem klinkt nu zachter. Hij loopt naar haar toe en leunt tegen de rand van haar bureau. "Je hebt echt heel veel meegemaakt... Je hebt slaap en rust nodig." Ze schudt haar hoofd, "kon niet meer slapen. Last van m'n ribben... Vol hoofd." Geeft ze zachtjes toe. Hij sluit zijn ogen, haalt diep adem en kijkt dan op. Hij kan haar toch niet overhalen om nu naar huis te gaan, daar is ze te koppig voor. Dan kan hij beter proberen haar te helpen. Even lijkt ze te aarzelen, maar als hij zijn hand op haar schouder legt opent ze haar mond. "Ik moet Christine vinden," zegt ze zacht, "ze is niet slecht... Ik moet gewoon met haar praten."

VerraadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu