Hoofdstuk 7

245 11 3
                                    

'Al iets gehoord?' Evert kijkt naar het berichtje en zucht diep. Hij zit al bijna twee uur in de wachtkamer, maar nieuws over Fenna's toestand heeft hij nog niet. 'Nog niks. Jullie al iets gevonden?' Stuurt hij terug. Het berichtje is voor Bram bestemd, die toen hij met de ambulance mee was gegaan door Liselotte in was gelicht. Het duo is in Fenna's huis op zoek gegaan naar sporen, want dat iemand Fenna uit het raam heeft geduwd weten ze wel zeker, ondanks dat de blondine zelf nog niks heeft kunnen vertellen. Eerlijk gezegd boeit het onderzoek Evert niet zo, zijn gedachten gaan alleen maar naar Fenna. Ze was door de ambulancebroeders vakkundig op een stabilisatieplank gerold, nadat ze haar een nekkraag om hadden gedaan. Zijn vriendin had er heel kwetsbaar uitgezien.

Evert wrijft over zijn voorhoofd. Het wordt steeds later; de wijzers van de klok hebben acht uur net gepasseerd. Hij heeft sinds de lunch niets gegeten, maar hij heeft geen honger. Hij wil alleen maar weten hoe het met Fenna is, haar even zien en vasthouden. Als het bijna half negen is, komt er een verpleegster de wachtkamer binnenlopen. "Meneer Numan? U kan met mij mee lopen." Zegt ze. Evert staat op en volgt haar, terwijl zij door de gangen loopt. "Hoe is het met Fenna, is ze oké?" Vraagt hij angstig. De – jong uitziende – verpleegster glimlacht naar hem. "Ze is in orde, ik breng u nu naar haar toe." Stelt ze hem gerust.

Als Evert de deur opent en de kamer binnenstapt, valt zijn mond open. "Fenna!" Roept hij verbaasd uit. Zijn vriendin, die net nog strak vastgebonden en volledig gestabiliseerd op een brancard lag, staat nu recht overeind. Ze probeert de knoopjes van het bloesje wat ze aanheeft vast te maken, maar dat gaat moeilijk omdat de wijs- en middelvinger van haar rechterhand aan elkaar getapet zijn. Ze kijkt op naar Evert, een glimlach op haar gezicht, "hé lieverd." Begroet ze hem. "Fen..." Hij kan zijn ogen niet geloven, "moet jij niet in een bed liggen? Rustig aan doen?" Ondanks alle verwarring loopt hij naar haar toe en legt hij een hand tegen zijn gezicht. Hij wil haar omhelzen en heel stevig vasthouden, maar hij weet niet of dat kan. "Ben je echt oké?" Vraagt hij zacht.

Fenna slaat haar armen om Everts nek. "Rug en nek zijn helemaal intact," fluistert ze in zijn oor, "alleen een paar ribben gebroken... En die vingers dus." Evert beantwoordde haar omhelzing, maar laat haar nu direct los. "Gebroken ribben? Jezus, Fen, doe dan rustig... Heb je niet vreselijk veel pijn?" Ze schudt haar hoofd en glimlacht weer naar hem, "ze hebben me behoorlijk wat morfine gegeven," grijnst ze. Evert lacht, "je bent dus hartstikke high." Concludeert hij. Ze glimlacht ontspannen en haalt haar schouders op. Dan richt ze haar blik weer naar beneden, naar de knoopjes dit nog steeds niet dicht zitten, "ik wil naar huis." Evert laat haar even prutsen, maar legt zijn handen dan over de hare. "Laat mij maar." Hij kijkt haar even aan en kust haar snel voor hij de knoopjes vastmaakt.

Even later loopt het blonde duo door de gangen van het ziekenhuis richting de uitgang. Voor ze naar buiten lopen, pakt Evert Fenna's pols vast. Hij kan nog steeds maar moeilijk geloven dat ze echt oké is na die val. Hij legt zijn hand tegen haar gezicht en kijkt diep in haar ogen. Er verschijnt een zwak glimlachje op zijn gezicht als zij met haar hoofd tegen zijn hand aanleunt. Dan slaat hij zijn armen om haar heen en houdt hij haar voorzichtig vast. Ze leunt tegen zijn borst aan en hij voelt haar even ontspannen in zijn armen. "Ik ben zo blij dat je oké bent..." Mompelt hij.

Evert en Fenna staan minutenlang tegen elkaar aan, totdat ze opschrikken door een bekende stem. "Klaar om naar huis te gaan, tortelduifjes?" Bram glimlacht, en die glimlach wordt nog breder als Fenna zich omdraait en naar hem lacht. Hij was zich doodgeschrokken toen Liselotte had verteld wat er was gebeurd. En hoewel ze weten wat Fenna allemaal al overleefd heeft, waren ze toch bang dat het dit keer wél echt mis zou zijn. Hij omhelst haar heel snel. "Nu maar naar huis dan, gek?" Vraagt hij. Fenna knikt enthousiast en ook Evert knikt, terwijl hij met een glimlachje op zijn gezicht naar zijn – door de morfine verrassend vrolijke – vriendin kijkt. Zij lijkt de zorgen die de mannen nog steeds in hun ogen hebben niet door te hebben. En zij laten het even zo, wetende dat het allemaal nog wel moeilijk genoeg gaat worden de komende uren.

—————————————

Dan valt het gelukkig toch allemaal mee! 😊

VerraadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu