"Awh Remon kom op."
"Nee."
"Iedereen komt."
"Dus?"
"Cis laat maar we hebben een werkend back-up plan", zegt Cato en geeft Ciska's elleboog een tikje met de hare.
"Oja. Het back-up plan werkt altijd", zegt Ciska met een grijns als ze een stoel verschuift en erop gaat zitten. Ik volg samen met Cato.
"Ik snap niet dat wij het nog proberen als het back-up plan altijd werkt", zegt Cato en pakt haar plastic zakje gevuld met brood en beleg uit haar tas.
"Goed punt", zegt Ciska en pakt ook haar eten uit haar tas. Ik pak mijn geld en ga naar de kantine om een broodje tomaat-mozzarella te kopen en ga terug aan de tafel zitten.
"Hey Cato heb je brood voor mij ik ben het mijne thuis vergeten", zegt Rens en ploft naast zijn tweelingzus Caro op een stoel.
"Dan heb je pech. Dit is mijn middageten. Vraag zo aan Marnick of je iets kan hebben of zo. Hij heeft altijd extra koekjes in zijn tas om een of andere reden", zegt Cato en neemt een hap van haar brood en praat met Ciska over een bioscoopfilm die binnenkort uitkomt.
Rens' ogen vallen op mij. "Hey Remon he-".
"Nee".
"Oke, oke", zegt Rens en hij kijkt richting de ingang van de kantine. "Waar blijft die f*cker nou?", zegt hij en laat zijn hoofd op de tafel vallen.
"Vast bij Leon", zeg ik als mijn mond leeg is van het eten.
"Zou kunnen, Leon is zo traag als wat", zegt Rens als hij opkijkt.
"Ja hoor maar echt", zegt Cato opeens als ze zich omdraait. "Eergisteren ging ik met Leon naar de Dirk om eten uit te zoeken voor dit weekend en hij deed er echt uren over om op te komen dagen. Hij was letterlijk driekwartier te laat dan de afgesproken tijd".
"Dat klinkt precies zoals Leon", zeg ik.
"Ik ben weer beroemd als gespreksonderwerp voor in de pauze", hoor ik de altijd aanwezige stem van Leon naast mij. Hij schuift de stoel naast mij naar achteren en gaat erop zitten.
"Marnickkk", klaagt Rens. "Ik ben ondervoed geef me koekjes".
"Koop je eigen koekjes, b*tch", zegt Marnick en gaat zoals altijd naast Rens zitten. Cato zit standaard naast Ciska en Leon zit standaard naast mij. Zo was het eigenlijk vanaf het begin al zo en zo is het altijd al gebleven.
De reden daarvan is dat Caro en Ciska al best friends waren voordat ik ze kende en dat was hetzelfde met Leon en ik. Onze ouders kende elkaar en vanaf onze eerste dagen in het leven kende we elkaar al. Niet dat we dat ons bewust waren op dat moment, maar sinds het begin waren we eigenlijk ook beste vrienden en dat zijn we altijd zo gebleven.
Hetzelfde geldt niet voor Rens en Marnick. Leon en ik kwamen naar deze school omdat het goed aangeschreven stond en het staat best dichtbij onze huizen. Toen kwamen we samen in een welkoms project terecht met Ciska en Cato en het klikte eigenlijk meteen. Even later zagen we Rens, die ook bij ons destijds in de klas zat, alleen zitten aan de tafel en toen gingen we bij hem zitten. Cato en Rens hadden toen geen goede broer/zus relatie dus had ze ons nooit vertelt over haar tweelingbroer. Uiteindelijk kwam de ruzie nog goed en tegenwoordig kunnen ze samen door een deur.
Marnick kwam pas na een paar maanden in onze klas. Hij zat op vwo en het bleek iets te heftig te zijn voor hem dus zakte hij naar Havo en toen kwam hij bij ons in de klas en toen vingen wij hem op en nog steeds zijn we vrienden.
"REMON!"
Ik schrik op uit mijn gedachte en kijk naar rechts waar het geluid vandaan kwam en zie Leons hoofd.
"Wat?"
"Je komt toch wel naar Cato haar feest?", vraagt hij verbaasd. Ik kijk naar Cato en Ciska met een sacherijnige blik.
"Serieus? Dit is je back-up plan?", vraag ik vol ongeloof.
"Ja. Leon is altijd ons back-up plan", zegt Ciska met een glimlach en Cato grijnst als de demoon zij is.
Caro is echt het ergst van allemaal. Oké schrap dat, dat is Leon, maar Cato is ook erg. Cato is het persoon dat erge grappen uithaalt en als ze geen grap met jou uithaalt dan kun je erom lachen, anders niet. Ze is vooral ook heel erg sneeky en komt met alles weg. Ze kan zich ook heel goed voor de domme houden. Maar blijkbaar is ze ook aardig.
"Geweldig", zeg ik en het sarcasme druipt ervan af.
"Weet ik toch", zegt Cato stil grijnzend.
"Remie, Remie, Remieee je moet ook komen", zegt Leon en trekt aan mijn shirt om mijn aandacht te trekken.
"Ik heet Remon geen Remie, voor de duizendste keer, Jezus", zeg ik.
"En ik heet Leon geen Jezus. Maar toch bedankt voor het compliment", zegt Leon met een glimlach zo breed als zijn hoofd. "En jij mag kiezen. Het is Remie of Remonnetje".
"Geen van beide, Leonnetje", zeg ik en Leons grijns komt tevoorschijn. Als ik eerlijk ben is dat één van de dingen die ik waardeer aan hem. Zijn grijns is gemeen en liefdevol tegelijkertijd. Ondertussen worden wij uitgelachen door de meiden, Rens en Marnick.
"Jullie kunnen wel lachen, maar wij hebben ook slechte bijnamen voor jullie", zeg ik waarschuwend.
"Ja? Zoals wat dan", zegt Marnick met een lach.
"Marnick-prick", zegt Leon al voordat ik het kan zeggen.
"Oke, die is goed maar niks overtreft Remonnetje en Leonnetje", zegt Marnick proestend.
"Vast", zeg ik en neem de laatste hap van mijn broodje. "Ik ga naar mijn kluisje", zeg ik en stap weg van de tafel.
ЖЖЖ
JE LEEST
Mister Unknown
Любовные романыRemon is een ietwat verlegen zestienjarige jongen op de middelbare school. Hij heeft een vriendenkring van zes vrienden waaronder zijn beste vriend Leon. Alles gaat normaal zijn gangetje tot op een gegeven moment hij een brief in zijn kluisje vindt...