"OH MY GOD, REMON", gilt Caro mijn oren eraf als ik bij haar en Ciska ga zitten.
"Wat is er?", vraag ik half wakker. Gisteren is het best laat geworden met Wouter en met Leon. Wouter ging pas om 10 uur naar huis en Leon kreeg ik pas driekwartier later uit mijn huis.
"We hebben dus weer onze rondes gedaan", zegt Cato enthousiast.
"En we hebben weer meer informatie", zegt Ciska en wiebelt haar ene wenkbrauw. Hoe kunnen mensen met één wenkbrauw wiebelen. Als ik mijn ene wenkbrauw wiebelt, wiebelt de andere automatisch mee.
"Over wat?"
"Over je lover, duh", zegt Cato.
"Wacht wat wanneer hoe?"
"Jezus Remon, gebruik die hersenen van je", zegt Caro. "We zijn weer gaan rondvragen met onze tactiek. Eigenlijk sinds dat we weten dat het een jongen is. We hebben er al best veel gehad en tips en hinten."
"Zo weten we al dat we nog maar de helft van de guys hoeven te vragen", zegt Ciska blij. Volgens mij zijn Caro en Ciska nieuwsgieriger dan ik ben. Of het dringt nog niet echt tot mij door. Ik moet echt vroeger gaan slapen anders ga ik het niet halen dit jaar.
Verder gebeurd er deze dag niet zo veel. Eigenlijke gewoon het gebruikelijke, maar dan met Wouter erbij en Leon was soms een erge chagrijn. Zo gaat het een paar dagen en zo zijn 2 welen voorbij. Ik kreeg elke dag een brief. Elke dag werden ze steeds emotioneler. Elke dag kreeg ik er meer gevoelens bij. Ik kom het niet tegenhouden, ik kan het nog steeds niet tegenhouden.
Maar als de brieven op een gegeven moment stoppen, stoppen mijn gevoelens toch ook? Of misschien stoppen mijn gevoelens als ik erachter kom wie hierachter zit.
Dat hoop ik in ieder geval, want tot nu toe werkt het niet.
Wat ook niet werkt was mijn tactiek om ervoor te zorgen dar het zo lang mogelijk duurde totdat ik wist wie de schrijver was. Ik dacht; wat nou als ik er niet meer aan denk, misschien gaan de gevoelens dan weg? Misschien als ik het project vertraag, misschien gaan mijn gevoelens dan weg. Tot op de dag zijn mijn gevoelens niet weg. In tegendeel, ze zijn juist heftiger dan eerst.
Leon is chagrijniger dan ooit tevoren.
Rens is bezorgder over Marnick dan ooit tevoren.
Marnick heeft meer blauwe plekken dan ooit tevoren.
Ciska en Cato zijn nog nooit zo nieuwsgierig dan ooit tevoren.
Ik ben nog nooit zo bang geweest dan ooit tevoren.
Mijn slechte cijfers dan nog nooit zo erg dan ooit tevoren. Isette probeert te helpen alleen ik heb geen behoefte aan sociaal contact. Als ik thuiskom is dat mijn moment van stilte en tijd om na te denken. Mijn vader is vaak op werk en merkt niks. Hij heeft niks opgemerkt, wat mij laat denken of hij eigenlijk wel om mij geeft. Overduidelijk zit ik de laatste tijd niet goed in mijn vel.
Tussen Rens en Marnick gaat het ook niet goed. Rens is te bezorgd over Marnick, met goede reden, waardoor Marnick geïrriteerd raakt door Rens en boos op hem wordt. Hij schermt zich af en zit soms niet meer bij ons in de pauzes. Ik had een keer in de pauze behoefte aan frisse lucht. Marnick zat destijds niet bij ons. Ik liep langs de verlaten buiten gang naar het gymlokaal. Die gang wordt tegenwoordig niet meer gebruikt sinds dat je ook via binnen naar de gymzaal kan.
Ik zag hem daar tegenover Druggy stoneds staan. Eigenlijk heet hij Drake Jones, maar niemand noemt hem zo.
Marnick stond daar tegen de muur een peukie te roken. Hij was een tegenstander tegen roken. Hij vond het afgrijselijk. Toen deed hij het. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik wilde Rens niet nog bezorgder maken dan dat hij was dus ik hield het voor mij.Leon heeft last van mood switches, waarschijnlijk door zijn slaaptekort. Ik weet dat er hem iets dwarszit. Ik weet het. Maar Leon vertelt mij niet wat. Ik begrijp niet waarom. Vertrouwt hij mij niet? Leon is wel constant bij mij, wat niet nieuws is, maar hij neemt wel meer afstand voorheen.
Ciska en Cato zijn gewoon hun vrolijke, absurde zelf. Ze zijn bezig met hun zoektocht over wie mijn 'aanbidder' is en zelfs Wouter heeft zelfs gejoint. Nu zoeken ze met zijn drieën. Het gaat snel. Ze zijn er al bijna achter. Als ze er al niet achter zijn wie het is.
Nu zitten we weer eens met zijn allen aan de tafel. De laatste keer dat dat gebeurde wat 4 dagen geleden. Ik probeer mijn krentenbol door mijn strot te duwen. Leon is dit keer in een vrolijke bui en praat over de nieuwste hit van Coldplay.
Rens drinkt van zijn melkpakje. Rens is niet de grootste. Zijn moeder gelooft dat als Rens elke dag melk drinkt hij vanzelf groter wordt.
Marnick zit iets te typen op zijn telefoon terwijl hij op kauwgom kauwt.
Wouter luistert aandachtig naar het verhaal van Leon niet wetend dat Leon Wouter eigenlijk nog steeds niet mag. Leon heeft het nooit gezegd, maar ik merk dat gewoon aan hem. Hij zegt eigenlijk niet veel en als hij wel tegen hem praat is dat meestal om hem te verbeteren. Of het gespreksonderwerp gaat over mij. Ik snap niet dat ik ooit het gespreksonderwerp kán zijn, maar het is dus gebeurd.
"Jongens", hoor ik. Ik schud de gedachtes uit mijn hoofd en kijk naar Ciska die neerploft op een stoel. Cato gaat naar Wouter zitten en fluistert wat in zijn oor. Wouter lijkt even na te denken voordat hij knikt. Cato kijkt hem aan en draait zicht om naar Ciska en knikt dan.
Rens kijkt nieuwsgierig naar de meiden net zoals Marnick die nu wegkijkt van zijn telefoon. Zelfs Leon heeft zijn verhaal over Coldplays 'Orphan' gestaakt.
"We hebben nieuws", zegt Cato.
"Over?"
"Oh my god Remon. Keep up. Je hebt letterlijk niks gedaan over het vinden van wie er achter de brieven zit."
"Jij wilde het per se doen, omdat je dat leuk vond."
"Touché."
"In ieder geval", begint Ciska nu. "We weten het dus."
Ze weten wie het is? Ze weten het. Oke Remon. Je gaat erachter komen wie het is. Je knapt volledig af op dat persoon. Je verliest je gevoelens. Je praat gewoon niet meer tegen dat persoon en je focust je weer gewoon op school.
"Wie is het?"
"Het is..", zegt Ciska en kijkt naar Cato terwijl ze nerveus op haar lip bijt.
"Niemand."
ЖЖЖ
JE LEEST
Mister Unknown
Lãng mạnRemon is een ietwat verlegen zestienjarige jongen op de middelbare school. Hij heeft een vriendenkring van zes vrienden waaronder zijn beste vriend Leon. Alles gaat normaal zijn gangetje tot op een gegeven moment hij een brief in zijn kluisje vindt...