Hoofdstuk 18, deel 2

281 39 12
                                    

Iemand moest mij dringend eens gaan uitleggen waarom ik dit ook opnieuw aan het doen was.

Het was dus zaterdagavond - voor alle duidelijkheid. En ik, Gabriella Houert, ging naar mijn eerste feestje. Ik had voor deze gelegenheid vast al heel mijn middag gespendeerd aan het voorbereiden op dit feestje. Want ik wist maar niet wat ik zou aantrekken, hoe ik mijn haar zou doen en laat staan dat ik wist hoe ik mij zou gaan gedragen op dat feestje.

De uurwerk in mijn kamer gaf aan dat het al kwart na acht was. Binnen nog maar een klein kwartiertje stond Kyle hier voor mijn deur. Ik moest dus dringend mijn mening vormen over al mijn problemen of straks stond ik hier nog - steeds half klaar - voor mijn spiegel te staren naar mijn eigen spiegelbeeld.

Ergens haatte ik het om zo lang in een spiegel te staan staren. En dat kwam vooral door mijn tweelingbroers dood. Het was vreemd om telkens naar je zelf in de spiegel te kijken en te verwachtten dat hij elk moment zijn pruik af zou zetten en zeggen: ‘Ha, Gabriella. Wat hebben we mam weer goed beet genomen, niet?’.

Dat hadden we zo vaak gedaan. Elkaars identiteit overgenomen om dan onze ouders beet te nemen. Dat hadden we zelf gedaan een paar uur voor Gabes dood. En alleen daarom al hield ik niet van mijn eigen spiegelbeeld. Het bracht zoveel sneue gedachten met zich mee.

Zouden we nu nog op elkaar lijken? Of zou de puberteit een definitief verschil tussen ons uiterlijk hebben gebracht?

Ik weet het niet. En ik zal hetook nooit te weten komen. In mijn gedachten zouden we altijd twee druppels zijn. Een spiegel zou mij altijd doen wonderen naar die 'wat als'...

Ik zuchtte diep uit en ik zag hoe mijn spiegelbeeld op slag ook een pak minder gelukkig keek door die gedachten. Maar ik had nu helemaal geen tijd om droevig te worden. Kyle kwam zo. Dan mocht hij niet merken dat ik nog steeds sombere gedachten had zonder dat hij ervan af wist.

Daarom schudde ik toen dus lichtjes met mijn hoofd en zette snel een glimlach op mijn gezicht. Ik probeerde door deze handeling mijn  gedachten te dwingen om van moed te veranderen. En ook probeerde ik extra veel aandacht te spenderen aan mijn kledij, zodat ik met mijn hoofd niet meer langer bij mijn broers dood zat.

“Misschien hou ik het toch beter op deze outfit…” dacht ik bij mijzelf.

Ik draaide opnieuw een kwartslag opzij met mijn lichaam zodat ik mijn rug kon bekijken in de spiegel. Ik vond van mijzelf dat mijn outfit er al bij al goed uitzag. Ik droeg namelijk een skinny jeans broek met daarop een zwart topje waarop de tekst stond ‘Let the light shine in you!’. Het woord ‘light’ stond extra benadrukt doordat die in het blauw was gedrukt en de andere woorden in het wit. De rug was ook specialer dan dat van een gewoon topje. Hij was namelijk zo gemaakt dat de achterkant van het topje open was door het feit dat er los fladderende stukken stof aanhingen. En als schoenen droeg ik gewoon blauwe All-stars.

Mijn outfit was niet iets speciaals. Een trui had ik ook mee voor als ik het koud zou krijgen. En in mijn jeans broek kon ik makkelijk wat geld instoppen en mijn identiteitskaart.

Ook mijn haarstijl was niet zo bijzonder. Ik had mijn haren gewoon losgelaten, maar de losse stukken haar vooraan mijn gezicht toch achteruit gestoken in een speld. En mijn make-up bestond simpel uit mascara en oogpotlood.

Simple as that.

De bel weerklonk als een sirene in het huis. Of dat gevoel had ik toch diep vanbinnen toen ik de bel hoorde afgaan.

Ik keek nog eens snel in de spiegel of alles goed zat aan mij en er ook goed uitzag. En toen ik mijn moeder hoorde roepen dat ik naar beneden moest komen, draaide ik mij ook snel van de spiegel weg en liep mijn kamer uit.

My first kissWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu