XIV

194 13 1
                                    

14.

Ze hadden Ian. Jack vloekte. Het was zijn schuld. Door hem hadden ze Ian gevangen kunnen nemen. Als hij voorzichtiger was geweest… Jack trapte op zijn rem en parkeerde de legergroene pick-up slordig langs de kant van de weg. De auto stond met één wiel op de stoep. Hij sloeg kwaad op het stuur. Hij kon maar één iemand bedenken die hem kon helpen. Iemand die vreselijk tegen hem was geweest. Iemand waartegen hij gezworen had om hem nooit meer ook maar één blik waardig te keuren. De Commissaris van Scotland Yard.

‘Wat doe je hier?’ vroeg een barse stem. Jack zette zijn handen op het bureau en leunde erop. Hij keek de man tegenover hem met walging aan. ‘Je bent niet toegestaan hier te zijn.’ Zei de Commissaris. Hij pakte zijn walkie-talkie en zei: ‘Jack is hier. Verwijder hem.’ Onmiddellijk stormde er een man in een zwart uniform naar binnen. Er waren vast nog meer mannen gevolgd, als de eerste agent niet kreunend in elkaar was gezakt. Jack stopte zijn pistool terug in zijn riem. ‘Ze heeft Ian.’ Zei hij toonloos, terwijl hij genoot van de geschokte blik van de Commissaris. ‘Ik zou je op moeten sluiten. Je hebt zojuist een agent neergeschoten.’ Zei de Commissaris met een al even walgende blik. ‘Zodra je me geholpen hebt Ian te bevrijden, ben ik helemaal van jou. Dan mag je me net zolang martelen als je wilt.’ Zei Jack. ‘Aanlokkelijk aanbod. Vertel verder.’ Zei de Commissaris. Er speelde een gemene grijns om zijn mond. Binnenin Jack knapte iets. Hij dook over het bureau en greep de Commissaris bij zijn keel. Hij bracht zijn gezicht dichtbij dat van de Commissaris, zodat de man de littekens op zijn wang en lip goed kon zien. ‘Jij gaat me helpen. Of je nou wilt of niet.’ Zei Jack, héél langzaam. De Commissaris knikte, al even langzaam. Jack liet de man los. ‘Waar beginnen we?’ vroeg de man. ‘Jij bent een Commissaris. Of nee, ik noem je Thom.’ Zei Jack hatelijk. Thom was de naam van de Commissaris. Maar hij haatte die naam. Thom wierp Jack een dodelijke blik toe. Toen liep hij naar de deur. ‘Kom op. Vertel me wat je weet.’ Zei hij. Jack duwde Thom de bijrijdersstoel van de pick-up in. Hij draaide het portier van de Commissaris op slot. Toen stapte hij zelf ook in en haalde de bladzijde uit het boek tevoorschijn.

‘Luna Hampshire… Daar heb ik weleens van gehoord.’ Zei Thom peinzend, toen Jack hem de aanwijzingen had verteld. ‘Start die oude roestbak van je maar.’ Jack zuchtte. De Commissaris had een hekel aan oude auto’s. Die man was anders dan hij en Ian. Totaal anders. En tóch had Jack meer dan dertig jaren voor hem gewerkt en gezwoegd. ‘We gaan naar het kerkhof.’ Zei Thom beslist. Jack keek hem even raar aan, maar drukte toen het gaspedaal in. Hij draaide de auto de weg op, en reed naar de oude kerk.

Jack sprong uit de auto en liet Thom bijna zitten. Maar hij voelde een harde ruk aan zijn haar; de Commissaris had het raam opengedraaid en zijn haar gegrepen. Jack kreunde en keek de man akelig aan, terwijl hij het portier openmaakte. De man duwde hem zachtjes opzij en stapte uit de auto. Jack jogde naar de kerk. De verf van het oude, witte gebouw was helemaal afgebladderd en de muren waren overwoekerd met klimop. In de tuin stonden allemaal stenen, schots en scheef in rijen. Jack huiverde; een akelig gevoel bekroop hem. Hier klopte iets niet. ‘Kijk! Daar!’ riep hij. Op de torenspits zat een grote, zwarte vogel. Het dier vloog op van de toren zodra Jack riep. Hij maakte een duikvlucht en scheerde rakelings over Jacks hoofd. Toen vloog hij de kerk in. ‘Waarom ben je zo geïnteresseerd in dat beest? Het is maar een vogel!’ zei Thom geïrriteerd. ‘Jij weet duidelijk minder van deze zaak. Die vogel is een hele belangrijke aanwijzing. Ik wil wedden dat het geen toeval was dat het beest de kerk in vloog. Ik ga kijken.’ Zei hij. Maar de Commissaris greep zijn arm. ‘Hoho, jongen. Wat als ik je nou verbied om die kerk in te gaan? Als het daar echt zo gevaarlijk is als jij vermoed, kan je niet naar binnen. Je bent geen agent.’ Jack spuugde naar de voeten van zijn voormalige baas. ‘Dan ga ik toch.’ Zei hij en met die woorden sprintte hij naar binnen. ‘Terugkomen! JACK THOMAS!’ schreeuwde de Commissaris. Hij was witheet. Vlak voor de deur van de kerk draaide Jack zich om. ‘Dat klopt. Ik ben geen agent meer. Dus jij bent mijn baas niet.’ Toen het harde geluid van de dichtslaande kerkdeuren had geklonken, begon Thom ook te rennen. Hij trok de deuren open en sprong over de hoge drempel.

‘Was dat die hint waar je het over had?’ ‘Ja. Hij wordt nu regelrecht naar Ian geleid.’ ‘Maar je moet hem niet onderschatten. Hij heeft een agent neergeschoten, heb ik gehoord.’ ‘Ja, dat weet ik ook.’ ‘Maar…’ ‘ZWIJG!’ ‘Sorry…’ ‘Ik heb alles onder controle! Dat heb ik je nu al honderd keer verteld!’ ‘Jaja, dat weet ik!’ ‘Nou dan!’ ‘Maar, met alle respect, moet je hem niet nog wat langer laten zoeken?’ ‘Precies. Eerst spelen en dan pas je troefkaart. Weet je nog?’

A Raven Girl (Book 1)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu